In het kader van de hervorming van de verkeersfiscaliteit worden eigenaars van zware voertuigen vanaf 1 april 2016 belast op het gebruik van het Belgische wegennet. Op enkele zeldzame uitzonderingen na zullen alle vrachtwagens met een gewicht van meer dan 3,5 ton onderhevig zijn aan de zogenaamde kilometerheffing. In dit artikel leest u hoe dit alles precies in zijn werk zal gaan en welke effecten de nieuwe maatregel zal hebben op de bouwsector.
Op 21 januari 2011 ondertekenden het Vlaams, Brussels en Waalse Gewest een gezamenlijk akkoord omtrent de hervorming van de verkeersfiscaliteit. Dit omvat onder meer de invoering van een intelligente kilometerheffing voor vracht- en personenwagens en een aanpassing van de verkeersbelasting op basis van de milieukenmerken van het voertuig in kwestie. Deze maatregelen werden gebundeld in het Viapass-project, waarvan de eerste fase in de praktijk wordt gebracht op 1 april 2016. Vanaf die datum moeten alle vrachtwagens die gebruikmaken van de openbare weg in ons land uitgerust zijn met een on board-unit (OBU), die aan te vragen is bij een erkende dienstverlener (momenteel enkel Satellic). De OBU registreert het gereden aantal kilometers op betalende tolwegen. In Vlaanderen en Wallonië heeft men grotendeels het wegennet van het Eurovignet behouden, in Brussel zijn alle wegen betalend omdat men er het zware vrachtverkeer maximaal uit de binnenstad wil weren. Het verschuldigde bedrag wordt berekend in functie van het type weg, het gewicht van de vrachtwagen (Maximaal Toegelaten Massa) en de uitstoot en wordt automatisch doorgeseind naar de facturatiedienst via een gepersonaliseerde simkaart in de OBU. De tarieven en de kaarten met de tolwegen zijn te downloaden op de website van Viapass (www.viapass.be).
Drievoudige controle
De correcte toepassing van het systeem wordt op drie manieren gecontroleerd. Allereerst zijn er de voorbije maanden op onze snelwegen veertig vaste portieken met nummerplaatherkennings- en lasercamera’s geïnstalleerd. Deze laatsten dienen om de grootte van de passerende vrachtwagens te berekenen. Omdat de vaste portieken in principe makkelijk te ontwijken zijn, worden er voorts tweeëntwintig verplaatsbare portieken voorzien die elke vier uur van locatie wisselen. Tegelijk rijden er door heel het land mobiele units met gewestelijke ambtenaren die vrachtwagens kunnen tegenhouden, controleren en indien nodig beboeten. “Zo proberen we de mazen van het net zo klein mogelijk te maken en eventueel misbruik structureel te vermijden”, vertelt Viapass-woordvoerder Edward Claessens.
De kilometerheffing heeft echter niet betrekking op elk zwaar voertuig. Vrachtwagens van het leger, de burgerbescherming, de politie, de brandweer en medische urgentiediensten vormen de uitzondering op de regel, net als tractors die uitsluitend gebruikt worden voor landbouw, bosbouw, tuinbouw en visteelt. Ook testvrachtwagens, lesvoertuigen, oldtimers en machines die eerder als werk- dan als voertuig worden beschouwd (hoogtewerkers, dumpers, chapepompen…) zijn vrijgesteld.
Impact op bouwsector
De vraag is natuurlijk welke impact de nakende invoering van de kilometerheffing voor vrachtwagens zal hebben op de bouwsector. Veel aannemers hebben het nu al moeilijk om het hoofd boven water te houden en kunnen een extra kost dus missen als kiespijn. Er zijn twijfels, maar toch weerklinken er ook positieve signalen. Bijvoorbeeld bij Dominique Valcke, die als gedelegeerd bestuurder van aannemersbedrijf Stadsbader verder kijkt dan de financiële lasten die de nieuwe regeling met zich meebrengt: “Ik voorstander van rekeningrijden en vind dat ze het systeem in de toekomst zelfs nog verder zouden mogen uitbouwen. De opbrengsten die via de kilometerheffing gegenereerd worden, kunnen worden gebruikt om op een kwalitatieve manier wegen en infrastructuur aan te leggen en te vernieuwen, zoals we de afgelopen jaren met de snelwegen hebben kunnen doen. Grootschalige projecten vragen een zware financiële inspanning en gaan gepaard met tijdelijke hinder, maar werpen meteen hun vruchten af en hebben een positieve invloed op het imago en de economische slagkracht van Vlaanderen. Ik heb begrip voor het voorbehoud van sommige collega’s, maar logischerwijs zou de invoering van de kilometerheffing moeten resulteren in meer werk.”
De overheid zit alvast op dezelfde lijn. Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Ben Weyts bevestigde dat er dankzij de kilometerheffing voor vrachtwagens in de tweede helft van 2016 en in 2017 140 miljoen euro extra besteed zal worden aan het beheer van het wegen- en infrastructuurpatrimonium in Vlaanderen. Een mooi begin, maar allicht niet voldoende vreest Dominique Valcke: “Bedrijven die vanaf binnenkort moeten betalen om hun vrachtwagens over onze (tol)wegen te laten rijden, mogen in ruil een kwalitatieve infrastructuur, een vlotte mobiliteit en minder filehinder verwachten. Ik betwijfel sterk of we dit met een extraatje van amper 140 miljoen euro zullen kunnen garanderen, terwijl er daarnaast nog zo’n 180 miljoen euro van de opbrengst naar andere beleidsdomeinen gaat. Hopelijk kan de balans in de toekomst overhellen naar de wegenbouw, want het is zowel voor de sector als voor de gebruikers van onze wegen en infrastructuur broodnodig!”