Een kwarteeuw geleden legde Marcel Smets de kiem voor de nieuwe Leuvense stationsomgeving. Een mijlpaal die de stad niet ongemerkt wilde laten passeren, en dus gaf ze een boek uit (Leuven Vice Versa) en organiseerde ze een gespreksavond rond stadsvernieuwing in concertzaal Het Depot. Leuvens burgemeester Mohamed Ridouani, Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck, Katrien Rycken (Leuven 2030) en Johan Van Reeth (BUUR) namen voor de gelegenheid enkele spraakmakende stedenbouwkundige projecten onder de loep die het Leuven van de toekomst mee vorm zullen geven.
Leuven is de voorbije 25 jaar spectaculair veranderd. Veredelde parkeerpleinen werden omgetoverd tot kwalitatieve publieke ruimtes, groezelige stadskankers maakten plaats voor ambitieuze ontwikkelingen en de Dijle verscheen opnieuw aan de oppervlakte. Het rijkelijk geïllustreerde boek Leuven Vice Versa – het resultaat van een vruchtbare samenwerking tussen auteur Joeri De Bruyn en fotograaf Stijn Bollaert – zet de transformatie van een aantal wijken extra in de verf. Wat destijds begon bij de metamorfose van het Martelarenplein aan het station mondde uit in een golf van stadsvernieuwing. “De herinrichting van de stationsomgeving was iets unieks”, aldus oud-burgemeester Louis Tobback, een van de bezielers van het project. “Het was allicht de eerste keer dat zo’n groot stedenbouwkundig plan in Vlaanderen uitgevoerd werd zoals het voorzien was. Vandaag zou het niet meer lukken, zelfs niet op plekken waar men het echt wil. De versplintering van de Vlaamse administratie en de bevoegdheden is te ver geëvolueerd. Vandaag is er altijd wel een of andere ‘stakeholder’ die blijft dwarsliggen en desnoods naar de Raad van State trekt.”
Desondanks is Leuven 25 jaar na datum nog steeds een stad in volle evolutie. De aanblik van de provinciehoofdplaats van Vlaams-Brabant blijft voortdurend veranderen, met dank aan welgemikte stedenbouwkundige en architecturale ingrepen. Ook voor de nabije toekomst zitten er enkele mooie realisaties in de pijplijn. Het stadsbestuur bracht experts ter zake Mohamed Ridouani, Leo Van Broeck, Katrien Rycken en Johan Van Reeth samen op het podium van Het Depot om enkele beloftevolle blikvangers te belichten. Wij pikken er twee uit: ’t Wisselspoor en de Hertogensite.
“De herinrichting van de stationsomgeving was iets unieks. Het was allicht de eerste keer dat zo’n groot stedenbouwkundig plan in Vlaanderen uitgevoerd werd zoals het voorzien was" - Louis Tobback
’t Wisselspoor
Gezinsvriendelijk wonen koppelen aan slim ruimtegebruik: dat is de achterliggende filosofie van ’t Wisselspoor (URA Yves Malysse Kiki Verbeeck). Het 50 meter hoge appartementencomplex zal uitgroeien tot de nieuwe eyecatcher van de stationsbuurt van Kessel-Lo (ook wel de Centrale Werkplaatsen genoemd) en zal plaats bieden aan vijftig wooneenheden met diverse typologieën (bungalows, rijwoningen, panoramische flats …). Deze units rusten op een publieke plint met een kinderdagverblijf en een muziekconservatorium en zijn doordacht gegroepeerd rond een driedimensionaal wandelpad. Voorts huisvest het rijzige gebouw ook nog twee buurthuizen, een fietsatelier, een coworkingkantoor en een logeerkamer. Dit alles wordt op een ingenieuze manier gekoppeld aan kwalitatieve publieke ruimte en verschillende groene zones.
