Een goed doordacht en uitgevoerd verlichtingsontwerp kan de bezoekerservaring modelleren en voordelen bieden voor kunstbehoud en -conservering. Een uitstekend voorbeeld hiervan is te vinden in het Musée Matisse in Nice. ERCO ging in gesprek met Aymeric Jeudy, de assistent-directeur van het Musée Matisse.
Henri Matisse behoeft eigenlijk geen introductie als één van 's werelds meest geliefde kunstenaars. Het Musée Matisse in Nice (Frankrijk), dat zijn deuren opende in 1963, conserveert en toont vandaag de dag heel wat van zijn werken. Dit omgebouwde landhuis, gelegen nabij de voormalige residentie van Matisse, bevindt zich in een openbaar park met het Théatre de Nice van Calder tentoongesteld voor het gebouw. De uitgebreide collectie van ongeveer 600 werken van Matisse biedt een unieke kans om bezoekers van alle leeftijden te onderwijzen en te inspireren. Het museum vertelt op nauwgezette wijze het verhaal van Matisse en zijn werk aan een gevarieerd publiek, variërend van groepen scholieren tot volwassenen van over de hele wereld.
De grote populariteit van Matisse benadrukt het belang van het behoud van zijn werk voor toekomstige generaties. Dit vormt het uitgangspunt van de vele uitdagingen waarmee het museum geconfronteerd wordt. Gelegen aan de zuidkust van Frankrijk, moet het museum de omgeving rond de kunstwerken beheren in het licht van de hoge warmte-, licht- en vochtigheidsniveaus. De vochtigheid varieert tussen 30 en 75%, en insecten zijn een constante dreiging voor het papieren werk van Matisse.
De originele Genuese architectuur uit de 17e eeuw kenmerkt zich door grote vensters die overvloedig daglicht binnenlaten. De uitbreiding en renovatie van het museum, ontworpen door architect Jean-François Bodin, boden een kans om niet alleen de lichtregeling te verbeteren maar ook de luchtkwaliteit in alle ruimtes te beheren.
Sinds 2017 is de verlichting vervangen door led-armaturen, gecombineerd met geavanceerde besturingssystemen om de lichtsterkte te regelen. De ingang voor bezoekers bevindt zich in de uitbreiding van het museum, ondergronds. Tegenover de ticketbalie wordt een enorme uitsnede van 'Fleurs et Fruits' tentoongesteld.
In het gesprek met museumdirecteur Claudine Grammont en assistent-directeur Aymeric Jeudy in 2020, beschreven ze een combinatie van specificaties voor zowel conservering als bezoekerservaring. Hoewel 'Fleurs et Fruits' prominent aanwezig is voor bezoekers liepen velen er onopgemerkt langs om andere gerenommeerde werken te bekijken. Dit bracht het idee voort om tunable white en dynamische verlichting toe te passen op 'Fleurs et Fruits', om de aandacht van bezoekers te trekken bij binnenkomst en tegelijkertijd de totale blootstelling aan licht te verminderen.
De installatie van de nieuwe verlichting ging gepaard met een volledige herinrichting van de opstelling van het kunstwerk, inclusief de vervanging van de vitrine in samenwerking met Meyvaert. Aangezien 'Fleurs et Fruits' zich achter extra helder en laag reflecterend glas bevindt, speelt de combinatie van licht en reflecties een cruciale rol. Om ervoor te zorgen dat dit effectief zou zijn, werkte ERCO nauw samen met de technici van Meyvaert om de eigenschappen van het glas te begrijpen en de verlichting zo te plaatsen dat reflecties voor bezoekers werden geminimaliseerd.
Na de voltooiing van het project sprak Matthew Cobham, global cluster manager Culture/Contemplation bij ERCO, met Aymercic Jeudy, de assistent-directeur van het museum, om inzicht te krijgen in hun ervaringen en meningen. Aymeric vervult diverse functies, waaronder de productie van tentoonstellingen, het toezicht op de bescherming en presentatie van kunstwerken, en het beheer van bouwprojecten van het museum.
Matthew Cobham: Kunt u enkele van de belangrijkste punten met betrekking tot dit project samenvatten om de museumvoorzieningen in perspectief te plaatsen?
