Kolenwasserijen in Beringen worden symbiose van natuur en mijnerfgoed (ARAT architecten)

Hoe geef je twee in verval zijnde kolenwasserijen een creatieve en maatschappelijk verantwoorde invulling? Met die vraag in het achterhoofd werkte ontwikkelaar NV be-MINE - een SPV bestaande uit NV CIRIL, NV Van Roey Vastgoed en NV LRM - de jongste maanden een toekomstscenario uit voor de reusachtige kolenwasserijen 1 en 3 op de voormalige mijnsite in Beringen. Het antwoord? 'be-NATURE', een restauratieprincipe waarbij de lokale natuur gecontroleerd wordt binnengebracht in een gedeelte van het mijnerfgoed. Dit verrassende samenspel tussen natuur en erfgoed – goed voor een investering van om en bij de 10 miljoen euro - wil jaarlijks meer dan 100.000 extra bezoekers naar be-MINE trekken. Be-MINE ging voor het ontwerp in zee met ARAT ■ architecten, het bureau dat ook betrokken was bij de transformaties van de mijnsites van Winterslag in Genk, nu beter bekend als C-mine, en van CC Muze, De Verdieping en de schacht in Heusden-Zolder. De sloopplannen voor de kolenwasserijen lijken hiermee definitief van de baan.

Met 100.000 m² aan gebouwen is be-MINE de grootste industriële erfgoedsite in Vlaanderen, en uniek in Europa. De voorbije 10 jaar maakte het voormalige mijnterrein een ware metamorfose door: het ontpopte zich tot een aantrekkelijke en economische waardevolle toeristisch-recreatieve site, met veel beleving en ontspanningsmogelijkheden en dit met respect voor de erfgoedwaarde.

In deze mooie erfgoedpuzzel ontbreekt echter nog één belangrijk stuk, weet Tom Vanham, Algemeen Directeur van NV LRM: “Kolenwasserijen 1 en 3 staan sinds de mijnsluiting leeg. Door de jaren heen geraakten ze dan ook verwilderd en in verval. Daarom is het cruciaal om deze historische gebouwen nieuw leven in te blazen.”

Daarmee lijken de plannen om de beschermde kolenwasserijen te laten declasseren en slopen definitief van de baan. Om die vroegere sloopreden werden de kolenwasserijen in 2018 nog op de lijst van meest bedreigde erfgoedsites in Europa geplaatst door de Europese erfgoedvereniging Europa Nostra.

 

be-NATURE-principe

be-MINE stak de jongste maanden de koppen bij elkaar met heel wat erfgoedexperts, sectororganisaties, erfgoedverenigingen, ex-mijnwerkers en betrokken beleidsmakers. Het resultaat? Het be-NATURE principe, waarbij industrieel erfgoed en natuur samen een unieke mix vormen. “We kiezen voor het absolute behoud van beeldwaarde. Kolenwasserij 3 bewaren we bovendien integraal als een ‘kijkdoos’, met het oog op een invulling in de toekomst. De bouwvallige gevels maken plaats voor tijdelijke transparante gevels. Zo krijg je vanop de terril inkijk in deze kolenwasserij”, aldus Jeroen Huysmans, Algemeen Directeur van de NV be-MINE.

“In kolenwasserij 1 komen we terug tot de essentie van het gebouw: de kracht van de structuur. We behouden het dragend skelet van balken en kolommen en ruimen onveilige vloerplaten en verloederde installaties op. We gaan voor een light restauratie van de gevels aan de noordzijde met het oog op het behoud van de beeld- en ensemblewaarde. Deze façade wordt ondersteund door drie zorgvuldig gerestaureerde traveeën en we voeren intensieve beton- en staalherstellingen uit. Een aantal resterende geselecteerde installaties en het merendeel van de structuur laten we gecontroleerd overnemen door de bloeiende lokale natuur errond. Om de lokale natuur te laten floreren maken de momenteel donkere ruimten plaats voor een nieuwe transparante dakstructuur. Deze spectaculaire symbiose maken we publiek toegankelijk voor fietsers, wandelaars en erfgoedliefhebbers, zodat bezoekers zich kunnen vergapen aan de essentie van be-MINE: industrieel erfgoed en natuur aan de voet van het Kolenspoor”, zo legt Jeroen Huysmans uit. 

Twee activiteiten laden deze nieuwe internationale eyecatcher op qua programmatie “Enerzijds komt er een thematische horecabeleving aan de voet van het Kolenspoor, anderzijds een kunstgalerij waarbij kunst, industrieel erfgoed en natuur verweven. De invulling hiervan gebeurt samen met privépartners waarvoor reeds de nodige concrete gesprekken lopen, en zal complementair zijn met het huidige Limburgse aanbod. We mikken op een opening in 2024”, zo besluit Jeroen Huysmans.