“Een voorbeeldproject, want ondanks de hoge dichtheid biedt ‘t Wisselspoor een antwoord op de droom van klassieke verkavelingsbewoners”, vindt Leo Van Broeck. “Realiseer je dat programma in de vorm van laagbouw, dan heb je maar liefst acht voetbalvelden nodig. Het is een gestapeld dorp!” Johan Van Reeth treedt de Vlaams Bouwmeester bij: “Hoogbouw mag niet zomaar een doel op zich of een fetisj zijn. Het moet kaderen in de densere ontwikkeling van een stad, met maatschappelijke winsten die zeer duidelijk moeten zijn. Van die nieuwe toren zullen niet alleen de bewoners profiteren, maar heel de omgeving!”
“We hebben de lat bewust erg hoog gelegd”, vertelt burgemeester Mohamed Ridouani. “We vonden dat ’t Wisselspoor best grensverleggend mocht zijn: kindvriendelijk, gefocust op menselijk contact, efficiënt ruimtegebruik ... Ik geloof sterk in het concept en hoop dat we hiermee een nieuwe standaard zetten. In een stad met een groeiende bevolking en sterk toenemende tewerkstelling moet je de stijging van de populatie kunnen opvangen, en dat kan niet langer door ongebreideld ruimte te verspillen, maar enkel en alleen door slim en doordacht te ontwikkelen. Dat er veel vraag is naar dergelijke innovatieve woon- en leefconcepten, bewijst dat we niet in het ijle bezig zijn, maar dat we wel degelijk tegemoetkomen aan bestaande noden, behoeften en verwachtingen.
"Ik waak erover dat we het stadscentrum niet als Bokrijk gaan beschouwen, maar dat het een organisch, levendig geheel blijft. We moeten functies met elkaar verweven in plaats van de stad op te delen in hokjes" - Mohamed Ridouani
Hertogensite
De Leuvense binnenstad zal binnenkort alweer een stadskanker armer zijn. ‘De gele olifant’, oftewel het verloederde Sint-Pietersziekenhuis, zal plaatsmaken voor een hedendaagse woonwijk met veel groen, een nieuw stukje Dijle en een polyvalente podiumkunstensite (Sergison Bates architects). Het stedenbouwkundige concept bouwt voort op de Leuvense stijl met pleintjes, parkjes en doorsteekjes. Het doel: een culturele pleisterplek annex stedelijke ontmoetingsplaats creëren die meteen ook als hoeksteen voor de verdere ontwikkeling van de zogeheten ‘benedenstad’ kan fungeren.
“Ik heb veel affiniteit met dit project, vermits ik ben opgegroeid in de schaduw van het karakteristieke ziekenhuisgebouw. De reconversie van de Hertogensite is een unieke opportuniteit omdat er in dergelijke projecten heel veel factoren samenkomen (architecturaal, stedenbouwkundig, ecologisch, sociaal …). De verharding en het bijhorende hitte-eilandeffect terugdringen is een van de voornaamste pijlers in ons streven naar klimaatneutraliteit”, zegt Katrien Rycken. “Onze steden lijden aan klinkerkoorts, waardoor het er op warme zomeravonden liefst 6 graden warmer is dan in buitengebied. Elke stoepdal die je niet nodig hebt, moet dan ook vervangen worden door groen. Het is dringend tijd dat er opnieuw stadsnatuur ontstaat”, pikt Leo Van Broeck in.
“Surgison Bates had een zeer sterke visie”, legt burgemeester Ridouani uit. “Via de naadloze integratie van een cultuurcomplex met een moderne uitstraling wil het van de site een modern forum maken, waar ook allerlei meetings en events kunnen plaatsvinden. Ik waak erover dat we het stadscentrum niet als Bokrijk gaan beschouwen, maar dat het een organisch, levendig geheel blijft. We moeten functies met elkaar verweven in plaats van de stad op te delen in hokjes. Dat voelt stukken natuurlijker aan en werkt veel ‘verbindender’, zoals ook de Vaartkom en de recente opening van het Sluispark bewijzen. Als ambitieuze en assertieve Leuvenaars mogen we onszelf regionaal, nationaal en internationaal nog meer op de kaart te zetten, maar moeten we ook een lokale focus behouden – lees: sterker inzetten op plekken die het humane aspect naar boven brengen. In een gepolariseerde wereld als de onze moet een stad met 171 verschillende nationaliteiten vooral een baken van sociale cohesie zijn.”