Een oude Waalse mijn met eigen huizen, tennisvelden en voetbalploeg. Een dierentuin met meer dan 3000 dieren, een imposante directeursvilla en een park vol met kunst. Dit allemaal op dezelfde plaats in Genk. Het park van LABIOMISTA heeft een boeiend verleden dat teruggaat tot het jaar 1910 en nu bestaat uit kunst en andere imposante gebouwen.
De meeste gebouwen zijn ontworpen door Koen Vanmechelen, de Zwitserse architect Mario Botta en Rob Gijsenberg van architectenbureau Buro B. De naam ‘LABIOMISTA’ verwijst naar de mix van het leven en staat ook voor biodiversiteit. Wat belangrijk is voor Koen Vanmechelen. Het is een samenwerking tussen Stad Genk en Koen Vanmechelen, en zij deelden eenzelfde visie over het potentieel van identiteit en het belang van diversiteit. De kunstenaar beschrijft de site als een ‘levend kunstwerk’ dat een plaats is voor alle soorten dieren op de wereld. De kip staat centraal en neemt ook een belangrijke plaats in het park in. Dit omdat Koen Vanmechelen altijd al geïnteresseerd was in biologie en het kruisen van kippen. Kruisen is voor hem een niet te stoppen beweging en die visie wilt hij ook in het park weergeven met verschillende dieren.
Ondanks de aanwezigheid van kippen, lama’s, emoes, dromedarissen, struisvogels, alpaca’s en nandoes wordt het door Rob Gijsenberg niet gezien als dierentuin. Rob Gijsenberg werkt bij architectenbureau Buro B. ‘Ik zie het eerder als een belevingspark. Er lopen inderdaad dieren rond, maar er is ook kunst te zien. Als een gezin binnenkomt kijken de kinderen naar de dieren, de ouders naar de kunst en de opa komt voor de natuur. Het moest een volledige gezinsbeleving zijn’, vertelt Rob Gijsenberg. Hij werkte mee aan de plannen voor ‘The Ark’, stallen voor de dieren en het atelier van Koen Vanmechelen.
Bij het kunstpark staat het thema ‘vrijheid’ momenteel centraal. Enkele vragen, die Koen Vanmechelen zich stelde omtrent het onderwerp, kwamen er met het einde van de pandemie in het achterhoofd. LABIOMISTA nodigt ons uit voor een dialoog waar het ons aan het denken zet over wat vrijheid vandaag juist is. Een vraag zoals ‘wat is vrijheid’ kon ook tot op heden niet actueler zijn, zeker met de oorlogssituatie in Oekraïne.
Er staan ook nog wat plannen voor de toekomst klaar. ‘We hebben ondertussen ook een bouwvergunning gekregen om nog een tapir verblijf te maken. Koen zegt ook altijd dat kunst evolueert. Ik denk niet dat dat in de vorm van nieuwe gebouwen gaat zijn, maar in het algemeen’, vertelt Rob Gijsenberg.
Gebouwen op de site
‘The Ark’ is het onthaalgebouw en dat was de vroegere ingangspoort van de directeursvilla van de mijn. Het gebouw gemaakt uit zwarte bakstenen is het eerste werk van architectenbureau Buro B en de Zwitserse architect Mario Botta dat je te zien krijgt. Het is een verwijzing naar het mijnverleden van de site. Het onthaalgebouw bestaat uit zwarte bakstenen en gepolierd beton. De zwarte bakstenen verwijzen naar het mijnverleden van de site. The Ark verwijst dan op zijn beurt naar een schip dat de rest van de site in beweging brengt.
In het gebouw werken voornamelijk vrijwilligers. ‘We zijn vaak verwonderd van positieve reacties die we van de bezoekers krijgen. Het is een unieke ervaring met een goede samenhang van elementen’, vertelt vrijwilliger Erik Vreven, ‘Ik werk voornamelijk aan de balie, The Ark, waar ik mensen welkom heet in het park en praktische informatie geef.’
Midden in het park heb je ‘Villa OpUnDi’, de voormalige directeurswoning van de mijn en de dierentuin van Zwartberg. Deze is volledig gerestaureerd. Bij de renovatie begon men eerst aan het exterieur. Dit werd gedaan door Team van Meer architecten & co. De wijzigingen aan het gebouw zijn tot een minimum behouden. Zo zijn de marmeren vloeren, het parket in de salons, de smeedijzeren trapleuning en de stucwerkplafonds bewaard gebleven.
Daarnaast wordt er ook kunst tentoongesteld. De naam ‘OpUnDi’ staat voor Open University of Diversity, wat door Koen Vanmechelen gezien wordt als muterend en migrerend ideeënnest. Wat speciaal is aan de gevel van de villa zijn de verhalen die er op verteld worden. Zo is de hele gevel bedekt met afbeeldingen van dieren die verwijzen naar verschillende sprookjes.
De studio van Koen Vanmechelen vinden we terug in het park. De nieuwbouw, ontworpen door Mario Botta, bestaat grotendeels uit beton en is bekleed met zwarte gevelsteen. Het eerste deel ervan is gebouwd op pijlers waar bezoekers door kunnen wandelen. Vooraan het gebouw zijn er twee grote kooien gebouwd, namelijk The Looking Glass en De Arendskooi. In ‘The Looking Glas’ leven verschillende vogels die deel uitmaken van een kweek- en plaatsingsprogramma. De beide kooien staan voor ‘prooi en roofdier’ en de zoektocht naar balans tussen kracht en macht. Het verwijst naar schoonheid en wreedheid, sereniteit en conflict.
De rest van het landschap is bestaat uit het Cosmopolitan Culture Park. Na de sluiting van de dierentuin zijn de hekken van de kooien verwijdert waardoor de natuur de kans heeft gekregen om zich te herstellen. Er zijn verschillende wandelpaden waar je kennismaakt met de dieren van het park. Daarnaast staan er in het park tientallen sculpturen en installaties die volgens Vanmechelen verwijzen naar de levende kunstwerken op de site.
Mijn van Zwartberg
In 1910 werden de eerste mijngebouwen in Zwartberg geopend op de site die nu LABIOMISTA heet. Pas in 1925 werd de eerste steenkool naar boven gehaald en werd de bouw van de directeursvilla voltooid. Na de Eerste en Tweede Wereldoorlog was er een tekort aan mankrachten en sluit België een bilateraal akkoord met Italië dat zorgt voor een eerste golf van gastarbeiders. Tot in 1966 werd in Genk steenkool uit de grond gehaald.
Willy Ballewijns, vrijwilliger bij de heemkundige kring Heidebloemke van Genk, heeft zo ook nog enkele verhalen over de mijn. Beluister hier het audiofragment.
Limburgse zoo
Een jaar na de sluiting van de mijn kocht de familie Wauters de oude directeurswoning en richtte ze een eigen zoo op. In 1970 werd de ‘Limburgse Zoo’ geopend voor het publiek. In 1997 sloot het park definitief door financiële problemen. Het verhaal over de zoo staat centraal in het boek van Jef Habex. Hij is voorzitter van de heemkundige kring van Genk waar hij zich bezighoudt met de geschiedenis van de dierentuin. Hij publiceert in de zomer zelfs een boek van de Limburgse Zoo. Hier vertelt hij over het ontstaan van de dierentuin en de familie Wauters zelf.
Beluister hier het audiofragment.