 

De ontwerpvisie

ARAT ■ architecten, het bureau uit Herentals dat ruime ervaring heeft met de restauratie en herbestemming van de Limburgse mijnsites, werd als architect bij het project betrokken. “Net zoals bij de andere mijnsites hebben we ook hier het compromis gezocht tussen wat je kan bewaren en wat je kan uitbreken om het gebouw een nieuwe bestemming te kunnen geven”, vertellen bestuurders Bart Callaerts en Philip Baelus. “Daarbij is ons uitgangspunt van bij de start geweest om de erfgoedwaarde van de kolenwasserijen zoveel als mogelijk te vrijwaren. Door met creatieve ideeën voor de dag te komen, hebben we het potentieel van de gebouwen kunnen aantonen.”

Dat potentieel is verschillend voor de twee kolenwasserijen. “Kolenwasserij 1 is in de jaren 70-80 zo intens verbouwd geweest dat er nog weinig van de industriële erfgoedwaarde is overgebleven”, aldus Baelus. “Het is vandaag een kluwen van losliggende werkvloeren en platforms die rond machines gebouwd zijn, die deels verdwenen zijn. Op deze manier is het gebouw onbruikbaar, maar alles afbreken is uiteraard geen optie want dan blijft er geen herinnering over aan het mijnverleden van het gebouw.”

Met behulp van een 3D-model bracht ARAT ■ architecten daarom de structuur van het gebouw in beeld. “Op die manier hebben we de fantastische basisstructuur van het gebouw kunnen achterhalen, wat bijna een architectuur van Le Corbusier is. In die structuur, die zo mooi en rationeel is tegenover het irrationele van de latere verbouwingen, zit een zekere poëzie vervat, waardoor we ervoor gekozen hebben om de primaire structuur te bewaren, en er deels de lokale natuur gecontroleerd in los te laten. Hoe hoger het gebouw, hoe slechter de staat en hoe minder de erfgoedwaarden van de aanwezige machines. Daarom integreren we op 5 meter boven maaiveld een loopbrug voor fietsers en voetgangers. Zo creëren we een eyecatcher van formaat, terwijl we tegelijk de visuele ijkpunten bewaren van wat het gebouw vroeger is geweest.”

De eerste drie traveeën vanaf de noordgevel zijn het meest representatieve deel van het gebouw. Ze zijn ook onaangeroerd gebleven door de latere verbouwingen. Dat gedeelte van het gebouw wordt, net als de kenmerkende noordgevel, gerestaureerd zodat het optimaal kan ingevuld worden. “Achteraan trekken we licht binnen door het gebouw open te breken en verticaal de natuur te integreren, terwijl er vooraan ruimte is voor een horecazaak op de lagere niveaus en een kunstgalerij hogerop, waar we een flexibele structuur bieden die nog vrij kan ingevuld worden.”  

Voor de aangrenzende Kolenwasserij 3 was een andere aanpak vereist. “Dat gebouw is waardevol, kent een enorme potentie en huisvest bijzonder industrieel erfgoed, met name unieke machines die nergens anders te vinden zijn. Daar gaan we voor een conserverende, restauratieve aanpak met transparante gevels die het gebouw tot ‘kijkdoos’ naar het mijnverleden transformeren. Op langere termijn biedt dit gebouw enorm veel potentieel voor een mooie herbestemming”, aldus Philip Baelus.
 

“Toonproject in Europa”

“Er werden maar enkele kolenwasserijen in Europa als erfgoed bewaard. Er is dus ook weinig ervaring met het zoeken naar herbestemming en nieuwe invulling van dergelijke reusachtige complexen. De kolenwasserij van Beringen kan dus uitgroeien tot een toonproject in Europa. Bouwkundig erfgoed is een niet-hernieuwbare grondstof. Wat afgebroken of verwijderd wordt zijn we voor altijd kwijt. Het zoeken naar een nieuwe toekomst is een creatief proces, dat uitgaat van respect voor wat we hebben, dat maximale reversibiliteit nastreeft. Een bestemming in dit geval liefst gerelateerd aan het verhaal van de kolenwasserij, maar ook nuttig, duurzaam en creatief. De aanpak van de kolenwasserij van Beringen kreeg recent een bijzondere dynamiek en staat op een keerpunt. Daarbij moeten vele partijen de handen NU in mekaar slaan. De Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie vzw wil graag zijn medewerking verlenen”, aldus Hendrik Nelde, Bestuurder VVIA vzw.

 

Participatief traject

“De mooiste erfgoedprojecten worden gerealiseerd wanneer er een sterk participatief traject is, met ruimte voor inspraak van onder uit. We zijn daarom sterk gecharmeerd door het proces dat be-MINE hier heeft gelopen om ook de erfgoedsector intensief te betrekken. Door een constructieve dialoog is heel veel mogelijk, ook op dat punt speelt be-MINE een rol die als voorbeeld kan dienen voor andere projecten in Vlaanderen”, zegt Matthias Francken, Algemeen Directeur HERITA.
 

