Het is al meer dan honderd jaar geleden dat koning Leopold II het station van Oostende liet bouwen. Net zoals de stad was ook het station in volle expansie. Het is uitgegroeid tot een populair transportknooppunt waar elke dag duizenden passagiers hun weg vinden naar de trein, tram, bus, ferry of het cruiseschip. De verschillende structuren hebben door de jaren heen geleid tot een complex amalgaam van gebouwen en parkings. Het grootschalige renovatieproject van het station en haar omgeving ging in 2012 van start – naar een ontwerp van het Frans-Oostenrijkse bureau Dietmar Feichtinger Architectes – en is onlangs voltooid.
Het project voorziet in:
Aangezien de overgebleven muren van de voormalige uitgang waren geklasseerd, is beslist om het dak en de andere muren af te breken en alleen de enige geklasseerde muur te bewaren, zonder dak. De nieuwe luifel overspant deze oude muur. Het oude tramstation is afgebroken in 2019. De fietsparking bevindt zich nu ondergronds en is voorzien van een reeks ronde atriums met zicht op de ruimte tussen de perrons en het stationsgebouw. Het tramstation is dichter bij het treinstation gebracht en een parkeergebouw uit meerdere verdiepingen is gebouwd langsheen de perrons.
Een dialoog ter verrijking van stedelijke compositie
De landschappelijke impact van het nieuwe project is sterk aanwezig en past binnen de context van de stad. Omwille van zijn omvang en samenhang versterkt het project de grandeur van de ‘koningin der badsteden’. Het is als het ware een verlenging van de stad die beantwoordt aan de stedelijke schaal. Het uitzicht van het bestaande gebouw verwijst naar de status van het station, een onmiskenbare aanwezigheid in de stad. Er is een dialoog tussen twee gehelen gecreëerd, tussen de imposante architectuur van het bestaande gebouw, tegenover de haven en het stadhuis, en de uitgestrektheid van het dak.
Het stationsplein opent zich naar de stad. Het is een grote open ruimte in de haven die bushaltes, trams en een fietsparking integreert en op die manier een multimodaal platform voor de gebruikers vormt.
Een lichte en transparante luifel
Het nieuwe dak is verfijnd en transparant in haar uitstraling en geeft een nieuwe dynamiek aan de omgeving, ook omwille van zijn omvang. Het doel is om te bedekken, te verbinden en te verenigen, met lichtheid.
Onder het dak zijn alle functies natuurlijk geïntegreerd. Trappen, liften en de voetgangersbrug hanger eraan op. De ingangen blijven licht en luchtig terwijl ze toch overdekt zijn. Ze creëren zo zichtbaarheid vanaf de stationshal en de perrons. De installaties zoals de signalisatie zijn opgehangen zodat ze vloerruimte vrijmaken in de hal en op de perrons. De continuïteit van het traject van de reiziger is verrijkt door deze visuele open plek, deze unieke ruimte. Net zoals het stationsplein in het westen, is de fietsparking is gebouwd onder het dak op niveau R -1. Het gebouw is grotendeels open met een reeks ronde atriums die zorgen voor natuurlijk licht en ventilatie.
Kleurrijke schubben
Het dak bestaat uit polycarbonaat panelen geplaatst op een stalen structuur. De impact van de structuur op de perrons en in de hal is geminimaliseerd. De doorzichtige panelen zorgen voor een lichte en verwelkomende sfeer. De geschubde structuur laat een effectieve natuurlijke ventilatie toe. De compositie geeft tevens dynamiek aan het dak en maakt het luchtiger.
Er zijn veel variaties van licht onder het dak te aanschouwen, afhankelijk van de helderheid buiten en de kleur van de panelen. Dit draagt bij tot de identiteit van de plek. De kleuren van het polycarbonaat bieden tegelijk bescherming tegen de zon. Het dak strekt zich uit naar het bestaande stationsgebouw. Naast de nieuwe hal is de ruimte op het gelijkvloers voorzien van kiosken. De publieke toiletten zijn ondergebracht in de kelder en toegankelijk vanop het perron via een trap en lift. Zo biedt de ruimte transparantie van het stationsplein en de perrons naar de haven.
Geïntegreerde parking
Een structuur naast de westelijke perrons omvat de parking en markeert het einde van het station. Hier zijn ook de tramperrons gelegen. In dit deel van het gebouw overlappen twee verdiepingen dichtbij het bestaande gebouw: een parkingniveau en kantoorniveau voor de NMBS. De kantoren zijn georganiseerd rond patio’s. Een gebouw bestaande uit twee verdiepingen bevindt zich ten zuiden van de tramperrons en biedt onderdak aan diensten van De Lijn en NMBS. Kleedkamers zijn voorzien in de kelder van het gebouw. Een grotendeels glazen gevel opent zich naar de stad. Het gebouw is strategisch gelegen in relatie met de perrons. Het zuidelijke deel van het parkeergebouw omvat vier verdiepingen parkeerruimte, voorzien van 670 parkeerplaatsen. Een cirkelvormige helling verbindt de verdiepingen met elkaar. Voetgangers komen binnen langs het plein, de perrons zijn direct toegankelijk via een verbindende brug. Het zuidelijke deel van het dak is volledig bedekt met zonnepanelen.