Jo Coenen, Nederlands architect en urbanist, kwam op professioneel vlak meermaals in aanraking met Christiaan Kieckens. Dat mondde uit in onvergetelijke ervaringen. "Waardoor naast waardering en collegialiteit, een onvergetelijke nauwe band ontstond en niet op zijn minst vanwege het zachtaardige karakter van deze fijne mens", aldus Coenen.
Ik heb hem vroeg in mijn carrière in de jaren tachtig leren kennen. Wij hadden veel plezier in elkaars intenties en werkwijze, onderzoek en nieuwsgierigheid. Na mijn studiereis in 1984 wisselde ik de onderzoeken over en het enthousiasme voor de Barokarchitectuur van Francesco Borromini met hem uit.
In 1993 kreeg ik de kans om een masterplan voor het dorp Oud Rekem te maken in opdracht van de heer Hermans om een voormalige psychiatrische instelling om te dopen tot een nieuw onderdeel van de historische kern. En kon ik hem introduceren bij de heer Hermans voor het 1ste gebouw waarbij hij van een wasserij een drukkerij maakte, hetgeen hij er goed vanaf heeft gebracht.
Later kruiste onze wegen weer naar aanleiding van mijn masterplan Céramique waar ik hem in 2002/2003 kon betrekken bij het laatste bouwdeel blok 30A2 naast dat van architect Charles Vandenhove. We brachten vele uren door met discussies over architectuur, stedenbouw en materiaalbehandeling.
Tijdens mijn Rijksbouwmeesterperiode in diezelfde jaren kreeg ik veel aanleidingen voor het uitnodigen van grote talenten op het Nederlandse architectuurpodium waar hij onbetwist een van was en ik hem bij de architectenselectie van diverse overheidsgebouwen kon betrekken. Hij muntte uit in schitterende voordrachten waar spitsvondigheid, fijnzinnige humor gepaard gingen aan een analytisch vermogen en hij diverse malen hoge ogen gooide bij die selecties.
Dit waren voor mij onvergetelijke ervaringen waardoor naast waardering en collegialiteit, een onvergetelijke nauwe band ontstond en niet op zijn minst vanwege het zachtaardige karakter van deze fijne mens.