In 2010 lanceerde de gemeente Molenbeek een architectuurwedstrijd om een industriële opslagloods langs de Joseph Scholsstraat om te vormen in een ‘lage-energie’ competentiecentrum voor het OCMW. Naar het bekroonde ontwerp van architectenbureau Cipolat architecture werd het bestaande pand omgevormd in een gebouw voor leslokalen en ateliers. Tevens werd een uitbreiding - bestemd voor de administratie van het centrum - gerealiseerd. De gevels werden bekleed met Eternit-vezelcementleien in grijstinten.
Het project omhelst de rehabilitatie van een oude industriële opslagloods, die op 7,5 meter afstand van de Joseph Scholsstraat verwijderd ligt. Het pand, dat bestaat uit een skeletbouw, betonkolommen en geribbelde breedvloerplaten, telt 4 bouwlagen, en is goed voor een totale oppervlakte van 760 m². Historisch onderzoek leert dat de vroegere woningen die er gebouwd waren, later gesloopt werden om plaats te maken voor laadkaaien.
Multifunctioneel
“Ons voorstel bestond er in om het bestaande pand om te vormen in een gebouw met leslokalen en ateliers, en tevens een uitbreiding, bestemd voor de administratie van het centrum, te realiseren. Bij de rehabilitatie van de industriële platformen werd bovendien in de bouw van een bijkomende technische verdieping voorzien”, aldus Francesco Cipolat, architect-zaakvoerder van het architectenbureau Cipolat architecture uit Vorst.
Vandaag heeft het gebouw dus een nieuwe bestemming. Het OCMW van Molenbeek gebruikt het in verschillende functies: kantoren, ateliers en ontvangstfaciliteiten voor de inwoners. “Het project integreert zich in een nieuw samengesteld sociaal weefsel, zijnde een geheel van woongelegenheden aan de rechterkant van het pand, op een architecturaal weinig waardevolle manier, aangebouwd.
Bij het ontwerp van het project diende hiermee geen rekening te worden gehouden”, aldus de architect. Het initiële concept van de vooropgestelde volumetrie voorzag in drie doelstellingen: de continuïteit van het woongebouw ter linkerzijde waarborgen, de continuïteit van het voorgebouw verzekeren, en tegelijkertijd het industriële pand, gelegen aan de achterzijde van het perceel, valoriseren.
Lage-energiegebouw
Voor het gemeentebestuur diende het project aan de criteria voor een lage-energiegebouw te voldoen. “Om hieraan tegemoet te komen stelden we, wat isolatie betreft, twee oplossingen voor. Het bestaande volume aan de buitenzijde isoleren en bekleden met crepi, enerzijds, en de uitbreiding, een houtskeletbouw, isoleren met rotswol en bekleden met vezelcementleien, anderzijds”, aldus Francesco Cipolat.
“Met aluminium, baksteen en vezelcementleien werd gekozen voor materialen waarvan de resistentie en de duurzaamheid bewezen zijn. Ons ontwerp diende tevens te beantwoorden aan de hedendaagse voorwaarden voor publieke gebouwen wat toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit betreft.”
Indeling in functie van benodigde ruimte
Het project van het Molenbeekse OCMW bestaat uit twee afzonderlijke luiken: het gerenoveerde, industriële pand, enerzijds, en de uitbreiding bestemd voor kantoorfunctie, anderzijds.
De ruimtes van het gerenoveerde, industriële pand werden voorbehouden voor functies met nood aan uitgestrekte oppervlaktes: denk aan ateliers, leslokalen en landschapskantoren. Deze werden optimaal ingepland zodat de publiek toegankelijke functies zich op de lager gelegen verdiepingen bevinden. De gelijkvloerse verdieping omvat een ‘blijvende’ buitenruimte die toelaat de openbare functie van het gebouw te lezen. Deze buitenruimte trekt als het ware het voetpad binnen in het perceel, en zet zich verder in de vorm van een patio die voor invallend daglicht in het hart van het architecturale geheel zorgt.
De uitbreiding van haar kant is smaller en voorziet in kantoorfunctie. Een stenen sokkel ondersteunt vier bouwlagen; op het centrale gedeelte boven het gebouw is er een panoramisch terras.
Ritmiek verticaal raster
De voorgevel is geconcipieerd volgens een verticaal raster dat het slanke karakter van het gebouw beklemtoont. De houten zonwering in Rode Noorse Den volgt niet enkel de ritmiek van het gevelraster maar heeft ook dezelfde dikte. Om deze verticaliteit te accentueren opteerden de architecten voor gevelinsnijdingen, die zorgen voor een open gevoel van de vloer tot aan het plafond.
Wat de gevelbekleding betreft ging de voorkeur van bouwheer en architect uit naar vezelcementleien in een eenvoudig, vlak en rechthoekig formaat. “Het verticale raster van de voorgevel werd gekalibreerd in functie van de afmetingen van de Alterna vezelcementleien (60 x 32) van Eternit. Deze leien werden geplaatst in cassette systeem. De voorkeur ging uit naar Alterna vezelcementleien in grijstinten: betongrijs, grijsbruin en parelgrijs”, aldus de architect. Deze werden door de firma Bergeret Patrick uit Montigny-le-Tilleul vakkundig geplaatst.
Essentie architectuur intact
Ook bij de realisatie van dit project was het moeilijke punt een aantal wijzigingen in het ontwerp, op vraag van de bouwheer, in de loop van de uitvoeringsfase. “Maar we halen onze tevredenheid uit het feit dat de essentie van het architecturale werk intact bleef, net als de beoogde programmatorische optimalisatie”, aldus de architect.
Het OCMW-project is niet het eerste project van architectenbureau Cipolat architecture op het grondgebied van de gemeente Molenbeek. Ook de uitbreiding van het lokale cultuurhuis, en de bouw van een complex voor sociale huisvesting op de hoek van de Toekomststraat en de Parelstraat, staan op het palmares van het architectenbureau uit Vorst.