Na Gent heeft ook Antwerpen een hot item rond architectuur. Het Steen in Antwerpen is een opeenvolging van verschillende bouwfasen door de eeuwen heen, zelfs met een bedenkelijke uitbreiding na 1945 die binnen het huidig project werd weggesneden en vervangen. Het project is gekend sinds 2016 en verscheen in de media. Niemand kan ontkennen dat het toerisme voor Europa, dus ook voor Vlaanderen, een belangrijke economische factor is. Toeristen, zelfs Vlamingen, mogen goed worden ontvangen in een gebouw waar op een didactische wijze de geschiedenis van de stad en de Schelde wordt gepresenteerd aan een ruim publiek. Nu wordt in de media de nieuwbouw voorgesteld als uitsluitend een cruiseterminal, wat onjuist is. In het gebouw komt er ook een stadswinkel en een rustruimte met zicht op de Schelde. Toeristen vinden er een belevingsparcours met de geschiedenis en de highlights van de stad. noAarchitecten koos voor een eigentijdse burcht als toeristisch onthaalcentrum.
In De Standaard van 25 november 2016 wordt het project gepresenteerd: “Het Steen laat zich opnieuw van alle kanten zien”. Ook op de website van de Vlaamse Bouwmeester kan men reeds jaren het project uitvoerig consulteren, evenals de andere inzendingen van de Open Oproep. Dit project is niet achter de rug van de burger gebeurd, laat ons duidelijk zijn. Een actiegroep die pas na vijf jaar in beweging komt terwijl het project reeds jaren is goedgekeurd kan men betichten van schuldig verzuim. Actiegroepen zijn nodig maar moeten ook alert zijn. Nu plotseling in actie komen, zelfs met de vraag tot afbraak, heeft meer weg van een venijnig tackelen om het Antwerps stadsbestuur te treffen.
Wij komen van ver in Vlaanderen, waar ooit architectuurprojecten werden uitgedeeld aan politieke vrienden en zonder wedstrijden. Het succes in het verleden in Antwerpen van een bureau als Posson & Donck is enkel te verklaren door politiek dienstbetoon, vraagt het maar aan ex-burgemeester Bob Cools. Wat deze architecten produceerden, daarover kan men niet trots zijn. Met de huidige formule van de Open Oproep van de Vlaamse Bouwmeester worden bouwprojecten, opgetrokken met publieke middelen, gedepolitiseerd en krijgt ook jong talent een kans. Wat een vooruitgang!
Het bureau noAarchitecten heeft een stevige reputatie opgebouwd met wel overwogen ingrepen in een historische context. In Hasselt werd een oude gevangenis geïntegreerd in een universitair complex. In het West-Vlaamse Lo werd op een zeer tactiele wijze het gemeentehuis uitgebreid. Vergeten wij niet de renovatie van het stadhuis in Menen en de transformatie van het stadhuis in Kortrijk. Het Gruuthusemuseum in Brugge kreeg een hedendaags inkompaviljoen en in Aarschot zijn de Hertogenmolens een internationaal gewaardeerd voorbeeld van het samengaan van een historisch bouwvolume met een nieuwbouw. Zelfs in Antwerpen toonde noAarchitecten hun inlevingsvermogen om oud en nieuw naast elkaar te plaatsen. De verbouwing van het Museum Plantin-Moretus is voorbeeldig, een attitude om niet te bruuskeren en een toevoeging een eigen autonomie te geven zonder te overweldigen.
Verwacht van hen geen spectaculaire architectuur zoals het exhibitionistisch vertoon van Zaha Hadid met haar Antwerps Havenhuis. Er zijn argumenten om dit Hadid-project op deze locatie te waarderen zeker wanneer men dit gaat vergelijken met de andere inzendingen van de wedstrijd. Een Hadid architectuur naast ’t Steen van Antwerpen zou getuigen van een miskenning van de complexe gelaagdheid van deze historische site. Veel mensen hadden misschien voor het Steen een dergelijke glazen toevoeging verwacht.
Het gaat niet om mooi of lelijk. Men heeft de mond vol over smaak! Op TV zei een toevallige voorbijganger dat het noA-project saai is en te weinig kleur biedt. Maar de Antwerpse kaai met ‘t Steen is niet Plopsaland waar geen enkele historische referentie aanwezig is. Auteur en filosofisch onderzoeker Tom Hannes omschrijft dit project als “een bolwerk van de macht” (DS 3 mei 2021). Dit is voor mij een erg bedenkelijke filosofische kronkel. Nog straffer is zijn uitspraak “Dit nieuwe monument laat zien wat in de praktijk bedoeld wordt met de Vlaamse canon”. De reacties van de Antwerpse rector Herman Van Goethem en de Antwerpse bouwmeester Christian Rapp waren veel intelligenter en kunnen dit project juist plaatsen in een historisch kader.
