Een zeventigtal architecten, ingenieurs, energieverantwoordelijken van gemeentelijke besturen en andere betrokken personen tekenden op vrijdag 27 mei present in Tour & Taxis om te vernemen wat anderhalf jaar EPB 2015-regelgeving tot nog toe heeft betekend voor Brussel. De boodschap die in de verschillende uiteenzettingen naar voor kwam, is dat het resultaat voorlopig zeker niet slecht is en dat het in de toekomst zeker nog zal verbeteren, meer bepaald dankzij de nieuwe versie van de rekenmethode die in 2017 zal worden geïntroduceerd.
Terugblik op projecten die van start gingen in 2015
David Deweer van het EPB-departement van Leefmilieu Brussel, de eerste spreker die aan het woord kwam, bracht allereerst het reglementair kader in herinnering dat sinds januari 2015 van kracht is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, om vervolgens te constateren dat het naleven van de normen inzake de netto-energiebehoefte voor verwarming (NEB < 15 kWh/m2 per jaar) in het merendeel van de gevallen geen al te groot probleem vormt. De mantel van het gebouw hebben de ontwerpers zichtbaar onder de knie. Dit geldt echter niet voor de eis inzake het totale primaire energieverbruik (PEV), die de nodige moeilijkheden met zich meebracht bij kleine en/of weinig compacte eenheden. Aangezien de minister zich bij het evalueren van deze situatie bewust was van de vele tijd die een herziening van de rekenmethode vergt, voorzag ze een tijdelijk oplossing die ‘de kleine EPB-hervorming’ genoemd werd, retroactief goedgekeurd op 19/06/2015 (naar 1 januari 2015). Deze omvat twee correctiefactoren die het mogelijk maken om de PEV-eis te versoepelen. Bij het onderzoeken van de (zeldzame) afwijkingsverzoeken concludeerde David Deweer dat de eisen mits enkele aanpassingen in quasi alle gevallen konden worden nageleefd. Volgens hem werpt ‘de kleine EPB-hervorming’ zijn vruchten af, maar is de rekenmethode nog voor verbetering vatbaar. Belangrijk om weten is dat er in de nasleep hiervan een infofiche met de titel ‘Optimalisering van het PEV’ is gepubliceerd. Deze bundelt de aspecten die het mogelijk maken om het primaire energieverbruik van een project significant te verbeteren. Ze is te downloaden op deze pagina. De PDF-versie van de presentatie van David Deweer is terug te vinden op dit adres.
Rekenmethode doorgronden om te voldoen aan EPB 2015-eisen
De tweede spreker, David Daems, kwam op de proppen met een erg technische presentatie, waarmee hij wilde aantonen dat optimalisaties op het vlak van de encodering je dikwijls toelaten om de geïnstalleerde zaken te valoriseren en dus makkelijker te voldoen aan de normen als men zich tevreden stelt met de waardes die standaard voorgesteld worden door de software. Men zal bijgevolg kunnen vaststellen dat het behoorlijk makkelijk is om de EPB-eisen te halen, op voorwaarde dat men samenwerkt met personen die de rekenmethode beheersen. De presentatie van David Daems is beschikbaar in PDF-vorm op dit adres.
