Moet verwarmen met fossiele brandstoffen verboden worden? Of is er nood aan meer realisme in het debat, en moeten we meer durven gebruik maken van de bestaande technologie en infrastructuur? De meningen over wat er ons te doen staat liepen sterk uiteen op het rondetafelgesprek dat Installatie & Bouw organiseerde, in samenwerking met Architectura.be. Toch één consensus: dat we de klimaatdoelstellingen moeten halen, trekt niemand in twijfel.
In het debat over de energietransitie krijgen de gas- en stookoliesector regelmatig de wind van voren. Guido Saenen (Informazout): “Nochtans onderschrijven wij de doelstellingen om de CO2-uitstoot te beperken. Daarom hebben we dit jaar nog een memorandum uitgebracht over hoe we die doelstellingen kunnen behalen. We hebben al een lange weg afgelegd, maar er is nog heel wat laaghangend fruit op de markt: de renovatiegraad ligt te laag.” Saenen is niet van mening dat stookolie met een vervaldatum zit. “Hybride systemen met vloeibare brandstoffen als back-up kunnen bijdragen tot de energietransitie en koolstofarme vloeibare brandstoffen kunnen gradueel de klassieke brandstoffen vervangen ”
Een heel ander geluid weerklinkt bij Benjamin Clarysse (Bond Beter Leefmilieu): “Als de EU spreekt over ‘klimaatneutraliteit’ tegen 2050, dan moeten alle fossiele brandstoffen er onherroepelijk uit. We zullen er niet komen als we alleen maar mikken op efficiëntiewinsten. De stookolie- en gassector verkoopt een illusie. Zo heeft men bijvoorbeeld de mond vol over het potentieel van hernieuwbaar methaan, terwijl een studie van het ICCT (International Council on Clean Transportation) aantoont dat hernieuwbaar methaan maximum 12 procent van het verwachte Europese gasverbruik in 2050 kan vervangen. België zou maar een potentieel van 5 procent hebben.”
Geen toveroplossing
Steven Van Caekenberghe (gasfederatie Gas.be) pleit voor een gezonde dosis realisme in de discussie. “Dé toveroplossing bestaat niet, het zal een én-én verhaal worden, waarin ook (groen) gas zijn plaats zal blijven hebben. De kostprijs van een totale elektrificatie van de verwarming is vele male groter dan de kostprijs van verwarming vandaag de dag. Het aanbod aan elektriciteit in Belgie moet daarvoor quasi verdubbelen, en dit terwijl het aandeel van groene elektriciteit vandaag ongeveer 12% is. Iedereen begrijpt dat dat niet haalbaar is. Door te pleiten voor totale elektrificatie als oplossing voor het halen de klimaatdoelstellingen maakt men de mensen iets wijs, waardoor de renovatiegraad vertraagt. Maak daarom gebruik van de huidige beschikbare én betaalbare middelen. We mogen ons niet uitsluitend focussen op de happy few die een warmtepomp kunnen betalen.”
Tom Cobbaert (Eco Heating) merkt op dat warmtepompen vandaag al lang niet meer alleen voor de happy few zijn: “We hebben geothermische warmtepompen geplaatst in onder meer assistentiewoningen, sociale huisvestingsprojecten en appartementen.”
Ook een grote speler als Buderus gelooft in warmtepompen en zet hier sterk op in. Jan Bosquet (Buderus): “Warmtepompen moeten meer kansen krijgen op de markt, liefst door te elektriciteitsprijs aan te passen en deze meer in lijn te brengen met de prijs in de ons omringende landen. Daarnaast is een grondige vernieuwing van het woningenbestand via renovaties een noodzakelijke voorwaarde.”
Studiebureaus laten fossiele brandstoffen zoveel mogelijk links liggen. Thomas Bockelandt (boydens engineering): “Wij gebruiken ze enkel nog als het niet anders kan, want we staan volledig achter een uitfaseringskalender. Zelfs in hybride systemen zullen we niet snel voor fossiele brandstof kiezen, alleen als échte back-up.” Gregory Verhaeghe (Studieburo De Klerck) pikt in: “In grote projecten zoals een ziekenhuis zetten we altijd in op een mix van systemen. Het basisverbruik vangen we bijvoorbeeld op met een warmtepomp, voor de piekmomenten gebruiken we een systeem dat misschien iets minder duurzaam is, maar beter betaalbaar.”
De beweging in de richting van duurzaamheid gaat niet snel genoeg, vindt Tom Cobbaert (Eco Heating). “Ik vind het onbegrijpelijk dat er in nieuwbouwprojecten soms nog met gas of stookolie gewerkt wordt. Tien jaar geleden hadden bouwbedrijven schrik dat ze het vereiste E-peil niet meer zouden halen met een gas- of stookolieketel, en toch zien we nu nog altijd nieuwbouwwoningen met een gasketel én een laag E-peil. Het plaatsen van voldoende PV-panelen volstaat voor een goed cijfer.”
