De sociale woonwijk Nieuw Kortrijk is in volle transformatie. Verouderde woningen krijgen een grondige opknapbeurt. En ze worden aangevuld met nieuwe woningen die de leefkwaliteit en de samenhang in de wijk bevorderen. Hoge ambities op het vlak van duurzaamheid vormen de leidraad bij dit project, zowel bij de aanpak van de woningen als van de verharde omgeving. Die ruimt plaats voor een blauwgroen netwerk. Door de collectieve aanpak met de juiste doelstellingen transformeert de verouderde grijze tuinwijk in een nieuwe aantrekkelijke woonbuurt. De wijk kleurt groen, is leesbaar en scoort hoog op het vlak van energiezuinigheid en klimaatbestendigheid.
Gebouwen zijn verantwoordelijk voor ongeveer 40% van het totale energieverbruik in de Europese Unie en voor 36% van de broeikasgasemissies uit energie. Renoveren is de weg vooruit om ons energieverbruik en onze CO2-uitstoot aanzienlijk te verminderen. Wonen Regio Kortrijk is alvast op de goede weg met haar woningpatrimonium in de West-Vlaamse stad. De sociale huisvestingsmaatschappij beheert er in totaal zo’n 2.500 woningen, waarvan een groot deel zich – althans tot voor kort – in slechte staat bevond.
“Het merendeel van onze woningen is gebouwd in de jaren 50, 60 en 70 en is sindsdien nooit structureel gerenoveerd. Na een screening van ons hele patrimonium in 2008 hebben we de beslissing genomen om alle woningen grondig op te waarderen. We wilden de lat meteen hoog leggen en gaan resoluut voor duurzame, energiezuinige woningen. Dergelijke hoge ambities vragen om een collectieve aanpak op wijkniveau”, vertelt Ilse Piers, directeur van Wonen Regio Kortrijk. “Tegelijk willen we de leefbaarheid van onze wijken opkrikken en ze oriënteren op de huidige maatschappelijke context, waarbij we steeds meer alleenstaanden en tweepersoonsgezinnen op onze wachtlijsten zien.”
Het project
De vraag: een wijk van de toekomst
Nieuw Kortrijk is een van die wijken die sedert enkele jaren in volle transformatie is. De tuinwijk telt in totaal 247 woningen, waarvan er 65 in private eigendom zijn en 182 in eigendom van Wonen Regio Kortrijk. Abscis Architecten werkte samen met Sileghem & Partners een masterplan uit voor de opwaardering van de hele wijk.
Arthur Van Cauwenberghe van Abscis Architecten: “We hebben het masterplan gebaseerd op een aantal parameters: de staat van de woningen en hun herbruikbaarheid, de gewijzigde gezinssamenstelling van het doelpubliek en het volledig verharde publieke domein, met als enige groen de private tuinen achter de rijwoningen. Onze doelstelling was van bij de start om niet alleen gebouwen van de toekomst, maar ook een wijk van de toekomst te ontwerpen. Daarbij willen we het gemengde sociale weefsel van de wijk zoveel mogelijk behouden, binnen een hedendaags geheel dat oud en nieuw integreert.”
De oplossing: hybride wijk met stedelijke uitstraling
Op basis van een grondige voorstudie voorziet het masterplan voor de tuinwijk in 311 wooneenheden, waarvan 10% renovatie en 90% nieuwbouw. Het project wordt uitgevoerd in drie fasen, waarvan de eerste fase van 105 wooneenheden in 2020 is opgeleverd en al een glimp toont van hoe de hele wijk er zal uitzien. De wijk bestaat vandaag uit een combinatie van een- en meergezinswoningen, wat zorgt voor een hybride karakter met een stedelijke uitstraling.
Ze herbergt een mix van nieuwe meergezinswoningen en nieuwe en gerenoveerde grondgebonden woningen, stuk voor stuk bijna-energieneutraal, met een E-peil tussen E16 en E29.
De hoge energetische ambities waren bepalend voor de architectuur van de meergezinswoningen. “Op die manier konden we dure kunstgrepen vermijden”, legt Arthur Van Cauwenberghe uit. “Concreet houdt dit in dat we aan de zuidkant leefterrassen hebben ingericht die enerzijds voor een betere woonkwaliteit zorgen en anderzijds dienstdoen als zonwering in de zomer en warmtebuffer in de winter. Het zuidgerichte dak is licht hellend ontworpen om in optimale omstandigheden zonne-energie te kunnen genereren. Om de efficiëntie nog verder te verhogen is de verticale circulatie zoveel mogelijk gecentraliseerd, waarbij alle wooneenheden integraal toegankelijk zijn. Daardoor konden we leefstraten creëren op elk niveau die een ideale ontmoetingsplek vormen voor de bewoners.”
Van de eengezinswoningen zijn er zes nieuw gebouwd. 22 woningen ondergingen een grondige renovatie. “De keuze voor nieuwbouw dan wel renovatie is bepaald door de kwaliteit van de constructie”, legt Pol Sileghem van Sileghem & Partners uit. “Voorts zorgde ook de versnipperde eigendomsstructuur ervoor dat afbraak in een bepaalde rij van woningen niet altijd mogelijk was. Daarnaast genieten enkele van de woningen nabij het water van een beschermd statuut.”
