Kunnen verven het thermische comfort verbeteren?

De laatste jaren zijn er talloze nieuwe, zogezegd lichtweerkaatsende, isolerende, condensatiewerende of lage-emissiviteitsverven op de markt verschenen. Teneinde de werkelijke prestaties van deze nieuwe verven na te gaan, werden er verschillende numerieke simulaties uitgevoerd op reproducties van bestaande constructies of gebouwen. Het WTCB bespreekt de belangrijkste resultaten van dit onderzoek.

De toepassing van een verf kan de thermische oppervlakte-eigenschappen van een materiaal wijzigen. Uitgaande van dit principe werden er nieuwe verven ontwikkeld met het oog op de vermindering van het energieverbruik van gebouwen, de verbetering van het thermische comfort of het vermijden van condensatieverschijnselen. We onderscheiden twee verfsoorten:

  • buitenverven, vaak lichtweerkaatsende verven genoemd
  • binnenverven, waaronder de thermisch isolerende afwerkingen en de lage-emissiviteitsverven.

 

Lichtweerkaatsende verven

Deze doorgaans witte verven worden gebruikt in buitentoepassingen (meestal op daken) en weerkaatsen een aanzienlijk deel van de zonnestraling. Door de opgenomen hoeveelheid stralingsenergie te verminderen, warmt de gebouwwand minder op en wordt er een kleinere warmtehoeveelheid naar de binnenomgeving van het gebouw overgedragen. Dit laat enerzijds toe om de koelbehoeften te verminderen en anderzijds om het thermische comfort van de bewoners in de zomer te verbeteren (¹).

Hoewel de toepassing van deze verven in heel zonnige gebieden gewoonlijk uitstekende resultaten oplevert, is dit niet altijd even vanzelfsprekend in landen zoals België. Uit numerieke simulaties van verschillende dak- (betonnen, houten en metalen daken) en isolatieconfiguraties (geen isolatie, 6 cm en 18 cm isolatie) is immers gebleken dat deze verven de zonnewinsten in onze contreien tijdens de winterperiode doen dalen, wat gepaard gaat met een stijging van het energieverbruik. Uit de berekeningen blijkt dat de stijging van de verliezen doorheen de behandelde wand – in vergelijking met een niet-behandelde wand met eenzelfde thermische-isolatieniveau – steeds in de buurt van 14 % ligt (zie de lange versie van dit artikel voor de hypothesen en de volledige resultaten).

In de zomer zorgen de lichtweerkaatsende verven volgens de numerieke simulaties wel degelijk voor een vermindering van het energieverbruik, voor zover er tevens een actieve koeling aanwezig is. Indien er geen enkele klimaatregeling geïnstalleerd is, zorgen ze voor een zekere verbetering van het thermische comfort. Dit effect neemt echter af naarmate het isolatieniveau van het gebouw toeneemt.

Voor het in ons onderzoek bestudeerde kantoorgebouw gold dat de vermindering van de koelbehoeften in de zomerperiode gecompenseerd werd door de stijging van de verwarmingsbehoeften in de winterperiode. Gelet op de jaarlijkse balans had het dus weinig zin om een lichtweerkaatsende verf aan te wenden. De verbetering van de thermische isolatie zorgde daarentegen zowel voor een vermindering van het energieverbruik in de winter als voor een verbetering van het thermische comfort in de zomer. Deze oplossing genoot dus de voorkeur.

Voor bestaande gebouwen is de gebruiksbalans van deze verven afhankelijk van tal van parameters, zoals de gebouwbestemming (kantoren, winkels, bedrijven ...), het isolatieniveau of de verwarmingsbehoeften. Zo kan de stijging van de warmteverliezen bijvoorbeeld te verwaarlozen zijn ten opzichte van het volledige verbruik van het gebouw. Deze balans moet dus geval per geval beoordeeld worden om het nut van de toepassing van deze verven na te gaan. Er moet eveneens een vergelijking gemaakt worden met andere oplossingen, zoals het verbeteren van de isolatie, wat in België naar onze mening nog steeds de voorkeur geniet.

 

Lees dit artikel verder op de website van het WTCB. 

Bron: WTCB
Deel dit artikel:
Onze partners