Jens Aerts van BUUR neemt Beleidsplan Ruimte Vlaanderen onder de loep

Onlangs maakte De Morgen de plannen van Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Joke Schauvliege omtrent het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen openbaar. Onder meer Leo Van Broeck en RE-ST kwamen op onze website al aan het woord omtrent het voorstel. Ook Jens Aerts van Bureau Urbanisme (BUUR) doet nu zijn duit in het zakje.

Meer aandacht voor mobiliteitsprobleem

"Het voorstel om elke nieuwe aansnijding van bouwruimte te compenseren, vind ik zeker positief," zegt ingenieur, architect en stedenbouwkundig ontwerper Jens Aerts. "Ook het negatief bouwen, door slecht gelegen, niet bereikbare bouwgronden te laten uitdoven en de bouwrechten elders in te planten, is een goede zaak. Wat volgens mij ontbreekt is de koppeling met mobiliteit. In de praktijk zien we geen concrete voorstellen van regionale ov-netten als alternatief voor de NMBS, maar wel een afbouw van het netwerk van de Lijn en een te trage uitvoering van het fietspadennetwerk."

 

Gemeentediensten versterken en coachen

"Het betrekken van lokale besturen bij de uitvoering van zulke plannen is niet nieuw. Dat is al goed toegepast in het huidige Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen. Het kan echter ook betekenen dat de Vlaamse overheid zelf, met al haar verschillende departementen, niet in staat is om zelf knopen door te hakken. In ieder geval moeten de diensten van de gemeentebesturen in dit geval versterkt en gecoacht worden, om transversaal te kunnen werken. Het is in dat opzicht onlogisch dat de Vlaamse Regering recent heeft beslist om de minimale graad van opleiding van stedenbouwkundige ambtenaren af te zwakken," zegt Aerts.

 

Werken in stappen

"De deadline van 2050 om de betonstop in te lassen, is niet meer dan een letterlijke overname van een advies dat de Europese Commissie in 2011 formuleerde in een mededeling aan het Europees Parlement, getiteld Stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa. Het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen is ondertussen al meer dan 5 jaar in opmaak. We kunnen dan ook enkel tevreden zijn als dit stappenplan concreet wordt vertaald op maat van Vlaanderen, bijvoorbeeld in stappen van 5, 15 en 25 jaar. Die moeten vergezeld worden door een duidelijke set aan meetbare gegevens die op die termijnen worden gemonitord."

"2050 is veel te ver weg, zeker als we weten dat op internationaal niveau er met veel grotere complexiteit gewerkt wordt met een richtdatum van 2030. Denk maar aan de Sustainable Development Goals met Agenda 2030, dat door de VN (en dus ook België en Vlaanderen) is goedgekeurd. Ook het klimaatakkoord Cop21 van Parijs heeft het over doelstellingen met richtdata 2030 en 2050. Op schaal van een eerder kleine regio als Vlaanderen, die beschikt over een gesofisticeerd planningsinstrumentarium en opgeleide administraties, verwacht ik veel concretere en snellere acties die via tests al zijn gesimuleerd en gekwantificeerd."

"Van een regering verwacht ik een beleid dat effecten kan voorleggen op de korte termijn, bijvoorbeeld binnen de 5 jaar. Tot in de jaren negentig was er een ruimtebeslag van 12 hectare per dag. Dankzij de invoering van het Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen in 1992 kwam er tegen 2000 een halvering tot 6 hectare per dag. We moeten dus resultaten kunnen voorleggen tegen 2020 met bijvoorbeeld 3 hectare per dag, tegen 2030 met 2 hectare per dag en tegen 2050 met 0 hectare per dag," zegt Aerts.

 

Minister-president moet voortouw nemen

"De toekomstige organisatie van onze schaarse ruimte in een dichtbebouwd land met een grote wanorde, moet strategisch gekoppeld worden aan beleidsdomeinen als gezondheid, mobiliteit en leefmilieu. Het Beleidsplan Ruimte moet daarin getrokken worden door de minister-president zelf. Een tandem met een vakminister van Ruimtelijke Ordening behoort tot de mogelijkheden. Het wekt echter wantrouwen op dat Ruimtelijke Ordening teveel als een aparte beleidstak wordt gezien, terwijl die juist transversaal is."

"We hebben minister-president geert Bourgeois meer en meer het voortouw zien nemen in debatten over het klimaat en ruimtelijke ordening. Dat moet hij nu ook doen. Ik verwijs hierbij naar het Brussels Gewest, waar de minister-president ook bevoegd is voor Ruimtelijke Ordening en waar op een veel kortere tijd een ontwerp van een nieuwe Gewestelijk Ontwikkelingsplan, de evenknie van het BRV, is opgemaakt," zegt Aerts.

 

Kleine studie met concrete illustraties

"Aanvullend is er een kleine studie die we met BUUR deden voor Ruimte Vlaanderen, met concrete illustraties over hoe we kunnen verdichten in een lokale context met individuele bouwers. Maar het verdichten van villagronden zou enkel toegelaten mogen worden als ze goed bereikbaar zijn ten opzichte van het openbaar vervoer. Zoniet is het enkel een economische formule om een fenomeen van leegstand van villa’s op te lossen," sluit Aerts af.

Deel dit artikel:
Onze partners