In de C-Mine in Genk werd op 21 november de eerste Staten-Generaal van de Limburgse architectuur georganiseerd. Architectuurwijzer liet zes architectuurkenners debatteren over het nut of onnut van een Limburgse Bouwmeester. Bob Van Reeth, voormalig Vlaams Bouwmeester, bracht niet zo lang geleden het idee ter sprake om een Provinciaal Bouwmeester voor Limburg aan te stellen. Architectuurwijzer reageerde enthousiast en ging meteen aan de slag om een voorstel uit te werken. Wat begon als een gesprek is uitgemond tot een
startnota.
Gideon Boie en Tim Vekemans stellen hun nota voor:
¨De Provinciaal Bouwmeester Limburg moet zich bezig houden met ontwerpoverleg, ruimteregie, PR en acquisitie. Hij of zij is de missende schakel tussen het lokale en het regionale bestuur, tussen de publieke en private opdrachtgevers en de bouwmarkten. Een Provinciaal Bouwmeester heeft niet dezelfde taken als die van de Vlaamse Bouwmeester. Hij hanteert een euregionaal perspectief, en liefst van al komt de Provinciaal Bouwmeester Limburg er morgen al.¨
In de loop van de dag werd er al druk gepraat door allerlei geïnteresseerden over de nota. Hieruit werden enkele conclusies getrokken:
- Het idee om een Provinciaal Bouwmeester voor Limburg aan te stellen is unaniem goed onthaald,
- de instantie moet neutraal zijn,
- de Bouwmeester vertrekt vanuit het Limburgse landschap,
- onderzoek is belangrijk,
- de Bouwmeester moet architecten vormen,
- de Bouwmeester moet leken aanspreken,
- hij moet ook de kennis opbouwen van lokale besturen, bewoners & Vlaanderen,
- het moet een hybride netwerk zijn,
- hij moet werken op verschillende schaalniveaus (Provinciaal, Euregio, …).
Gouverneur Herman Reynders sprak over een mooie toekomst voor Limburg en benadrukte zijn wens dat er meer verstedelijking van Limburg zou komen. Zijn visie om van Limburg één grote stad te maken werd afgewisseld met zijn visie op een Provinciaal Bouwmeester voor Limburg. De gouverneur ziet een Provinciaal Bouwmeester vooral als een bemiddelaar, die de troeven van Limburg kan uitspelen en voluit voor kwaliteit gaat.
Architectuurwijzer nodigde zes sprekers uit om het debat open te trekken. Peter Bongaerts (coördinator bureau stedenbouw en lector aan de Provinciale Hogeschool Limburg), Véronique Claessens (bestuurslid Vlaamse Vereniging Ruimte en Planning, diensthoofd RO Genk), Jo Coenen (voormalig Rijksbouwmeester van Nederland), Christoph Grafe (directeur VAi), Roland Duchâtelet (ondernemer, schepen van Sint-Truiden en bestuurder AGOST) en Wilfried Vandeghinste (projectleider Winvorm bij Intercommunale Leiedal) werden geleid door moderator Ianka Fleerackers.
Uit het debat blijkt dat er naast de meerderheid, die positief tegenover een Provinciaal Bouwmeester staat, er ook stemmen opgaan die het niet met deze visie eens zijn. De belangrijkste stem hierin is ongetwijfeld die van Roland Duchâtelet. Hij kan zich niet vinden in het oprichten van nog maar een instantie, die de zaken onnodeloos ingewikkeld maakt.
Duchâtelet kan zich echter wel vinden in de noodzaak om meer personeel in te lijven bij de steden en gemeenten. Dit versterkt de onderlinge concurrentie en dus ook de creativiteit, aldus de Sint-Truidense schepen. Duchâtelet maakt zich nog sterk dat deze optie de gemeenschap, in tegenstelling tot een Provinciaal Bouwmeester, de gemeenschap niets zal kosten.
Andere personen zijn dan wel enthousiast. Véronique Claessens vindt de oprichting van een Provinciaal Bouwmeester echt noodzakelijk. Een belangrijk agendapunt, zo vindt ze. “Het structureren van de samenwerking moet snel gebeuren,” aldus Claessens.
Christoph Grafe, directeur van het VAi, stelt dan de belangrijke vraag wat de relevante kwaliteit is, die de Bouwmeester moet nastreven. Het verzinnen van nieuwe manieren om te wonen, zonder het landschap te verstoren is hier één van. Grafe stelt ook dat het verhaal van Limburg sterk moet zijn, en dat een Provinciaal Bouwmeester hierbij kan helpen.
Peter Bongaerts van de PHL waarschuwt dan weer dat de Provinciaal Bouwmeester moet starten met een persoon, maar moet overschakelen naar een netwerk van personen. Het is immers te veel werk voor één mens. Hij ziet ook kansen in de koppeling van de Provinciaal Bouwmeester aan een hogeschool (zoals de PHL). De academische kennis zou van groot belang zijn voor Limburg. Hij ziet de Provinciaal Bouwmeester als een soort onafhankelijke adjunct-Bouwmeester.
Jo Coenen, ex-Rijksbouwmeester van Nederland, geeft dan weer goede raad. “Een Bouwmeester wordt geroepen” stelt hij. “Er is een figuur nodig naast het netwerk.” Hiermee geeft Coenen, net zoals Wilfried Vandeghinste aan dat de figuur van de Provinciaal Bouwmeester belangrijk is en blijft. Een Bouwmeester opent immers deuren en is een belangrijke toetser van de kwaliteit. Coenen stelt ook dat een Bouwmeester tijd te kort heeft. Een goed team achter de Provinciaal Bouwmeester voor Limburg is dus onmisbaar.
Architectuurwijzer drukt ons op het hart dat ze de Bouwmeester als een tijdelijke noodzaak zien. Het is ook niet de bedoeling om in elke provincie een eigen Bouwmeester aan te stellen. De Provinciale Bouwmeester Limburg is een “verdwijnende bemiddelaar”, aldus Gideon Boie.