Steun van Vlaanderen, Provincie Limburg en Stad Beringen

Een ambitieus project realiseren, dat vergt de nodige middelen. In totaal gaat het om een investering van om en bij de 10 miljoen euro. De Vlaamse overheid engageert zich alvast voor 2 miljoen euro, becijfert Minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele: “Vlaanderen beschikt over heel wat waardevol erfgoed, maar een site van deze omvang en allure is zeldzaam. De plannen voor de vernaturing van kolenwasserijen 1 en 3 getuigen van creativiteit en maatschappelijk engagement. Bovendien nemen de initiatiefnemers zich voor om samen te werken met internationaal gerenommeerde partners. We rekenen er dan ook op dat dit concept jaarlijks meer dan 100.000 extra bezoekers uit binnen- en buitenland aantrekt, die bewust kiezen voor de combinatie van industrieel erfgoed en natuur. Zo verhogen we de aantrekkingskracht van onze regio.”

Ook gedeputeerde van Toerisme en Erfgoed Igor Philtjens toont zich enthousiast. “De symbiose van behoud van beeldwaarde en de be-NATURE filosofie is ideaal. De authenticiteit van het mijnerfgoed op be-MINE is immers zo sterk dat beleving kan worden gerealiseerd zonder allerlei grote ingrepen. Dat is ook ons uitgangspunt voor de realisatie van het mijnbelevingscentrum be-MINE PIT. De kracht van het industrieel erfgoed gebruiken we voor het creëren van een unieke belevingsroute doorheen de monumentale gebouwen. De bezoeker krijgt zo een beklijvende ervaring van het werk van de mijnwerkers en van de impact van de mijnindustrie op de Limburgse economische ontwikkeling en de samenleving. Weldra start de uitvoering.  Meer dan 30 jaar na de sluiting krijgt de site weer haar grandeur van economische hotspot voor Beringen en, door de aanleg van het Kolenspoor, ook voor Limburg. Het Kolenspoor verbindt niet enkel het leisure-aanbod in de vroegere mijnzetels maar verbindt ook twee toeristische toptroeven: fietsen en erfgoed. Dat creëert kansen voor nieuw ondernemerschap en jobs in de Limburgse vrijetijdseconomie.”

Ook Burgemeester Thomas Vints is erg tevreden met de huidige plannen: “Stad Beringen werkt al 10 jaar nauw samen met nv be-MINE voor de reconversie van de voormalige mijnsite. Be-MINE werd een nieuw stadsdeel waar je kan wonen, naar school kan gaan én waar plaats is voor ontspanning. De herbestemming van de kolenwasserijen bleef geruime tijd een moeilijk vraagstuk wat ook leefde bij onze Beringenaren. We zijn blij dat er nu een concreet voorstel op tafel ligt wat naar mijn aanvoelen een mooi sluitstuk vormt met wat er al te beleven valt op de site.”
 

Ook verenigingsleven schaart zich achter be-NATURE

De Europese erfgoedvereniging Europa Nostra ziet dit project als een extra troef voor het behoud van het erfgoed. “De be-NATURE beleving met publieke doorgang doorheen kolenwasserij 1 als toegangspoort voor het Limburgse kolenspoor is voor Europa Nostra Belgium een geloofwaardig en aantrekkelijk onderdeel van een ontwerp dat de kolenwasserijen 1 en 3 verzoent met de reeds goedgekeurde herbestemming van de kolenwasserijen 2 en 4 en de ontwikkeling van het be-MINE PIT belevingscentrum”, zegt Paul Dujardin, Voorzitter Europa Nostra Belgium. “Hoewel een aantal vragen over de uitwerking uiteraard nog beantwoord moeten worden, is Europa Nostra Belgium ervan overtuigd dat het voorgestelde concept binnen de kortste termijn voor verdere uitwerking goedgekeurd moet worden. Er valt geen tijd meer te verliezen, willen we de meest volledig bewaarde mijn van Limburg voor de toekomst bewaren.”

Als voorzitter van de werkgroep Monumentenzorg Beringen doet Stephan Put ook een oproep aan alle stakeholders in het dossier van de herbestemming van kolenwasserijen 1 en 3: “Monumentenzorg Beringen zou het fantastisch vinden als het momentum rond dit project wordt aangegrepen voor de continuïteit van een constructief debat en overleg over de herbestemming van kolenwasserijen 1 en 3, als een integraal onderdeel van het totaalproject van alle kolenwasserijen: 1, 2, 3 en 4.” 

Tot slot bekrachtigen ook VZW Mijnmuseum en VZW Vrienden van het Mijnstreekmuseum dit positieve verhaal. "Het be-NATURE project is een merkwaardige positieve voorzet om de overblijvende kolenwasserijen mee te integreren in het hele be-MINE verhaal”, zegt William Vanderheyden, voorzitter van VZW Mijnmuseum.

 

 Wie meer info wil, kan in kolenwasserij 4, vanaf zondag 12 september, en dit gedurende 4 weken, niet enkel kennismaken met de expo Triage, een reizende fototentoonstelling van meer dan 120 foto’s van kolenwasserijen in het binnen- & buitenland, maar kan er ook de ambitieuze toekomst van kolenwasserij 1 & 3 volgens het be-NATURE principe ontdekken.

 

Bron: be-MINE, ARAT ¦ architecten
Deel dit artikel:
Onze partners