Aymeric Jeudy: Het gebouw is, zoals het nu is, voor een groot deel het resultaat van de omvangrijke werkzaamheden die eind jaren 80 werden uitgevoerd samen met architect Bodin. Hiervoor maakte het museum alleen deel uit van het hoofdhuis. Bodin voegde een grote uitbreiding toe. Oorspronkelijk wilden we de nieuwe entree met de Fleurs et Fruits, vóór het gebouw hebben. Vanwege de Romeinse archeologische artefacten op de locatie, diende deze aan de zijkant en ondergronds te worden geplaatst. Dat is de reden waarom de entree tegenwoordig rechts ligt.
Matthew Cobham: Hoe ging u te werk voor het managen van een dergelijk project als de ‘Fleurs et Fruits’?
Aymeric Jeudy: Bij aanvang organiseerden we een studiedag om het project te helpen definiëren en iedereen erbij te betrekken. Dat hielp om de vele uitdagingen te identificeren en erop te anticiperen. Het was duidelijk dat één van de eerste uitdagingen zou zijn om het werk simpelweg uit de kist te krijgen zonder het te beschadigen voor restauratie. De bestaande glaspanelen waren niet toegankelijk vanaf de voorzijde en er bestond een reëel risico dat het werk tijdens het verwijderingsproces zou worden vernield. Hier maakte de nauwe samenwerking met deskundigen van Meyvaert, expert in museumdisplays, het ons mogelijk om een oplossing te vinden die het werk zou beschermen, meer zichtbaarheid toe zou staan en de toegang voor onderhoud gemakkelijker zou maken. Toen het project eenmaal was ontwikkeld en de financiële middelen dankzij Yomiuri Shimburi in Tokyo waren verkregen, konden de details worden uitgewerkt en werd van het Franse Ministerie van cultuur toestemming verkregen voor de restauratie.
Matthew Cobham: Hoe ging de samenwerking, toen u eenmaal een team van deskundigen had opgezet?
Aymeric Jeudy: Samenwerking was het allerbelangrijkste. Het team werkte intensief samen en toen de uitdagingen verschenen, konden deze worden opgelost. Iedereen was zeer betrokken.
Matthew Cobham: Aan de zijde van ERCO vonden we dat het samenwerkingsaspect van dit project bijzonder goed verliep. Door nauw samen te werken met het museum, de lichtplanner, te spreken met displaydeskundigen kon de verlichting voor de bezoekerservaring op de optimale plaats worden opgesteld en werkte de architecturale integratie zeer goed.
Aymeric Jeudy: Vanuit de optiek van het museum gaf het werken met gerenommeerde internationale bedrijven met de juiste diepgaande ervaring een mondiale dimensie aan het project. Bijvoorbeeld door te kunnen beschikken over een Duitse verlichtingsfabrikant die samenwerkt met een Belgische vitrineproducent in Nice.
Matthew Cobham: Hoe hebben de bezoekers gereageerd?
Aymeric Jeudy: We hebben een gigantische verandering opgemerkt. Voorheen kochten de meeste bezoekers hun tickets en liepen dan gewoon langs de Fleurs et Fruits het museum in. Wanneer je je de monumentale schaal van het werk van Matisse bedenkt, was dat vrij verrassend. Nu trekt de installatie in alle aspecten, gecombineerd met verlichtingsscènes echt de aandacht. Het is de plaats voor bezoekers geworden om selfies te maken en die dan op de social media te posten. De tunable white-verlichtingssystemen, waarmee de kleurtemperatuur kan worden gewijzigd, kan het museumpersoneel met het bluetooth-systeem gemakkelijk afstellen. Daarmee kunnen scènes ook worden afgestemd op het type bezoekers, hetzij groepen leerlingen, ouderen of VIPs. Om de 15 minuten veranderen de scènes ook automatisch en markeren delen van het werk met verschillende kleurtemperaturen. Het ‘Fleurs et Fruits’-project brengt werkelijk vele aspecten van het museum op een gezamenlijke manier samen. Matisse hield van nature veel van samenwerking met anderen, hij was een leergierige persoon en reisde veel. Het project fungeerde ook als katalysator voor andere projecten die gedurende enige tijd waren opgeschort. Bijvoorbeeld het installeren van een lift, waardoor de toegang tot de entree van het museum nu gemakkelijker is.