Op de plek waar van 1764 tot 1940 een oude stadspoort stond, verrees in 1992 Delftse Poort. Een markant gebouw van staal en spiegelend glas. Het was destijds met zijn 42 verdiepingen en 151 meter de hoogste wolkenkrabber van Nederland. Architect Abe Bonnema ontwierp het imposante gebouw met als uitgangspunt dat het door mensen ingekleurd zou worden. Door de renovatie in 2015, waarbij Mosa de vloeren plaatste, is de fiere Delftse Poort nog steeds iconisch deel uit van de Rotterdamse skyline.
Sinds jaar en dag timmert Rotterdam niet alleen door de internationale dynamiek van haar haven aan haar uitstraling, maar ook door te kiezen voor gedurfde bouwwerken. Of zoals Vincent van den Putten (asset manager CBRE Global Investors) het zegt: “De cultuur die in Rotterdam de boventoon voert, is er een van poetsen en niet lullen. Die handschoen hebben we als eigenaar opgepakt. Samen met interieurarchitect Ramon Beijen (creative director CBRE) en leveranciers zoals Mosa hebben we de renovatie van Delftse Poort uitgevoerd en laten zien dat je met respect voor bestaande architectuur kunt toveren met het interieur. Maar dan moet je wel je nek uit durven te steken. Een visie en mening hebben. Én vooral doen!”
De warmte van keramiek
Van den Putten: “In 2012 startten we met het opstellen van een toekomstvisie voor Delftse Poort. Destijds was Nationale Nederlanden de enige huurder van het gebouw en was het letterlijk en figuurlijk een gesloten bolwerk. Sindsdien is de wereld compleet veranderd. De manier waarop steden worden beleefd en waarop wordt gewerkt en gewoond, is niet meer dezelfde als 25 jaar geleden. Aanpassing aan die veranderende omgeving is dus vereist. Met de ontwikkelingen meegaan en zelfs voorop durven lopen. Voor ons was het belangrijk het gebouw - mede denkend aan de visie van Bonnema destijds - terug te geven aan de stad. Iedereen kent en herkent het gebouw namelijk, maar niemand was ooit binnen geweest. Dat was voor ons een uitdaging.” Beijen knikt bevestigend: “Het gebouw was technisch, bancair, donker en weinig uitnodigend. We wilden het meer toegankelijk maken door transparantie aan te brengen. Meer verzachten door openheid te genereren in de entree, daglicht toe te voegen door grote lichtvlakken te maken en vooral binnenin de menselijke maat terug te brengen. Het gebouw mocht een plein, een park in de stad worden. Een urban retreat. Een omgeving met organische vormen en warme materialen, zoals keramiek, hout, stof en groene elementen. Op deze manier wilden we contrasten aanbrengen, maar tevens symbiose laten ontstaan.”
Verfijnde tegel als eye-catcher
Van den Putten: “De tijd is voorbij dat één huurder veel meters afneemt. Dat geldt ook voor Delftse Poort. Dus hebben we dit single-tenant gebouw getransformeerd tot een multi-tenant gebouw. Een gebouw waar je kunt werken, vergaderen, ontmoeten en ontspannen. Waar volop beweging is. Tijdens het proces hebben we alle partijen betrokken bij de ontwikkeling. Niet alleen de eigenaren (KanAm is samen met het CBRE Dutch Office Fund eigenaar van het gebouw) en ontwerpers, maar ook huurder Nationale Nederlanden, onze aannemer BAM, leveranciers als Mosa en bijvoorbeeld het makelaarsteam.” Beijen: “Iedereen in de keten werd in de ideevorming betrokken. We brachten al deze achtergronden, visies en voorwaarden bij elkaar en maakten op onderdelen mock-ups. Eén op één, zodat we beter konden beoordelen of ideeën ook echt goed zouden functioneren.”
