Nelissen Steenfabrieken: “Constant evolueren en voortdurend vooruitdenken is hier de rode draad”

Hoe zijn jullie destijds bij Nelissen Steenfabrieken terechtgekomen en hoe is jullie rol binnen het bedrijf sindsdien geëvolueerd?

Jurgen Philtjens: “Ik ben in 1996 gestart als arbeider. Ik ben begonnen met het bedienen van de strippenzaag, ben vervolgens heftruckchauffeur geworden en ben nadien via een omweg in de salesafdeling terechtgekomen. Op 1 januari 2023 ben ik dan doorgegroeid naar mijn huidige functie. Ik heb dus het hele traject doorlopen en heb doorheen de jaren alle geledingen van het bedrijf gezien, wat toch wel een extra troef is in de job die ik nu uitoefen.”

Ivan Nulens: “Ik werk hier sinds 1998. Ik ben afkomstig van Kesselt, ben als het ware opgegroeid met de fabriek – mijn vader, opa en nonkel hebben hier gewerkt en ik kwam als kind met mijn fietsje rondcrossen op het terrein – en heb hier later ook vakantiewerk gedaan. Het stond dus in de sterren geschreven dat ik hier aan de slag zou gaan zodra ik mijn diploma van het middelbaar onderwijs op zak had. Het is Jurgen die er me destijds op attent maakte dat er een vacature zou vrijkomen, nota bene voor de functie die ik al twee jaar had uitgevoerd als jobstudent. Een jaar later mocht ik nu en dan wat helpen op het tasveld als heftruckchauffeur en zo ben ik uiteindelijk doorgegroeid naar ploegbaas van de heftruckchauffeurs, waarbij ik verantwoordelijk ben voor het volledige tasveld en het magazijngedeelte.”

Michel Moors: “Ik ben aan boord gekomen in 1999. Ik woon hier ook vlakbij en ben eveneens als arbeider begonnen, met name in de afdeling waar de stalen en monsterpanelen gemaakt worden, om nadien door te groeien naar de functie van ploegbaas. De strippenzagen zijn er vervolgens ook bij gekomen en toen we verhuisden naar een nieuwe hal – die CCD heet, wat staat voor Creative Ceramics Department – moest ik een veertigtal mensen aansturen en het stapelen, trommelen, zagen enzovoort in goede banen leiden. Intussen sta ik als Facility and Aftersales Manager in voor het gebouwbeheer en de opvolging na verkoop. Ik vertoef dus ook geregeld op werven om ervoor te zorgen dat alles gestroomlijnd verloopt.”

Christel Medaerts: “Ik ben in 2003 aan de slag gegaan bij Nelissen. Voordien had ik bij een bouwhandelaar en een aannemer gewerkt en ik wilde graag in de sector blijven omdat ik het wereldje al wat kende. Ik belandde op de commerciële binnendienst, wat toen impliceerde dat je zowat alles deed: de telefoon opnemen, stalen inpakken, administratieve regelingen voor binnen- en buitenland ... In de loop der jaren is mijn takenpakket steeds meer afgelijnd geworden. Vandaag ligt mijn focus uitsluitend op de regio’s Vlaams-Brabant en Limburg.”

Wat opvalt, is dat jullie alle vier de kans hebben gekregen om door te groeien. Is dat een constante binnen jullie onderneming?

Jurgen Philtjens: “Jazeker, je krijgt hier als trouwe werknemer veel verantwoordelijkheid en dus ook kansen om je verder te ontwikkelen. Vandaag zijn er nog steeds heel wat jonge arbeiders die de mogelijkheid krijgen om door te groeien naar ploegbaas, al moet er zich natuurlijk wel een opportuniteit voordoen. Een plaats die niet vrij is, kan je uiteraard niet innemen.”

Michel Moors: “Wij hebben het bedrijf de voorbije twintig jaar natuurlijk enorm zien groeien – een nieuwe hal, gesofisticeerdere machines, steeds meer verschillende producten en afwerkingen … – waardoor er automatisch extra functies gecreëerd werden. Bij Nelissen ligt de focus op het benutten van de interne expertise en het identificeren van medewerkers met groeipotentieel. Wanneer je vervolgens de kans krijgt om door te groeien, is het natuurlijk essentieel om die met beide handen te grijpen.”

