Circulair bouwen is één van de bouwmanieren waarmee CO2-neutraliteit tegen 2050 bereikt kan worden. De kostprijs hiervan ligt echter nog hoog, waardoor vaak andere opties worden gekozen. Zou een koolstoftaks hier het instrument zijn om een aardverschuiving te veroorzaken? Wij vroegen het aan Lionel Devlieger van Rotor en Sven Grooten van B-architecten.
Circulair bouwen is op dit moment nog steeds duurder dan nieuwbouw, wellicht omdat het zich nog in de pioniersjaren bevindt en alles opnieuw uitgedacht moet worden. ‘Alle productiemethodes moeten opnieuw aangepast worden en het ontwerpen moet op een andere manier gebeuren. Dat vraagt meer denkwerk en verhoogt dus de kost,’ zegt Lionel Devlieger van Rotor. ‘Dat zal waarschijnlijk wel veranderen als er een koolstoftaks komt op bouwmaterialen. Dan zal de omslag snel verlopen en bedrijven die daarin niet zijn voorbereid zullen op dat ogenblik veel verlies lijden.’
Nieuwbouw te goedkoop
Dat circulair bouwen in eerste instantie duurder is dan nieuwbouw klopt. Volgens Sven Grooten van B-architecten wordt het gebruik van nieuwe materialen te weinig ontmoedigd. ‘Je kan het vergelijken met het gezondheidsbeleid in Scandinavische landen, waar een taks wordt geheven op ongezonde producten (tabak, alcohol etc). Door het heffen van die taks wordt het een sturend mechanisme om gezonder te leven. Een koolstoftaks of storttaks kan daarom ook wel aangewezen zijn om de bouwsector meer in de richting van circulair bouwen te sturen.’
Koolstoftaks
Ondanks onder meer het VN-klimaatpanel, Europa en de OESO ons land aanraden een koolstoftaks in te voeren, is deze er nog niet. Nochtans moet België met het klimaatakkoord van Parijs in het achterhoofd, zijn CO2-uitstoot met minstens 80 procent verlagen. Die ambitieuze doelstelling bekom je enkel met radicale maatregelen, vindt Sven Grooten. ‘Er moet politieke moed bestaan om het gedrag van de mensen te laten veranderen. Zoals in het mobiliteitsdebat waar alle experts het erover eens zijn dat rekeningrijden helpt om het gedrag van de mensen aan te passen, maar geen enkele politieke partij heeft vandaag de moed om dat uit te leggen.’
Europese verantwoordelijkheid
Tot vandaag dekt het Europese emissiehandelsysteem enkel de uitstoot van de industrie en energiebedrijven (ETS-sector). Vervuiling afkomstig van transport en gebouwen wordt niet belast. Hier dient een ommezwaai plaats te vinden. Maar die is, naast een lastige sociaal rechtvaardige rekenoefening, wel verbonden aan enkele risico’s. ‘Je loopt het risico beconcurreerd te worden door andere landen of werelddelen die zo’n taks niet zouden toepassen,’ zegt Devlieger, ‘Het vraagt enorm veel coördinatie om te garanderen dat er geen ongetakste bouwmaterialen stiekem Europa binnensijpelen. Daarom vergt het tijd om het taksensysteem voor te bereiden. Maar ik ben niet pessimistisch.’
Als de coördinatie op Europees niveau te omvangrijk is om haalbaar te zijn, zouden misschien eerst op nationaal niveau de lijnen moeten worden uitgetekend. Maar Sven ziet het als een noodzaak om het Europees te bekijken. ‘Er is in Europa immers vrij verkeer van handelen en goederen. Bouwvakkers en bouwmaterialen circuleren vrij door Europa. Naast de regio’s en de staten heeft vooral het bovenliggend Europese beleid een zeer belangrijke verantwoordelijkheid om noodzakelijke duurzaamheidsdoelstellingen te behalen. De enige manier om dit te realiseren is op Europees niveau.’