Wanneer dan een bekende BV meedraait in deze opwinding is het voldoende opdat de andere media dit exponentieel gaan uitvergroten. De gewaardeerde en goede schrijver Jeroen Olyslaegers kan niet eens wachten tot het project is opgeleverd. Misschien moeten schrijvers halfweg hun nieuw boek hun manuscript op internet plaatsen zodat anderen reeds een mening kunnen ventileren. Olyslaegers moet toch weten wat geduld is, hij werkte een paar jaar aan zijn laatste roman “Wildevrouw”.
Deze vorm van ongeduld is een ziekte van onze tijd. Wij slagen erin om een vaccin te ontwikkelen in één jaar tijd, een topprestatie en dan nog klagen de mensen dat het te traag gaat. Bouwen is iets anders dan het produceren van auto’s. Wie een ruwbouw ziet denkt vaak dat het niet goed komt. Toen in Brugge het Concertgebouw in aanbouw was werd moord en brand geroepen, terwijl na al die jaren dit bouwwerk een grote waardering krijgt. Ook voor de Gentse Stadhalle werd gefulmineerd tegen politici en architecten, het kreeg de naam van een “schaapsstal”. De Gentenaars hebben nadien ingezien dat het voormalig gat in de stad met een bovengrondse parking een plaats is geworden waar mensen samenkomen voor een diversiteit aan activiteiten. Er kwamen meer groen en bomen te staan dan voorheen. Dat mensen twijfels hebben bij transformatie van hun stad is logisch. Een interessant project moet een zekere weerstand oproepen.
Via de sociale media, als men nog het woord sociaal mag gebruiken, is het eenvoudig om iets te lanceren met de vraag naar een negatieve reactie, veel mensen zijn impotent geworden om positief te denken, men moet tegen alles zijn. Het grootste virus van onze tijd is dat iedereen over alles een mening moet hebben. Iedereen is vandaag architectuurkenner, zelfs diegenen die dagelijks naar een soap kijken om zich intellectueel op te laden!
Het is een toenemende trend dat men vakmensen moet wantrouwen. Enkel het eigen gelijk primeert en kennis in het vakgebied is niet nodig. Ook Bob Cools, de gewezen burgemeester van de Scheldestad, van 1983 tot 1994, is er tegen. Met zijn uitspraak “De geboorteplek van ’t Stad is verminkt” doet hij in de eerste plaats een politieke uitspraak. Vergeten wij niet dat het deze eminente socialist was die de Koninklijke Stapelhuizen (den Entrepot) liet slopen, een uitzonderlijk monumentaal gebouwencomplex met Europese allures. Er kwam fel protest maar hij zette door en in maart 1990 kwamen de afbraakjongens in actie. Een van de zwarte pagina’s in de geschiedenis van het Antwerps erfgoed. Hij zou zich nu misschien beter iets bescheidener opstellen.
Facebook-bijdragen zijn meestal opwellingen, de drang om zijn mening op te dringen aan anderen. Vroeger had men dagen nodig voor een petitie, nu verzamelt men snel duizenden volgers, vaak ook personen die niet eens het dossier kennen. Met een vlugge klik geeft men zichzelf de indruk dat men een positieve, democratische bijdrage heeft geleverd. De laatste jaren teken ik geen enkele petitie meer, ook op deze van het Gravenkasteel staat mijn naam niet.
Er zijn natuurlijk verschillen met het dossier in Gent. In de Arteveldestad gaat het om een “reconstructie” van een waterburcht in de binnenstad, een type gebouw met één toegang waar men het volledig interieur voor iedereen toegankelijk wil maken. In Gent wordt groen opgeofferd om een paviljoen te bouwen, wat niet het geval is aan de Antwerpse kaaien. Er is ook een politiek verschil. In Gent kwam minister Matthias Diependaele (N-VA), bevoegd voor Onroerend Erfgoed, zich opwerpen als “bemiddelaar” in een stad waar de N-VA in de oppositie zit. Begrijpe wie begrijpen wil. Vermoedelijk zal dezelfde minister zijn diensten niet aanbieden aan het Antwerps stadsbestuur.