Meest Inspirerende Architectuurboek 2012: De Vylder Vinck Taillieu. 1 boek 2 / 1 boek 3 - Mer Paperkunsthalle

Tijdens de Architectuur- en Bouwdag op de Antwerpse Boekenbeurs op 4 november wordt ook het Meest Inspirerende Architectuurboek van 2012 bekroond. Architectura.be brengt alvast een overzicht van alle genomineerde boeken, met de commentaar van de juryleden er bij. Hier buigt de jury zich over De Vylder Vinck Taillieu. 1 boek 2 / 1 boek 3, uitgegeven door Mer - Paperkunsthalle in samenwerking met De Singel Internationale Kunstcampus.
Tijdens de Architectuur- en Bouwdag op de Antwerpse Boekenbeurs op 4 november wordt ook het Meest Inspirerende Architectuurboek van 2012 bekroond. Architectura.be brengt alvast een overzicht van alle genomineerde boeken, met de commentaar van de juryleden er bij. Hier buigt de jury zich over De Vylder Vinck Taillieu. 1 boek 2 / 1 boek 3, uitgegeven door Mer - Paperkunsthalle in samenwerking met De Singel Internationale Kunstcampus.




Vakjury

Chris Meplon - journaliste en recensente

Deze twee volumes uit een reeks van drie over de praktijk van de architecten de vylder vinck tailleu zijn van een onmiskenbare originaliteit. De eigenzinnige kijk en eigen benadering van het bureau blijkt even sterk uit hun publicaties als uit hun architectuurprojecten.
Wat meteen opvalt, is het bescheiden formaat, met veeleer de allure  van een no-nonsense handleiding of cahier dan van de typische monografie gepresenteerd als een chique en “gewichtig” salontafelboek. Inhoud, werk- en denkproces krijgen voorrang op objectwaarde. Wat nog niet wil zeggen dat afwerking of esthetica verwaarloosd worden. De vormgeving is discreet maar wel helder en verzorgd. 
De teksten en beelden worden opgesplitst in twee verschillende boekdelen, een keuze die zowel voor- als nadelen heeft.
Wie inzicht wil verkrijgen in het creatieve universum van dvvt moet  bereid zijn om een eigen bijdrage te leveren. Hun werkwijze is uitdagend en inspirerend, maar wel op voorwaarde dat men er open voor staat en actief wil meedenken.
Hun presentatiewijze is vaak fragmentair en ze vermengen registers en stijlen. Het tekstgedeelte bevat essays van vakspecialisten, maar ook informele werknotities allerhande, van een persoonlijk dagboek van jonge bouwheren met een erg beperkt budget tot nogal vage, elliptische zinnen geschreven door Jan De Vylder.
Losse verbanden, zijwegen en toevalligheden roepen veel vragen en associaties op. In het dikkere beeldboek zien we heel mooie, fijne schetsen en tekeningen naast foto’s en collages. Ze tonen het werkproces en het resultaat. Ook inspiratie wordt getoond, en die ligt vaak in vormen van bezoedeling en verbastering. Zo is er de muurtekening van Sol LeWitt waar iemand deurbellen heeft op aangebracht, misschien onverschilligheid, onwetendheid, toevalligheid maar wel met een fascinerend betekenispotentieel.


Marc Dubois - architectuurcriticus en –docent

Jan De Vylder en partner kwamen in de belangstelling met een productie- dansstudio in Gent, een gebouw ontworpen met een grote beheersing. Toch resulteert het in een “beeld van onafgewerktheid”. Deze invalshoek, waarbij de verwerking van de materie een grote rol speelt, wordt in recente projecten verder ingezet en onderzocht. Ondertussen hebben de architecten een boeiend parcours achter de rug wat in het boek goed wordt gedocumenteerd. De vele schetsen tonen het ontstaansproces, het ontwerpend onderzoek. Zij kozen voor een klein en handig formaat en een opdeling in twee boeken. Het deel met de teksten kon beknopter in omvang. Een hele prestatie voor een jong bureau om hun werk zo uitvoerig te illustreren.