Benjamin Clarysse (Bond Beter Leefmilieu) vindt dat de overheid investeringen in duurzame verwarming fiscaal interessanter moet maken. “Maak van de woonbonus een klimaatbonus, die mensen beloont als ze hun woning ingrijpend renoveren.”
Uitfasering
De Coalitie voor duurzaam verwarmen, onder impuls van ODE Vlaanderen, pleitte in april dit jaar voor een uitfasering van stookolieketels tegen 2021 en tegen 2030 uitsluitend verkoop en plaatsing van duurzame alternatieven. Jan Bosquet (Buderus) is sceptisch: “Als er een nieuwe ketel geplaatst wordt, heeft dat vaak niets te maken met een nieuwbouw- of renovatieproject, maar met de eenvoudige vervanging van een versleten toestel. Al die woningen zijn nog helemaal niet klaar voor een warmtepomp. Als je stookolie over enkele jaren zou verbieden, zit je met een onoplosbaar probleem.”
Clarysse merkt echter op dat er enkel om een verbod op nieuwe ketels wordt gevraagd. “Dat zijn er in Vlaanderen amper 4.000 per jaar. Je kan dat probleem oplossen door die woningen beter te isoleren en indien nodig met een hybride systeem te werken. Een belangrijke randvoorwaarde is dat de verhouding tussen de elektriciteitsprijs en de prijs van aardgas en stookolie gunstiger wordt.”
Guido Saenen (Informazout) is niet tegen een lagere elektriciteitsprijs, maar verzet zich tegen het idee om gas en stookolie meer te belasten. “Verschuif het probleem niet van de ene naar de andere sector”, klinkt het. Nochtans is het volgens Clarysse wel nodig om vervuilende technologieën meer te belasten. “Beleid moet mensen in de juiste richting duwen. Belasten op basis van CO2-verbruik zou warmtepompen dat broodnodige duwtje in de rug kunnen geven.” Steven Van Caekenbeghe (Gas.be): “Wij zijn niet tegen een CO2-heffing, maar dan moet men de hele keten in rekening nemen, en niet enkel de laatste 20 meter. Ook elektriciteit heeft een bepaalde CO2-uitstoot.”
Gulden middenweg
Volgens Jef Schelkens (ClimaWays) bestaat er een gulden middenweg: “De gasprijs mag inderdaad naar omhoog. Maar ik pleit er niet voor om elektriciteit spotgoedkoop te maken. De mensen energie laten verbruiken aan gelijk welk rendement is niet de oplossing. Als de energieprijs in zijn geheel naar boven gaat, zullen mensen veel bewustere keuzes maken. Beter is om de taksen die nu geïnd worden op elektriciteit aan te wenden voor duurzame investeringen.”
Ook voor de studiebureaus is het grote prijsverschil tussen gas en elektriciteit een probleem. “Dit vormt een rem op de toepassing van technologieën als warmtepompen. In gebouwen die we monitoren merken we op dat het soms goedkoper is om op gas te verwarmen dan op elektriciteit. Eigenlijk zouden wij onze klanten in dat geval moeten aanraden om hun warmtepomp stil te leggen. Dat kan toch nooit de bedoeling zijn?”, merkt Gregory Verhaeghe (Studieburo De Klerck) op.
Installateur
De installateur speelt een belangrijke rol in de energietransitie, meent Tom Cobbaert (Eco Heating). “Het is niet altijd vanzelfsprekend om een installateur te vinden die bijvoorbeeld een warmtepomp of een hybride systeem kan plaatsen. Wij leiden mensen daar voortdurend voor op.”
En hoe zit het met hun kennis? Thomas Bockelandt (boydens engineering): “Zeker kleinere, klassieke installatiebedrijven hebben het soms moeilijk om ‘mee’ te zijn met alle evoluties op HVAC-vlak. In grotere projecten vormt dit minder een probleem, daar is een breed studieteam aanwezig. Een belangrijk aandachtspunt voor de particuliere markt, want als een ketel vervangen moet worden is de installateur vaak het eerste en enige aanspreekpunt.”
Er wordt nogal vaak gevloekt op zogenaamde ‘cowboys’ in de sector, maar Jef Schelkens (ClimaWays) neemt het op voor de installateurs. “De meesten willen best wel mee, maar zij moeten ook de markt volgen. Wat willen de mensen betalen voor een duurzame installatie? Er is soms een behoorlijk overtuigde klant voor nodig.”