Christel Medaerts: “De commerciële binnendienst bestond vroeger uit drie personen die zowat alles deden: de telefoon opnemen, de toonzaal, facturatie en planning beheren … Nu zijn er veertien personen nodig om al die taken naar behoren te kunnen uitvoeren, in functie van de groei die we als bedrijf hebben gekend.”

Ivan Nulens: “Ik heb het hier van één naar vier ovens zien gaan, heb het buitenterrein enorm zien groeien, heb alsmaar meer collega’s zien arriveren … Ieder jaar veranderde er wel iets. Alles is bijgevolg alleen maar groter, moderner en digitaler geworden. En dat is de weg die we ook de komende jaren zullen blijven opgaan.”

Jurgen Philtjens: “Toen ik hier begon, waren er misschien een veertigtal personen in dienst. Intussen zijn het er bijna tweehonderd. Dat zegt voldoende, me dunkt (lacht).”

Wat zijn naast die exponentiële groei de belangrijkste evoluties die zich de voorbije twee decennia hebben voorgedaan?

Jurgen Philtjens: “Iets wat echt opvalt, is dat onze werking veel professioneler geworden is. Zoals Christel al aangaf: vroeger deed iedereen hier zowat alles en werd er regelmatig – uit eigen beweging – een tandje bijgestoken. Extra lange werkdagen waren geen uitzondering, maar die tijden zijn definitief voorbij. Nu is alles veel meer gestructureerd en zijn de taken verdeeld over verschillende afdelingen. We hebben ook de middelen om het deze dagen professioneler aan te pakken.”

Christel Medaerts: “Die professionalisering zie je bijvoorbeeld ook terug in het personeelsbeleid. Deeltijds werken – en zeker thuiswerken – was vroeger een stuk minder vanzelfsprekend, maar inmiddels zijn deze mogelijkheden wel binnen handbereik, vanuit de overtuiging dat een goede work-lifebalance belangrijk is. Dat maakt ons als werkgever nog veel aantrekkelijker.”

Ivan Nulens: “Digitalisering, automatisering en robotisering zijn al enkele jaren hot topics en dat zal niet snel veranderen. In onze afdeling zie ik op dat vlak alleszins nog heel wat ruimte tot verbetering en optimalisatie.”

Jurgen Philtjens: “Sinds een tiental jaar ligt er steeds meer nadruk op duurzaamheid. Denk aan ons ecologische N70-formaat, dat we al in 2015 introduceerden en dat intussen is uitgegroeid tot een vaste waarde in ons gamma. Waar het kan, proberen we ook op maat van de klant te werken. Vandaar dat ons aanbod veel ruimer is geworden: meer dan honderd beschikbare kleuren in tien verschillende formaten. Vroeger waren het veertig kleuren in maximaal drie of vier formaten. Die leverden we hoogstens in Nederland, Duitsland of Frankrijk, terwijl onze producten nu verkrijgbaar zijn in zo’n vijftig landen. Voor grotere projecten durven we zelfs voorbij de grenzen van ons eigen gamma te kijken en unieke toepassingen te ontwikkelen, in nauwe samenwerking met de betrokken architecten. Dat wordt sterk op prijs gesteld, merken we.”

Michel Moors: “In mijn begindagen was traditioneel voegwerk de standaard, maar intussen wordt er veel meer geopteerd voor verlijmen of dunbedmortel. Dat past ook beter bij onze ecologische formaten. En laten we ons gevelisolatiesysteem Iso-Façade niet vergeten. Ook daarmee hebben we grenzen verlegd als ‘baksteenfabrikant’. We kunnen zo immers volledige geveloplossingen aanbieden.”

Hoe belangrijk is de bouw van jullie nieuwe hoofdkantoor geweest voor de verdere ontwikkeling van Nelissen Steenfabrieken?

Jurgen Philtjens: “Dat heeft het bedrijf een enorme boost gegeven. Het is ons paradepaardje. Alles wat we kunnen, zit vervat in dit gebouw. Wie hier over de vloer komt, wordt getrakteerd op een heuse beleving, onder meer dankzij de digitale snufjes in onze uitgebreide showroom. Qua uitstraling en marktimago maakt dat echt wel een verschil. Architecten en bouwpromotoren komen ons nu zelf opzoeken en snuisteren hier maar al te graag rond, terwijl dat vroeger minder gebeurde.”

