In het kader van de opening van het Circular Retrofit Lab aan de VUB in Brussel pleitte Brussels Bouwmeester Kristiaan Borret ervoor om circulair bouwen op dezelfde wijze te pushen zoals dat destijds gebeurd is met passiefbouw. “De omslag zal er pas echt komen als er ook in de courante bouwprojecten ingezet wordt op circulariteit. Om dit te bereiken is het aan de overheid om circulair bouwen zo veel mogelijk te ondersteunen en aan de hand van good practices aan te tonen waarin de meerwaarde schuilt van circulariteit in de bouw.”
Voor de uiteindelijke opening van het Retrofit Lab vond een debat plaats dat in goede banen geleid werd door Waldo Galle van VUB. Kristiaan Borret fungeerde als centraal panellid. Zoals hij twee weken geleden tijdens de inspiratiedag van de Orde van architecten de architecten opriep om wedstrijden te boycotten waarin de vergoeding voor de architecten ondermaats is, zo nam hij ook nu duidelijke standpunten in om Brussel een voortrekkersrol te laten vervullen inzake circulair bouwen.
Kristiaan Borret begon zijn betoog met twee sleutelgetallen voor Brussel: 10.000 verwijst naar het aantal nieuwe inwoners dat Brussel er elk jaar bij krijgt. Twee graden naar de opwarming van de aarde die mee het gevolg is van de bevolkingsaangroei en die in steden nog sterker tot uiting zal komen dan op het platteland. “Daarom wordt het noodzakelijk om maatregelen te nemen om die klimaatopwarming tegen te gaan en om ons als stad aan te passen aan de gevolgen van die klimaatopwarming. Meer inzetten op circulair bouwen is zonder meer een van de paden die we hierbij moeten bewandelen.”
Financiële stimulansen en pilootprojecten
En dat een stad in Brussel in staat moet zijn om die ommeslag te bewerkstelligen, wordt volgens Kristiaan Borret bewezen door de geslaagde introductie van passiefbouw in Brussel ongeveer 10 jaar geleden. “Passiefbouw was toen ook relatief nieuw en zou, zoals nu ook gevreesd wordt bij circulair bouwen, resulteren in een prijsstijging van de bouw. Maar door passiefbouw sterk te pushen, onder meer door een vernieuwend subsidiesysteem en door het tonen van good practices, werd het relatief snel gemeengoed en was de meerprijs voor passiefbouw verwaarloosbaar als je de energiewinsten in rekening neemt. In het begin waren het ook alleen maar de early adopters die ermee aan de slag gingen, maar vrij snel werd het overgenomen door een breed segment in de bouwsector en werd het nadien zelfs wettelijk verplicht om passief te bouwen. Een dergelijke tactiek moet ook mogelijk zijn met circulair bouwen.”
"Nu is het een automatisme om bij grote bouwprojecten te denken in termen van sloop als er zich nog bestaande gebouwen op de site bevinden. Dergelijke automatismen zouden er uit moeten."
Kristiaan Borret merkt op dat bij renovatieprojecten het circulaire gedachtegoed wel degelijk door heel wat opdrachtgevers in overweging genomen wordt. “Bij nieuwbouw is dat veel minder het geval en daar zou ook wat meer op moeten ingezet worden. Hoe kan je als je een nieuw gebouw neerzet anticiperen op toekomstige aanpassingen en hoe kan je ervoor zorgen dat de materialen zo ingezet worden dat ze in een later stadium makkelijk te demonteren zijn? Daar wordt nog te weinig over nagedacht.”
Om circulair bouwen te laten doorbreken, mogen we volgens Kristiaan Borret de impact van de prijs toch niet onderschatten. “Het spreekt voor zich dat circulair bouwen op het einde van de rit goedkoper is, maar dat volstaat niet om veel bouwheren ervan te overtuigen hierin te investeren. Iedereen woont liever in een flexibel, aanpasbaar huis of in een energiezuinig huis. Maar wil hij daar pakweg 10% extra voor betalen als hij daar de financiële voordelen niet onmiddellijk van ondervindt? Juist daarom is het belangrijk dat Brussel het goede voorbeeld geeft en pilootprojecten en best practices in het begin financieel ondersteunt zodat circulair bouwen ook in de algemene bouwsector kan doordringen.”
Andere manier van denken
Maar het is zeker niet alleen een kwestie van financiële stimulansen. Circulair bouwen vergt in de eerste plaats een andere manier van denken. “Nu is het een automatisme om bij grote bouwprojecten te denken in termen van sloop als er zich nog bestaande gebouwen op de site bevinden. Dergelijke automatismen zouden er uit moeten. Het zou juist een automatisme moeten worden om sloop in vraag te stellen, om te kijken wat nog bewaard en opgewaardeerd kan worden.”
Geen zaligmakend uitgangsprincipe
Hoezeer Kristiaan Borret ook gelooft in de principes van circulair bouwen, hij voegde er wel de kanttekening aan toe dat we circulariteit niet naar voren mogen schuiven als enig zaligmakend uitgangsprincipe. “Elk concreet geval moet vanuit verschillende invalshoeken bekeken worden. Wat goed is vanuit de ene invalshoek kan nadelig zijn voor een andere invalshoek. Neem bijvoorbeeld het project dat enkele gebouwen van de hoofdzetel van KBC aan het kanaal afbreekt om woningen op te richten. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is sloop daar wel aangewezen omdat zo de kans ontstaat de nieuwe bouwvolumes anders te schikken en de straat die erachter ligt door te trekken tot aan het kanaal waar een nieuw park komt. Dat komt de leefbaarheid van die wijk ten goede. Vanuit een circulair oogpunt lijkt dit misschien niet de juiste beslissing, maar vanuit stedenbouwkundig oogpunt wel. Zo moet je bij elk concreet geval de situatie vanuit verschillende invalshoeken benaderen en geen enkele benadering kan claimen om verheven te worden tot algemeen uitgangspunt.”