In Geel verrees met Klein Veldekens een circulair pilootproject. Het gaat om 150 nieuwe zorgwooneenheden, tal van ondersteunende diensten en een toren van 40 meter. Het torenvolume en de aanpalende kubus, een ontwerp, van osar architects, hebben een hybride structuur bestaande uit een mix van beton en CLT-hout, die de nodige flexibiliteit garandeert in functie van eventuele toekomstige herinrichtingen. De rijzige Astor-toren is meteen ook het hoogste hybride gebouw van het land. Het complex wordt verlicht volgens het light as a service-principe.
In maart 2013 selecteerden Vlaams minister Jo Vandeurzen en toenmalig Vlaams Bouwmeester Peter Swinnen vijf pilootprojecten die zorg opnieuw een volwaardige plaats moeten geven in de stedelijke ruimte. Klein Veldekens was een van de gelukkigen, met dank aan de vooruitstrevende woonzorgfilosofie van Astor vzw, dat het klassieke ‘rusthuismodel’ overboord kieperde en uitging van een totaalconcept waarbij inclusie centraal staat en verschillende vormen van zorg geïntegreerd worden. “De bewoners krijgen de garantie dat ze – los van hun zorgbehoefte en volgens hun eigen ritme en gewoonten – levenslang in hun woning kunnen blijven”, vertelt Karianne Paesschen van osar architects, dat instond voor het ontwerp. “We hebben de assistentie- en groepswoningen ingebed in een aangename, kleinschalige en huiselijke omgeving. Het zorgaspect is wel aanwezig, maar is haast onzichtbaar. De assistentiewoningen kunnen indien nodig het label van woonzorgkamer krijgen. De groepswoningen zijn aangepast aan personen met een complexe medische problematiek. De bewoners kunnen zelf beslissen of ze al dan niet op dezelfde plek willen blijven wonen naarmate ze ouder worden. Verhuizen naar een groepswoning in hetzelfde gebouw is eveneens een optie. De senioren hebben hun lot dus in eigen handen, wat gevoelsmatig een groot verschil maakt. Dat zorgt ervoor dat de stap naar een woonzorgomgeving vlotter verteerbaar is.”
Hybride structuur
Niet alleen qua woonzorgfilosofie, maar ook qua bouwwijze is Klein Veldekens een innovatief project. “Het torenvolume en de aanpalende kubus hebben een hybride structuur: dragende kolommen en een trap- en liftkern in prefabbeton, die de nodige structurele flexibiliteit garanderen in functie van eventuele toekomstige herinrichtingen, gecombineerd met vloeren en wanden in CLT vanaf de eerste verdieping, bestaande uit gelamelleerde liggers die 13 cm dikke CLT-vloerplaten dragen en niet-dragende gevelwanden die rusten op L-ijzers die in de betonkolommen gestort zijn. Het schakelgebouw heeft dan weer een traditionele opbouw met kalkzandsteen en predallen. De gevels van de gebouwen zijn afgewerkt met pleisterwerk”, vertelt Pieter Embrechts, projectleider bij hoofdaannemer Hooyberghs.
Lees verder op circubuild.be
Dit artikel is eerder verschenen in Bouwen aan Vlaanderen.