Lanzarote, een van de Canarische eilanden, werd tot in de negentiende eeuw geteisterd door vulkaanuitbarstingen. De enorme laag lava heeft het eiland getransformeerd tot een grijs landschap. In de jaren tachtig zorgde architect en kunstenaar César Manrique voor een bouwstop op het eiland en ging hij in tegen het massatoerisme om de natuur te bewaren. Zijn zeven publieke projecten, van de cactustuin bij Guatiza tot restaurant El Diablo op een vulkaan, worden bemind door Sven Grooten, medeoprichter en algemeen leider van B-architecten, en verdienen volgens hem een plekje in de schijnwerpers.
In de nieuwe rubriek 'Niet gekend, wel bemind' nodigen we architecten uit om zelf een geliefd project van een collega in de kijker te zetten dat nog niet eerder de aandacht kreeg die het verdient. Ken je zelf zo'n project? Laat het ons weten via info@architectura.be!
Hoe en wanneer hebt u het project leren kennen?
Ik heb het werk van César Manrique leren kennen via een bevriende antiquair die het eerder toevallig ‘ontdekte’ tijdens zijn vakantie op Lanzarote. Ik ben er toen, in het jaar 2000, haast onmiddellijk ook naartoe gereisd met zo’n goedkope chartervlucht.
Het is niet één project. Manrique heeft een aantal belangrijke stedenbouwkundige regels bepaald die gelden voor het hele eiland. Daarnaast heeft hij ook zeven belangrijke projecten op zeven strategische locaties vormgeven, waaronder een restaurant bovenop een vulkaan, een concertzaal met een vijver in een ingestorte grot en het Museum van Moderne Kunsten. Toen Manrique in 1992 gestorven is, heeft de regering beslist om het beleid van de architect verder te zetten. Hij zorgde er echt voor dat het authentieke karakter van het eiland behouden werd. Zo moeten alle huizen wit geschilderd zijn, mogen ze niet hoger zijn dan vier verdiepingen en moet al het buitenschrijnwerk blauw, groen of bruin zijn, de traditionele kleuren van het eiland.
Wat was uw eerste indruk?
Voor ik vertrok had ik al wat beelden opgezocht dus ik wist wat ik wilde zien. Voor mij was het een eyeopener als jonge architect. Ik was net afgestudeerd en met B-architecten gestart. Toen merkte ik hoe Manrique erin was geslaagd om de kwaliteiten van de onbebouwde ruimte de maat en vorm van de gebouwen te laten bepalen en niet omgekeerd. Ik zag dat de gebouwde omgeving en de natuur hand in hand kunnen gaan. Dat debat is hier pas vandaag actueel met de aangekondigde betonstop. Manrique heeft ons vijftig jaar geleden al de weg getoond die we vandaag ook moeten volgen.
Daarbovenop heeft zijn werk iets heel futuristisch en hedendaags met een enorme bescheidenheid. The Flintstones meet Space Odyssey. Ook in het boek ‘Lanzarote’ van Michel Houellebecq, een boekje over het eiland, zei het hoofdpersonage dat als er ooit aliens op aarde zouden landen ze dat op Lanzarote zouden doen.
Wat spreekt u zo aan in dit project?
Het is eerder een aanpak dan een project. De zeven projecten zijn zeer radicaal en tegelijkertijd heel ingetogen. Dat boeit en fascineert mij enorm, want sommige gebouwen, bijvoorbeeld op de top van een uitgedoofde vulkaan, zijn heel spectaculair. Toch ontdek je die pas als je er vlakbij bent. Hoewel elke ontworpen plek van Manrique indrukwekkend is, zijn het geen protsige landmarks. Die rol is weggelegd voor de natuur.
Ook alle publieke ruimtes op het eiland zijn door hem bedacht. Je hebt nog steeds die kleine dorpjes, maar ook die publieke plekken zijn door één architect bedacht. Manrique was een architect en kunstenaar met internationale uitstraling, maar toch heeft hij ervoor gekozen om bijna heel zijn leven op het eiland te blijven. Lanzarote was zijn werkterrein.
Kent u de ontwerpvisie achter het project?
Een belangrijke element in de visie van Manrique is dat de bestaande omgeving en natuur bepalen wat of waar ergens gebouwd kan worden. Deze radicale visie leidt tot bescheidenheid. De architect sprong echt in de bres tegen het massatoerisme, hij was heel activistisch en organiseerde mee betogingen. Hij was dus veel meer dan een ontwerper alleen. Hij was overtuigd van zijn idealen en ging daar volledig voor, namelijk dat het goed was voor de natuur en het eiland om het massatoerisme beperkt te houden en onder andere geen megahotels of indrukwekkende infrastructuurprojecten toe te laten. De architect redeneerde vanuit duurzaamheid en niet vanuit economisch gewin en zocht naar ontwerpen met zo weinig mogelijk impact op de omgeving.
Herkent u uw eigen ontwerpvisie of manier van werken in het project?
Ik streef ernaar. Het zou heel pretentieus zijn om mij naast César Manrique te zetten. Ik herken wel een deel van zijn strijdlust en engagement om op lange termijn te durven denken.
Waarom is het project volgens u minder gekend, maar verdient het toch een plek in de schijnwerpers?
Zijn projecten zijn verborgen parels en dat kan je in sommige gevallen letterlijk nemen, want veel ervan zijn verborgen onder de grond. Je moet moeite doen en echt op zoek gaan naar die schoonheid. Daardoor is zijn werk niet echt bekend. Ik denk ook dat het niet zo bekend is omdat het voor veel mensen niet spectaculair genoeg is. Ik vind dat net wel, door zijn ingetogenheid. Het is zoals het verschil tussen een fanfare en majorettes die even door de straat passeren en een concerto van een strijkkwartet in de binnentuin. Ik hou ook van fanfares, maar het werk van Manrique is het strijkkwartet: ingetogen, bescheiden en voor de eeuwigheid.
Hoe zou u het project in drie woorden omschrijven?
Een radicaal, ingetogen spektakel!