De gerenoveerde woningen zijn vandaag state-of-the-art op het vlak van energiezuinigheid, met een performante buitenschil en nieuwe installaties. De kost was soms hoger dan een nieuwbouwwoning. Pol Sileghem: “De grootste ingrepen binnenin zijn de omvorming van de zolder tot leefruimte en de verbeterde connectie met de tuin. Het grote voordeel van het behoud van deze woningen is dat zich geen bruuske overgang aftekent tussen het bestaande stadsweefsel en de vernieuwde wijk. Ze bieden een vertrouwde aanblik die we ook voortzetten in alle nieuwbouwvolumes. Die passen op het vlak van vormgeving naadloos bij het aanwezige weefsel. Het kleurenpalet en de ritmiek van de nieuwe gevels is afgestemd op de bestaande gebouwen, met een hedendaagse vormgeving.”
De opwaardering van de wijk gaat verder dan de woningen alleen. Door de tuinwijk wordt een blauwgroen netwerk aangelegd dat vertrekt vanaf het oostelijk gelegen park. “Het is een moedige keuze van de sociale huisvestingsmaatschappij om een deel van haar domein semipubliek te maken en daar groene kwaliteit te genereren voor alle bewoners”, meent Arthur Van Cauwenberghe. “We maken ook zachte assen om autoverkeer en fietsers en voetgangers van elkaar te scheiden. Wadi’s zorgen voor een verantwoord omgaan met hemelwater en verhogen de attractiviteit en belevingswaarde van de omgeving.”
De uitvoering: budgettaire evenwichtsoefening
Binnen een beperkt budget blijven is doorgaans de uitdaging bij sociale woonprojecten. Dat was bij de realisatie van Nieuw Kortrijk niet anders. “Tijdens het bouwproces hebben we onze plannen af en toe moeten bijsturen, omdat bijvoorbeeld de kwaliteit van een bepaalde woning toch niet voldoende bleek om renovatie te verantwoorden. Door de wijk als geheel aan te pakken konden we de prijszetting optimaliseren en toch onze hoge energetische doelstellingen behalen”, zegt Ilse Piers.
Nog een uitdaging tijdens het bouwproces was de slechte bodemkwaliteit. “We kregen te kampen met een zeer moeilijk doordringbare bodem, terwijl we op het einde van de rit net een watervriendelijke wijk beogen. We hebben bijkomende boringen moeten voorzien om ervoor te zorgen dat het regenwater de grondwatertafel ook daadwerkelijk kan aanvullen”, vertelt Arthur Van Cauwenberghe.
Wat beter kon: anticiperen op de waterproblematiek
De opwaardering van Nieuw Kortrijk wordt in drie fasen uitgevoerd. Dat biedt de uitzonderlijke kans om bij elke fase lessen te trekken voor de volgende fase en het hele project op die manier steeds te optimaliseren. Arthur Van Cauwenberghe: “Zo kunnen we in de tweede fase beter anticiperen op de waterproblematiek. Ook gaan we met een nog kritischere blik bekijken welke woningen in aanmerking komen voor renovatie. De meerkost weegt helaas niet altijd op tegen de kwaliteit van een nieuwbouwwoning.” Ook de veelheid aan gebouwen biedt voordelen. “Het gaat hier om de realisatie van zo’n driehonderd woningen. Daardoor kunnen we een zekere systematiek inbouwen en strategieën hergebruiken. Dat is interessant naar prijsefficiëntie toe.”
De troeven
Hoewel het project nog niet volledig klaar is, biedt Nieuw Kortrijk vandaag al een voorafspiegeling van een hybride wijk die is afgestemd op de noden van haar bewoners en zich naadloos inpast in het ruimtelijk weefsel van de stad.
De nieuwe wijk scoort hoog op het vlak van leesbaarheid en visuele aantrekkelijkheid. Het stedenbouwkundig ontwerp voorziet in proportionele volumes en in een goede overgang tussen publieke en private ruimtes. Dankzij een uitgekiend landschapsontwerp kleuren voortaan niet enkel de tuintjes van de woningen groen.
Dat extra groen zorgt voor meer biodiversiteit en een ecologische samenhang, en resulteert eveneens in een beter waterdoorlaatbare bodem. Aan dat laatste dragen ook de extra boringen bij.
In Nieuw Kortrijk werd gekozen voor bouwvormen en zonoriëntaties die zorgen voor minder energieverbruik. Op de daken liggen zonnepanelen.
Ten slotte is de tuinwijk klimaatbestendig. De transformatie vermindert immers de specifieke klimaatgevoeligheden zoals hittestress en overstromingsrisico, met name door een goede oriëntering van de woningen en de onthardingsingrepen.
“Onze bewoners krijgen opnieuw kwaliteitsvolle woningen in een buurt waar het fijn vertoeven is”, benadrukt Ilse Piers. “De ambities die we vooropgesteld hadden, zijn in deze eerste fase ruimschoots waargemaakt: we wilden onze bewoners op een goede manier huisvesten volgens hoge duurzaamheidsdoelstellingen. Ook op het vlak van leefbaarheid is dit een hele verbetering. Verblijfsgroen, speelruimte en de leefstraten in de meergezinswoningen doorbreken het stereotiepe beeld van gesloten appartementsgebouwen en bevorderen de sociale cohesie in de wijk. We konden zo verdichting realiseren op een heel aangename en kwalitatieve manier.”
Technische fiche
Datum van oplevering fase 1: 2020
Ligging: Acacialaan, Beukenlaan, Dennenlaan, 8500 Kortrijk
Opdrachtgever: Wonen Regio Kortrijk
Architectuur: Abscis Architecten en Sileghem & Partners
Studiebureaus: Sileghem & Partners (stabiliteit) en Istema (technieken en EPB)
Aannemer: Artes Depret en SIX
Dit artikel verschijnt in het kader van het project Ruimtelijk Rendement, in opdracht van het Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid.