In de 15de eeuw ontwikkelde het Agnetenklooster in Tongeren zich tot een omvangrijk slotklooster. Nu fungeert het als Administratief centrum voor het agentschap voor jongerenwelzijn. In 2001 werd architectenbureau Michel Janssen aangesteld als ontwerper voor dit project.
De opdracht omvatte de restauratie en valorisatie van de resterende gebouwen en de inrichting ervan als kantoren voor drie hulpverleningsdiensten voor jongerenwelzijn. Om deze complexe opdracht uit te voeren, stelde het architectenbureau een multidisciplinair projectteam samen dat bestond uit architecten, bouwhistorici, archeologen, ingenieurs voor stabiliteit en speciale technieken en de tuin- en landschapsarchitecten van Buro voor Vrije Ruimte.
Flexibele ruimtes
Bij de restauratie van dit beschermde monument hadden de architecten 3 objectieven. Ten eerste werd de uitvoering beoogd van een zachte restauratie met maximaal behoud van originele materialen en het naast elkaar zichtbaar laten van de verschillende bouwstijlen als getuigenis van de rijke bouwgeschiedenis en permanente evolutie van dit monument.
Ten tweede moesten de architecten de gebouwen bij de restauratie te inrichten tot flexibele ruimtes die niet alleen geschikt zouden zijn voor de beoogde kantoorfunctie, maar ook voor eventuele latere functies.
Tot slot moest het team de buitenruimtes en kapelruïne omvormen tot een publiek toegankelijk stadsparkje dat in dit dichtbebouwde stadsdeel een groene long vormt. Daarnaast moest het dienst doen als voetgangersdoorsteek tussen verschillende aangrenzende straten. In het bijzonder als passage op de toeristische wandelas tussen de Tongerse Grote Markt en met middeleeuwse begijnhof.
Multifunctioneel
De resterende gebouwen van het Agnetenklooster omvatten in grote lijnen drie entiteiten: de historische kloostervleugels aan de Repenstraat (= noord-, midden, & zuidvleugel), een vroeg 19de eeuws pakhuis aan de Sint-Catharinastraat en de grote overwelfde zomerrefter met de kapelruïne. In de historische kloostervleugels zijn de kantoren van Jongerenwelzijn ondergebracht en in het 19de eeuwse pakhuis het secretariaat en de ontvangstlokalen.
De vroegere zomerrefter met het monumentale mergelstenen tongewelf is als een polyvalente zaal ingericht en in uitbating gegeven aan de Toeristische Dienst van Tongeren die er een permanente tentoonstelling zal onderbrengen over het Agnetenklooster.
Respect voor historische structuur
De gebouwen zijn gerestaureerd en ingericht met respect voor hun historische structuur. Nieuwe ingrepen zijn uitgevoerd in een sobere eigentijdse vormgeving en steeds zoveel mogelijk op omkeerbare wijze. Brandcompartimenteringen, vluchtwegen en technische installaties zijn geïntegreerd in de structuur van het gebouw.
Het buitenschrijnwerk was volledig verdwenen en als nieuwe invulling heeft het ontwerpteam geopteerd voor strakke grijs geschilderde houten ramen met een fijne stalen voorzetkader die verwijst naar de originele raamverdeling. Bij voorafgaandelijke archeologische opgravingen waren de authentieke mergelstenen funderingsbogen van de middenvleugel vrijgelegd.
Bij de restauratie ging het ontwerpteam voor een ondergrondse, deels met glas overdekte, verbindingsgang naast die middenvleugel. Hiermee werd een functionele verbinding gerealiseerd tussen het secretariaat en de kantoren en tegelijk konden we die merkwaardige middeleeuwse funderingsbogen zichtbaar laten voor geïnteresseerde bezoekers van de site. Door de gebouwen, met hun veelvoud aan gevelmaterialen, opnieuw lichtgrijs te kaleien bekwamen de verschillende vleugels opnieuw een uniform karakter.
Bestudeerde wanorde
De buitenruimte bij het Agnetenklooster stond vroeger in nauwe relatie tot de gebouwen. Het betrof een aantal ruimtelijk afgebakende binnenpleinen die elk een eigen bestemming en karakter hadden. In het herbestemmingsproject zijn op eigentijdse wijze enkele verdwenen ruimtelijke begrenzingen hersteld en hebben de binnenpleinen opnieuw een eigen gelaat gekregen. Een opdracht die Buro voor Vrije ruimte voor zijn rekening nam.
“We hebben het geheel opgevat als een soort sprizzatura, een bestudeerde wanorde. Hiervoor gebruikten we onder meer kruidachtige muurvegetatie en enkele klimplanten. Voorts vind je er fruitbomen terug en buxusmassieven als groenblijvende accenten in de binnentuin. De vroegere begraafplaats is nog steeds aanwezig, met daarbij arduinblokken en gedichten van Roland Joris. Tot slot fungeert het gras als een bindende groene mat die aansluit op het tapijt van verhardingen in baksteenklinker, kassei en grind,” aldus Buro voor Vrije Ruimte.
Door de 19e-eeuwse afbraak van de kloostergang die de centrale binnenhof omsloot was het voormalige klooster zijn structuur kwijt. Bij de restauratie heeft Architectenbureau Michel Janssen een nieuwe eigentijdse kloostergang gemaakt met slanke stalen kokerprofielen en daarop een dunne dakplaat. Op deze manier ontstond een functionele verbindingsgang en tegelijk werd de binnenhof opnieuw ruimtelijk afgebakend als het hart van het klooster. Die strakke stalen gang verbindt nu de historische kloostervleugels en maakt er opnieuw een leesbaar geheel van.