Milieuscreening voortaan ook voor kleine bouwprojecten verplicht

Stadsontwikkelingsprojecten moeten verplicht een screening ondergaan die het effect op het milieu in kaart brengt. Voor grote projecten van minimaal duizend woongelegenheden of vijfduizend parkeerplaatsen was deze zogenaamde MER-screening al verplicht. Het actieplan “Brussel Passief” maakt de test nu ook verplicht voor kleine projecten.
Stadsontwikkelingsprojecten moeten verplicht een screening ondergaan die het effect op het milieu in kaart brengt. Voor grote projecten van minimaal duizend woongelegenheden of vijfduizend parkeerplaatsen was deze Milieueffectrapportage al verplicht. Het actieplan “Brussel Passief” maakt de test nu ook verplicht voor kleine projecten.

Niet wettelijk onderscheid

Het Europees Hof van Justitie oordeelde in 2011 dat het onderscheid in de wet voor grote en kleine projecten van stadsontwikkeling niet wettelijk was. Projecten onder de drempelwaarden van duizend woongelegenheden of vijfduizend parkeerplekken waren voorheen uitgesloten van de verplichting om een MER-screening te laten uitvoeren. De nieuwe regelgeving legt de grens op twee woningen met een bouwvolume groter dan duizend vierkante meter. Enkel het oprichten van één woning, één kleinschalige handelszaak of een enkel individueel kantoor ontsnapt nog aan de MER-screening.

Voor nagenoeg iedere bouwaanvraag zal de screening echter wel moeten worden uitgevoerd. Ook wanneer er tijdens de opmaak van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) al een MER-rapport werd opgesteld voor de site blijft de screening verplicht, zelfs wanneer de aanvraag conform is aan de stedenbouwkundige voorschriften in het RUP.



Architecten reageren kritisch

De Vlaamse architectenorganisatie NAV stelt de noodzaak tot milieurapportering niet in vraag, maar is niettemin kritisch over de nieuwe regelgeving. Zij vrezen dat kleine projecten zoals beperkte meergezinswoningen of het verbouwen van een bestaand pand tot studentenkamers een overbodige screening zullen moeten uitvoeren. Het is in veel gevallen evident dat er geen nadelige gevolgen kunnen ontstaan voor het milieu, zo klinkt het.

De kost voor het aanvraagdossier zou volgens de NAV gevoelig stijgen. De architect zou zich bovendien noodgedwongen bij elke ontwikkeling moeten laten bijstaan door een erkende deskundige. Tot slot betreurt de NAV de afwezigheid van overleg met de sector. De organisatie hoopt nu dat de omgevingsvergunning alsnog soelaas kan bieden. Deze vergunning, waarvan de regelgeving nog in opmaak is, houdt immers een integratie in van de bouw- en milieuvergunning.
Deel dit artikel:
Onze partners