Ivan Nulens: “Ook buiten de sector maakt dit gebouw wel wat los, merk ik. Als je zegt dat je bij Nelissen werkt, weten mensen nu meteen waarover het gaat. Een fraai kantoor met een mooie inkleding en bijpassende omgevingsaanleg spreekt natuurlijk meer tot de verbeelding dan een grijze fabriek die louter functioneel is opgevat.”

Nelissen profileert zich nog steeds als een familiebedrijf pur sang. Zijn die familiale waarden nog steeds tastbaar binnen de onderneming, ook nu de organisatie en het personeelsbestand dermate gegroeid zijn?

Michel Moors: “De directie doet haar uiterste best om dat familiale karakter te bewaren, al vergt dat natuurlijk wel meer inspanningen naarmate het bedrijf groeit. Vroeger kende je iedereen persoonlijk, tot en met de namen van de kinderen en de hond. Nu hier tweehonderd man werkt, is dat natuurlijk onmogelijk geworden. Gelukkig zijn er nog geregeld leuke teammomenten en ons jaarlijks personeelsfeest om de banden opnieuw aan te halen.”

Jurgen Philtjens: “Het is ook traditie om de fabriek op een middag tijdens de start van het bouwverlof even stil te leggen en met z’n allen samen iets te eten.”

Ivan Nulens: “In het verleden zijn we zelfs een paar keer met iedereen op citytrip geweest, onder meer naar Rome en Londen … Met partners erbij, nota bene. Dat was een soort bonus omdat we als bedrijf bepaalde doelstellingen gehaald hadden. Mooie herinneringen! Dergelijke zaken helpen uiteraard om de nodige samenhorigheid te creëren. En hoewel het bedrijf fors gegroeid is, heb ik niet het gevoel dat de afstand met de directie vergroot is. Kom je hen tegen op de gang, dus is het contact nog steeds even warm. De deur staat hier voor iedereen open.”

Michel Moors: “Zelfs als je de voorgaande Nelissen-generatie – die intussen met pensioen is – nog eens tegen het lijf loopt, volgt er altijd een hartelijk gesprek.”

Is dat de reden waarom jullie na al die jaren nog steeds trouwe Nelissen-werknemers zijn?

Michel Moors: “Dat speelt zeker mee, net als de uitdaging in de job, wat maakt dat het hier nooit saai is. Bovendien krijgen we de nodige doorgroeimogelijkheden, middelen en ondersteuning om ons optimaal te ontwikkelen. Waarom zou je veranderen als je het goed hebt?”

Ivan Nulens: “Er staan ons de komende jaren nog heel wat spannende zaken te wachten die ik niet zou willen missen. De verstrenging van de milieunormen bijvoorbeeld, wat maakt dat we op termijn volledig zullen moeten overschakelen op elektrische heftrucks. Of wie weet zelfs heftrucks op waterstof?”

Jurgen Philtjens: “Constant evolueren en voortdurend vooruitdenken: dat is de rode draad bij Nelissen. De vierde generatie staat nu tien jaar aan het roer, maar achter de coulissen wordt de vijfde generatie al volop klaargestoomd. Het is niet veel familiebedrijven gegeven om zo lang mee te gaan, dus voor ons is het ook wel fijn om te horen dat de aloude drive en de waarden die deze onderneming groot hebben gemaakt nog steeds intact zijn. We hoeven niet meteen te vrezen dat we zullen worden overgenomen door een of andere grote speler waar werknemers slechts een nummer zijn. Dat is toch ook motiverend om iedere dag het beste van jezelf te blijven geven. Dit laatste is cruciaal, want vooruit is de weg en je moet mee, ook als ervaren medewerker. Wij stammen nog uit de tijd van pen en papier, maar we zullen meer en meer met AI beginnen werken. Dankzij de waardering die we binnen dit bedrijf krijgen, hebben we met z’n allen nog steeds de interesse en de goesting om mee op die kar te springen.”