Kristiaan Borret: "Ik hou van de complexiteit van Brussel"

Over een dikke maand loopt het mandaat van Brussels bouwmeester Kristiaan Borret af. In een gesprek met architectura.be blikt hij terug op zijn ambtstermijn. In een eerste artikel legt hij uit waarom het bouwmeesterschap zo belangrijk is voor de hoofdstad.

Van 2006 tot 2014 was Borret bouwmeester in Antwerpen. In 2015 volgde hij Olivier Bastin op als Brussels bouwmeester. In zijn vijfjarige ambtstermijn in de hoofdstad heeft hij heeft hij in zijn kenmerkende directe en rechtlijnige stijl verschillende procedures ontwikkeld en geïmplementeerd en komaf gemaakt met verouderde gewoontes. Borret: “Als stadsbouwmeester mag je wel eens aan de boom schudden. Brussel is zich nu nog steeds aan het aanpassen aan het werken met een stadsbouwmeester, maar ik stel een mooie evolutie vast. Grote spelers kregen vroeger vrij spel maar moeten nu rekening houden met de visie van de bouwmeester. Stilaan hebben ze de reflex om hem reeds vooraf te raadplegen. Het zou daarom goed zijn dat in Wallonië ook een regionaal bouwmeesterschap in het leven wordt geroepen. Een bouwmeester wordt nog al te vaak gezien als een storende factor.”


Drie pijlers

Zijn aanpak om de architecturale en stedelijke kwaliteit van onze hoofdstad te vergroten, heeft Borret, die wordt bijgestaan door vijftien werknemers, opgebouwd rond drie pijlers: de systematische en nauwgezette organisatie van wedstrijden, het gebruik van grafische hulpmiddelen bij het analyseren van ingediende ontwerpen en de Kwaliteitskamer, een plek waar dat laatste, het debatteren over de kwaliteit van wedstrijdomschrijvingen en -ontwerpen, kan plaatsvinden. Hun gemeenschappelijke punt is dat die pijlers, waarop we in een tweede artikel op onze site dieper zullen ingaan, niet in regels werden gegoten. Borret is dan ook voorstander van een ‘zachte aanpak’. “Een bouwmeester fungeert als een informeel orgaan in een bouwwereld die bol staat van de regeltjes en vergunningen. Zo’n informele actoren zijn in mijn ogen onontbeerlijk om tot een kwalitatieve stedelijke ontwikkeling te komen.”

Goed nieuws is dat het voortbestaan het bouwmeesterschap onlangs werd verzekerd door vermelding in het Brussels Wetboek van de Ruimtelijke Ordening (BWRO). Wil men het ambt van Brussels Bouwmeester schrappen, dan zal dat voortaan via het Parlement moeten gebeuren.

De zachte aanpak en het informele karakter, wil niet zeggen dat Borret niet op tafel durft slaan. Hij staat erom bekend rechtlijnig en direct te zijn. “Ik heb de effecten daarvan echt onderschat. In een stad als Brussel zijn de te volgen procedures redelijk gecompliceerd. Als je dingen doorgedrukt wil krijgen, moet je wel direct en duidelijk zijn. En mag je een zekere koppigheid en brutaliteit aan de dag leggen. Maar altijd oprecht. In Amsterdam, waar ik ook werk, wordt mijn stijl trouwens helemaal niet gepercipieerd als direct en hard, maar als zacht en diplomatisch.”


"Onafhankelijk en van verschillende markten thuis"

“Een bouwmeester moet absoluut van verschillende markten thuis zijn, want hij komt in aanraking met verschillende domeinen. Tegelijk moet zijn onafhankelijkheid ten aanzien van het beleid, de administratie en verschillende architecten en ontwikkelaars ten allen tijde gewaarborgd blijven. Daardoor kunnen we met iedereen samenwerken.

Het gebrek aan ruimte om alle stedenbouwkundige plannen die Brussel heeft, te realiseren, ziet Borret niet als een obstakel, maar eerder als een factor die hem en zijn team dwing en nog creatiever om te springen met de gebouwde omgeving. “Door woon- en werkfuncties in hetzelfde gebouw onder te brengen, bijvoorbeeld. We hebben nu eenmaal niet genoeg ruimte om voor elk bedrijf een nieuw onderkomen te bouwen. Ik hou van die uitdaging. Ik omhels de complexiteit van Brussel.”

Volgende week maakt Borret de inhoudelijke balans op van zijn bouwmeesterschap in Brussel.

Deel dit artikel:
Onze partners