Testvloer
Van den Putten: “Ramon nam ons bijvoorbeeld mee om verschillende vloeren en tegels te bekijken.” Beijen: “En we hebben daadwerkelijk een vloer van 60m² geplaatst om deze te kunnen beoordelen. Dat gevoel van een grote vloer kun je vanuit moodboards toch een stuk lastiger bewerkstelligen! We liepen overigens op de Salone di Mobile in Milaan tegen de tegel van onze wensen aan. We werkten al eerder met Mosa samen, maar deze Solids tegel was nieuw. Meteen dus met ons vraagstuk gebeld naar Maastricht en vervolgens Mosa bezocht om te praten over de kleurnuances en de grootte van de tegel. We wilden in eerste instantie een 90x90 centimeter tegel, maar na het doen van proeven en intensief overleg werd het 60x60 centimeter. De kracht van Solids is dat deze random is. Je hebt niet het gevoel dat je naar een keramische tegelpatroon op zich kijkt, maar ziet een organisch vloervlak.” Van den Putten: “Bij een vloeroppervlak van 3.000 m² is een effen tegel niet wenselijk. Het heeft geen uitstraling. We wilden daarom een tegel met een subtiel patroon, die grote oppervlakten tot leven kon laten komen. Zo’n gigantische vloer is een gezichtsbepaler bij uitstek in dit gebouw. Dus als je een mooi concept neerzet, dan moet je dat ondersteunen met goed design. Dat is minstens zo belangrijk.” Beijen: “Keramische tegels reflecteren bovendien licht heel erg mooi. Geven een warme ervaring. Heel anders dan het graniet dat er al lag. De warmte van Solids paste precies in ons ontwerpidee. We wilden een vloer met een matte uitstraling. En eentje die bovendien duurzaam is en tegen een stootje kan. Het gebouw wordt nu immers veel intensiever gebruikt. Er zijn meer bewegingen, omdat de benedenverdiepingen nu openbaar zijn en een restaurant, wijnbar, espressobar, winkels, sportschool én flexibele werk- en vergaderruimten hebben.”
Werken onder druk
Van den Putten: “We zijn lang op zoek geweest naar de juiste uitstraling van het ontwerp in combinatie met de vloertegels. Toen we uiteindelijk de juiste tegel vonden, zat in de levertijd weinig speling meer. Door echter het snelle schakelen van de aannemer en de flexibiliteit van Mosa hebben we de klus kunnen klaren. Dat dynamische samenspel van continue overleggen en plannen - met overigens glasheldere uitgangspunten - was zeer typerend voor dit project. Een soort van “It takes two to tango”, maar dan met meerdere partijen.”
Beijen: “En dat dit goed werkte, blijkt wel uit de reacties. Sinds de opening eind april zijn er eigenlijk alleen maar positieve reacties. Mensen zijn verrast en gecharmeerd. Het oude gebouw is getransformeerd. Er is een wow-factor. Het gebouw zelf hebben we gerespecteerd. Er is nu echter meer balans tussen architectuur en interieur door de toevoeging van licht en warmte. De gevel hebben we vrij gelaten. We wilden de doorkijk naar buiten, naar onder andere het nieuwe station - nu al de Kapsalon genoemd - bewaken. Door de logische wijze van inrichten hebben we bovendien een natuurlijke beweging gecreëerd. Hierdoor gebruiken mensen intuïtief het gebouw, zonder dat ze aanwijzingen nodig hebben. Het is weer echt van nu.” Van den Putten: “Dat klopt. Het gebouw verwelkomt je door haar openheid. De kracht van het exterieur is absoluut door het nieuwe warme interieur versterkt.”
Duurzaamheid is toekomst
Niet alleen het interieur is aangepakt bij Delftse Poort. Ook ‘onderhuids’ is veel gebeurd. Duurzaamheid was eveneens één van de uitgangspunten voor de verbouwing. Van den Putten benadrukt dat: “Als we herontwikkelen, dan denken we meteen na over hoe afval-, transport- en energiestromen beter beheerst kunnen worden. Dat zijn zaken die we in een tender meenemen. Dit gebouw staat al sinds 1992 en door haar ligging naast het station is er geen excuus om het openbaar vervoer niet te gebruiken, maar we zijn verder gegaan. In de toekomst wordt via een speciale installatie warmte en koude opgeslagen en hergebruikt, zodat een zelfvoorzienend systeem ontstaat. Door slimme toepassingen hebben we daarnaast de uitstoot van CO2 substantieel kunnen terugdringen en een energiereductie van 30% gerealiseerd. Het gebouw is nu BREEAM in use en Energielabel A gecertificeerd. Het is kortom een bijzonder en allesomvattend project, waarbij een goede basis is neergelegd voor intensief gebruik. Het gebouw is weer klaar voor de komende 25 tot 30 jaar.”