Met Cinema Lumière opende in Mechelen onlangs een bijzonder sfeervolle stadsbioscoop de deuren. Het complex is het resultaat van de transformatie van de Oude Stadsfeestzaal, een beschermd monument in de Merodestraat. De vraag was om de oude glorie van het gebouw in ere te herstellen, en daar zijn Architectuuratelier Dertien12 en DG architecten wonderwel in geslaagd.
Vooreerst werd het monument met haar prachtige lanterneau minutieus in ere hersteld, waarna er nieuw leven werd toegevoegd met horeca en drie filmzalen, gestapeld in een vrijstaande, centraal gepositioneerde cinematoren. Deze diende om akoestische reden erg massief uitgevoerd te worden, waardoor alle mogelijke geluidslekken zijn weggewerkt.
“Het draperen van een gouden gordijn omheen deze toren geeft deze een rankere verschijning en een verzachtende tactiliteit, zacht wiegend in de ruimte. Het slim toepassen van spiegels op de toren geeft de bezoeker verrassende doorzichten binnen het prachtige gebouw”, aldus het ontwerpteam. De toren is alzo een akoestisch intimistische box, met eromheen een genereuze ode aan de oude feestzaal, eten, drinken en ontmoeten.
De vestibule bleef behouden als inkomruimte en belangrijke verticale circulatie. Een nieuwe trappartij verbindt de vestibule met de feestzaal en verknoopt de foyer, de toren en de omliggende gaanderijen in één vloeiende beweging met elkaar.
Overal is ruimte gemaakt voor kunst, horeca en ontmoeting. Achter de filmzaal, in de oude bühne, verschaft de publieke toegang naar de bovenste filmzalen in een geheel eigen, geborgen sfeer, de zachte prélude naar de film.
Toonbeeld van hergebruik
“In onze benadering tonen we veel respect voor het verleden. We blazen nieuw leven in een oud gebouw en versmelten hierbij het enthousiast collectief geheugen van de Mechelenaars met de hedendaagse wens van een stadsbioscoop”, klinkt het bij de ontwerpers.
“Àlle ruimtes in het gebouw behouden hun oorspronkelijke kwaliteiten en identiteit. De nieuwe functie voelt als een verlenging van de capaciteiten die reeds aanwezig waren in het gebouw. Dit is een belangrijke stap naar het dynamisch behoud van erfgoedpanden en circulariteit voor de stad. Wij bouwen verder op het vakmanschap van de mensen voor ons, en her-talen het gebouw voor de huidige maatschappij én de generaties na ons. Dit is doordacht, minzaam slim én duurzaam tegelijkertijd.”