Stefan Devoldere, architectuurcriticus en adjunct Vlaams Bouwmeester

De verzamelband 1 Boek 2 en 3 zet aan tot bladeren, snuisteren en ontdekken, en sluit in die zin goed aan bij de architectuur van Jan De Vylder, Inge Vynck en Jo Taillieu. De twee aparte boekdelen – één met prentjes en schreefloze titel, de ander met teksten en met schreef – brengen elk met andere middelen hetzelfde verfrissende verhaal. Tekeningen spelen een fundamentele rol in het ontwerpproces van aDVVT, net zoals juiste en precies gekozen woorden er de nuances van blootleggen. In deze plakboeken van prikkels, indrukken en bouwstenen treft de lezer een veelheid van verscheidenheid aan: schetsen, architectuurfoto’s, technische detailtekeningen en inspiratiebeelden enerzijds, droge data, poëtische intenties, kritische beschouwingen en een bewonerslogboek anderzijds. De vormgeving gaat slim om met het wezen van dit architectenbureau; soms te veel ineens, van de hak op de tak, maar ook zeer precies en ontroerend.


Architectenjury

Kendy Smits - Interieurontwerpster

Door het opnemen van essays van collega architecten/critici, het dagboekverhaal van bouwheren Ellen en Piet en het interview van Joachim Declerck met de architecten De Vylder - Vinck - Tailleu zelf; wordt hun verhaal en werkwijze vanuit drie verschillende invalshoeken belicht. Wat daarbij vooral opvalt en bijblijft -naast de liefde voor Sol LeWitt- is het belang dat gehecht wordt aan het plan en de tekening. Net daardoor is het jammer dat het plan dat achter de ordening van de tekeningen, schetsen, plannen en foto’s van de projecten die zijn opgenomen in 1 boek 3 zit, niet altijd even leesbaar is. De twee boeken missen een wisselwerking; de beelden hebben vaak het verhaal nodig en omgekeerd missen de verhalen een illustrerend beeld. Niettemin doen de tekeningen dromen en inspireren ze om zelf aan het denken te gaan. Ze bieden een interessante blik achter de schermen en de vermelding wat het gebruikte tekenmateriaal is, is een leuke toevoeging die het belang dat de architecten hechten aan details duidelijk maakt.


Carolnie Van Doren - stagiaire ingenieur-architect bij Verstraete & Vanhecke en freelance journalist bij A+

Hoewel De Vylder Vinck Taillieu in de pers alom geprezen worden, startte ik toch met een enigszins negatief vooroordeel aan het lezen van de boeken. Enkele jaren geleden bezocht ik de eigen woning van Jan De Vylder en Trice Hofkens. Toen was ik erg onder de indruk van de architectuur, maar ik stoorde mij mateloos aan de onafgewerkte ruimtes. Ik dacht daarom dat die ‘slordige’ manier van werken ook werd doorgetrokken in dit boek. Willekeurig sloeg ik met deze vooringenomenheid boek 2 van de trilogie open en daar werd ik meteen gegrepen door het verhaal van Piet en Ellen. Deze twee doodgewone mensen zijn de bewoners van de woning Rot-Ellen-Berg. In dagboekstijl vertellen zij wat zij hebben ervaren tijdens het bouwproces. Een visie die in de meeste architectuurboeken helaas achterwege wordt gelaten. Dit was werkelijk een openbaring voor mij en ik ben ervan overtuigd dat zo’n perspectief meer aan bod zou moeten komen. Niet alleen de ervaringen van de bewoners lazen als een sneltrein, ook het interview met de architecten was zeer leesbaar.
In de teksten van boek 2 wordt er vaak verwezen naar de foto’s die zich in boek 3 bevinden. Ik ben redelijk vertrouwd met de projecten van het bureau, dus ik kon mij er makkelijk iets bij voorstellen zonder meteen naar het andere boek te grijpen. Maar ik denk dat die werkwijze niet voor iedereen zo vanzelfsprekend is. Uiteraard is het ook wel aangenaam om door het zogenaamde prentenboek 3 te bladeren, maar soms miste ik in boek 2 een foto. Dus helemaal overtuigd van het concept van de drie boeken ben ik niet. Maar ik was wel zeer positief verrast over de inhoud.


