Het nieuwe Bauhaus Museum in Dessau opende begin september de deuren. De opening was het hoogtepunt van het Bauhaus-jaar ter ere van de 100ste verjaardag van de Duitse architectuur- en designschool. Het nieuwe museum stelt namelijk voor het eerste de volledige collectie van de Bauhaus Dessau Foundation tentoon. Het Bauhaus Museum Dessau is een gebouw in een gebouw, een opmerkelijk betonnen complex in een enveloppe van glas. Eind 2015 won addenda architects, een jong architectenbureau uit Barcelona, de internationale ontwerpwedstrijd. Het ontwerp haalde het van 831 inzendingen van over de hele wereld. De architectuur valt op door zijn helderheid en eenvoud zowel wat het concept als de esthetiek betreft. Het gebouw is tegelijk ingehouden en overtuigend, en een creatieve visie op de architectuur van vandaag en het modernisme.
Gelegen in het hart van Dessau, trekt het Bauhaus Museum Dessau een grens tussen stad en natuur, terwijl het beide tegelijk verbindt. Afhankelijk van het licht wordt de omgeving gereflecteerd in de glazen gevel of laat de gevel zichten doorheen het gebouw toe. Langs de zijde van de stad refereert het bouwblok naar de stedelijke omgeving terwijl de gebouwen ertegenover gereflecteerd worden in de façade. Langs de parkzijde is de interactie met de natuur des te sterker wanneer de bomen gereflecteerd worden in het glas. Bij het betreden van het gebouw lijkt alles desondanks open en transparant.
Black Box
De Black Box op de eerste verdieping vormt de kern van het museum. Het bestaat uit een gesloten, bijna zwevende kubus van gewapend beton. Voor de conservatie te garanderen, laat het blok geen natuurlijk licht binnen. Zo biedt de 1500 m2 grote ruimte de optimale klimatologische omstandigheden om de gevoelige stukken uit de collectie tentoon te stellen. De box is zo’n 100 meter lang, 18 meter breed en zweeft 5 meter boven de hoofden van de bezoekers. Voor de draagstructuur liet addenda architects zich inspireren door bruggenbouw maar dreef het concept tot het uiterste. De kubus rust enkel op twee trapschachten die 50 meter uit elkaar staan. Verder zijn er geen steunpilaren voorzien. De twee uiteinden zijn voorzien van ongeveer 18 meter trappen. Onder de trappen zijn kantoorruimtes en leverplek voor kunst ingericht langs de noordzijde en event- en onderwijsruimtes langs de zuidzijde. de leverplaats voor kunst en op de zuidzijde event- en onderwijsruimtes.
Open Stage
Op het gelijkvloers kreeg het zogenaamde Open Stage vorm tussen de trapschachten. Deze flexibele multifunctionele ruimte omvat een onthaal, ticketbalie, café en shop alsook 600 m2 ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen. De twee kunstwerken Lichtspielhaus door Lucy Raven (art for architecture) en de Arena door Rita McBride voorzien in een forum voor dans, concerten, theater, performances, debatten, gesprekken, lezingen, filmvertoningen en ontmoetingen, met een glazen gevel langs de vier zijden als een enveloppe. De gevel omarmt de Black Box en het Open Stage en transformeert ze als het ware in tentoongestelde kunstwerken in een vitrine.
Gestructureerd volgens een grid van 2,10 meter, vertrouwt addenda architects bewust op herhaling om hetl ontwerp te structureren en tegelijk maximale flexibiliteit te garanderen. Terwijl de dimensies van de Black Box vooraf bepaald waren in functie van de nodige tentoonstellingsruimte, waren de afmetingen van het eigenlijke museumgebouw niet inbegrepen in de opdracht. Economische factoren, zoals geld en tijd, waren hier doorslaggevend. Het gebouw is zo groot als mogelijk gemaakt volgens wat het budget toeliet. Het resultaat nam net geen 2,5 jaar in beslag om te bouwen en is gebouw van 105 meter lang, 25 meter breed en 12 meter hoog. In totaal waren 571 driedubbele glazen panelen nodig die zorgen voor warmte-isolatie, zonwering, bescherming tegen vogels en veiligheid.