Sinds de verschijning van de akoestische norm voor de woningbouw NBN S 01-400-1 (2008) legt het WTCB zich toe op het ontwikkelen van bouwrichtlijnen die beantwoorden aan de hierin gestelde eisen. In voorliggend artikel laat het WTCB zien dat ook scheidingswanden met lichte voorzetwanden een doeltreffende oplossing kunnen bieden en dit, zowel voor appartementen als voor rijwoningen.
Eerder al werden een aantal ruwbouwconcepten voor appartementen met doorlopende en onderbroken vloerplaten voorgesteld (zie WTCB-Dossier 2012/2.18), waarin onder meer aanbevolen wordt om voor de verticale wanden tussen appartementen gebruik te maken van massieve ontdubbelde scheidingswanden.
Het nieuwe ruwbouwconcept gaat uit van massieve vloerplaten die doorlopen over de volledige verdieping en voorzien zijn van een performante zwevende dekvloer. Alle woningbegrenzende verticale wanden zijn op hun beurt opgebouwd uit gemetselde of gelijmde stenen, blokken of elementen, dan wel uit ter plaatse gestort of geprefabriceerd beton. De woningscheidende wanden en de wanden, grenzend aan de gemeenschappelijke circulatieruimten, zijn bijkomend uitgerust met een thermoakoestische voorzetwand. Elke wand die langs de voorzetwandzijde op deze scheidingswanden aansluit, dient bovendien een trillingssnede ter hoogte van het soepele voorzetwandmateriaal te vertonen.
Lees dit artikel verder op de website van het WTCB.