Karen Geudens - architect

Het boek is opgebouwd uit 2 delen. Een deel met schetsen, foto’s, tekeningen van het werk van De Vylder – Vinck – Tallieu en een meer theoretisch boek.
Het theoretische boek is door verscheidene schrijvers geschreven, maar dit stoort de opbouw van het boek totaal niet. Het is ook zeer duidelijk wanneer wie verteld. Het boek is dan ook zeer verhalend geschreven, alsof architectuur een verhaal is dat wordt verteld. Het leest dus zeer prettig en zeer vlot. Net alsof je in een roman start te lezen. De link naar De Vylder – Vinck – Tallieu is in het begin ver te zoeken, maar eenmaal je wat verder leest, begrijp je wel waarom het zo is opgebouwd.
Ook het interview leest zeer vlot, en geeft een goed beeld van de werkwijze van het bureau.
Het boek met schetsen, tekeningen, foto’s is mooi opgebouwd, een kleine verduidelijking had hier toch wel op zijn plaats geweest. Als fotoboek is het formaat van het boek minder geslaagd, de foto’s en tekeningen hadden dan groter gemogen. Maar op zich toch een zeer boeiend, goed geschreven inspirerend boek.


Sofie Van Goethem - ingenieur-architect/fotografe

Wat maakt een boek “een boek” en hoe gaan we om met deze conventies? Voor mij lijkt dit het uitgangspunt van waaruit de vormgeving voor dit project is gestart. Het boek wordt opgesplitst in 3 afzonderlijke boeken, verbonden met kruisverwijzingen. Enkel deel 2 en 3 nemen deel aan deze wedstrijd. Deel 2 als een verhaal waarvan de kaft niet enkel de pagina’s omvat, maar tegelijk ook drager is van tekst. Deel 3 zonder tekst, als een soort film.
Een gedurfde zet qua opzet en vormgeving en een blijk van originaliteit, maar deze aanpak werkt niet altijd. De teksten in deel 2 verwoorden treffend de architecturale visie van de architecten, maar je mist onmiddellijk foto’s die de besproken projecten afbeelden. Door de opbouw van boek 3 vind je deze foto’s niet onmiddellijk terug en ben je genoodzaakt de juiste pagina’s te zoeken in deel 2 bij het onderdeel “fiches”. Voor deel 3 werkt de vormgeving wel goed. De beelden zijn weloverwogen gekozen en ook hun plaats in het boek is niet vrijblijvend. Door de grote hoeveelheid beelden word je volledig opgezogen in de wereld van de architect.
Ondanks de moeilijke fysieke wisselwerking tussen de verschillende delen, is dit één van de weinige boeken die de lezer een duidelijk idee geeft waar architecten De Vylder Vinck Taillieu voor staan. Het boek laat je zelfs nadenken over de essentie van de architectuur.

Philippe Vandermeulen - Anphi interieurburo

Het boek 1 boek 2 en 1 boek 3 vormen een vervolg op 1 boek 1.
1 boek 2 bevat o.a. essays, interviews en projectbeschrijvingen. 1 boek 3 is meer een illustratieboek met schetsen, tekeningen en details.
Meteen krijg je het gevoel dat een boek ontbreekt, temeer doordat beide boeken een vervolg zijn op 1 boek 1. Bovendien ervaar ik in elk van de 2 boeken een gemis: in 1 boek 2 mis ik de illustraties en foto’s bij de interviews en in 1 boek 3 ontbreekt voor mij de uitleg bij de vele foto’s en illustraties.
1 boek 3 vormt vooral een mooi beeldenboek met aansprekende architectuur en is aangenaam om door te nemen. Vele beelden werken inspirerend en zijn leuke fantasierijke ingevingen, doch als boek(-en) kan (kunnen) ze me weinig boeien.
Het formaat van het boek valt ook tegen. Het pocketformaat is als ‘leesboek’ nog aannemelijk, als ‘beeldenboek’ verkies ik toch een groter formaat.
Deel dit artikel:
Onze partners