Economische evaluatie van EPB 2015
Leefmilieu Brussel presenteerde vervolgens de resultaten van het geleverde werk in functie van de economische en sociale evaluatie van de EPB-maatregelen: een voorafgaand onderzoek, bilaterale ontmoetingen met de actoren en rondetafelgesprekken leidden zes maanden na de introductie van tot een eerste ‘ontmijning’ van de EPB-regelgeving. Zo bleek onder meer dat de EPB-reglementering niet meer is dan een van de vele lagen in de ‘prijslasagne’ van nieuwe woningen in Brussel en dat niet-optimale ontwerpen de prijzen doen toenemen (gebrekkige kennis van de rekenmethode, goed beheer op het vlak van NEB maar niet op het vlak van PEV, zoals hierboven vermeld). Tussen de geformuleerde oplossingen figureren onder andere een betere communicatie en het volgen van een opleiding, waaronder mogelijke ‘EPB-masterclasses’ die geoptimaliseerde casestudies ontleden. Op het niveau van de EPB-richtlijnen vormt de vraag tot verduidelijking van bepaalde concepten (bijvoorbeeld: nieuw gelijkgestelde eenheden) en versoepeling van de eisen momenteel het onderwerp van een ontwerpdecreet dat hier een antwoord op wil bieden. De opmerkingen met betrekking tot de software gaan onder meer over de ergonomie en het gebruiksgemak. Er zijn in dit opzicht diverse verbeteringen voorzien, maar hun toepasbaarheid en hun technische of juridische haalbaarheid moeten nog bestudeerd worden. Tot slot is er een verzoek om de bestaande begeleiding verder te zetten, gericht op bepaalde kanalen (meer bepaald hulp van de software).
De PDF-versie van de presentatie vindt u hier.
Evolutie naar de 2017-rekenmethode
Na de pauze kwam Jean-Henri Rouard de aanpassingen toelichten die gepaard gaan met de introductie van de 2017-rekenmethode, evenals hun mogelijke impact. Kwamen onder meer aan bod: de maatregelen met betrekking tot vraaggestuurde warmterecuperatiesystemen, het elektrisch verbruik van ventilatoren, de aanpassing van de rendementen van de productie van sanitair warm water, wateraftappunten buiten het beschermde volume, de herziening van verdeling van het verbruik tussen preferentiële en niet-preferentiële generatoren, het verbruik van hulpuitrustingen, de koelbehoefte in niet-residentiële gebouwen … Gelet op de twee afzonderlijke rekenmethodes voor residentiële en niet-residentiële realisaties, maken de herziening van de PER-methode (januari 2017) en de uitbreiding van PEN-methode (juli 2017) allebei deel uit van een decreet dat ter goedkeuring is voorgelegd aan de regering.
De evaluatie van deze aanpassingen, uitgevoerd met behulp van het programma IMPACT (gelimiteerd tot PER), maakt dat we kunnen concluderen dat het in het merendeel van de gevallen gemakkelijker zal zijn om aan de eisen te voldoen met de 2017-rekenmethode dan met de 2015-versie. De aanpassingen aan de rekenmethode geven ontwerpers de middelen om het verbruik van belangrijke posten waarop ze voorheen weinig vat hadden te verminderen. En dus is het, ten gevolge van de evolutie van de rekenmethode, niet nodig om de huidige eisenniveaus met betrekking tot residentiële realisaties te herzien.
De slides van de presentaties kan u hier raadplegen.
Casestudie: toepassing van EPB-criteria op appartementsgebouw
Ter besluit van het seminarie ging Maxime Bargibant (EPB-consultant bij BBT Energy) dieper in op de verschillende strategieën die hij toepast om een appartementsgebouw de best mogelijke energetische performantie te verlenen, wetende dat elk appartement een uniek geval is. Deze uiteenzetting legde de link tussen de elementen van de software en de elementen op het eigenlijke terrein en toonde aan dat het niet nuttig is om de appartementen die vanaf het begin aan de norm beantwoorden extra te isoleren (met name dankzij hun oriëntatie). Zijn advies: de EPB-consultant zo vroeg mogelijk bij het project betrekken om zo invloed te kunnen uitoefenen op de architecturale keuzes. De presentatie van Maxime Bargibant kan u hier downloaden.
In functie van de beschikbare tijd kregen de deelnemers aan het seminarie de gelegenheid om de sprekers vragen te stellen. Sommige vragen bleven helaas onbeantwoord aangezien ze betrekking hadden op een politieke beslissing die nog moet worden genomen. Zoals bijvoorbeeld: moet ik tot januari 2017 wachten om mijn vergunningsaanvraag in te dienen? Of kan men ter compensatie nu eindelijk fotovoltaïsche panelen in rekening brengen die buiten het kadastrale perceel geplaatst zijn?