Nieuwe brandwetgeving gevels: alles wat je moet weten

De afgelopen jaren werd de brandwetgeving voor gevels onder de loep genomen. Er heerste onduidelijkheid en er waren bovendien enkele hiaten. Deze worden opgevangen in een nieuwe wet die ingaat vanaf de zomer van 2022. In een blogpost en video verduidelijkt Unilin Insulation waar je vanaf dan als architect rekening mee moet houden.

Gevelbranden in torenhoge gebouwen… ze doken de afgelopen jaren jammer genoeg meermaals op in het nieuws. Hoogbouw is nog steeds aan een opmars bezig, de bijhorende aandacht voor brandveiligheid gelukkig ook. Daarom werd de Belgische wetgeving rond brandveiligheid onder de loep genomen.

In 2015 stelde de Hoge Raad voor Beveiliging tegen Brand & Ontploffing reeds een werkgroep samen. Deze diende een voorstel in voor wijziging van de reglementering en in 2019 keurde de Hoge Raad dit goed. De nieuwe regelgeving zal in 2022 worden gepubliceerd in een geüpdatet Koninklijk Besluit rond brandveiligheid. Wij geven je graag een duidelijk beeld over wat er dan precies verandert.

 

Drie wegen van brandvoortplanting

  1. Brandvoortplanting langs het geveloppervlak
    Een goede brandreactieklasse van de gevelbekleding is hier essentieel.
     
  2. Brandvoortplanting tussen compartimenten
    Denk hierbij aan uitslaande brand door raamopeningen.

Voor bovenstaande twee wegen blijven de geldende eisen bestaan.

  1. Brandvoortplanting over het gevelsysteem
    Spouwen, draagstructuren, isolatie, … het zijn allemaal potentiële risico’s op snelle brandvoortplanting.

Tot nu toe bestond hier nog geen regelgeving rond, maar daar komt binnenkort dus verandering in. Dankzij deze nieuwe eisen zal de brandveiligheid van nieuwe gebouwen gevoelig verbeteren.

 

Waar moet je vanaf 2022 op letten?

Binnen de nieuwe regelgeving voor het gevelsysteem zijn er regels op twee niveaus:

1. Eisen voor de gevelbekleding in de uiteindelijke toepassingsvoorwaarde. Ook de onderliggende lagen hebben dus hun invloed. Denk aan bevestingsmaterialen, draagstructuren, …

2. Eisen voor de wezenlijke onderdelen. Zo’n wezenlijk onderdeel is bijvoorbeeld isolatie.

Om aan de normen voor brandveiligheid te voldoen, moet de gevel aan de eisen op beide niveaus voldoen.

 

De volledige gevel in kaart brengen

Als aannemer of architect is het dus essentieel om altijd de gevel in zijn totaliteit voor ogen te houden. De eisen zijn immers van toepassing op de gevelbekleding én alle achterliggende lagen. Een gevel kan nooit beoordeeld worden op het brandgedrag van één afzonderlijk component. De brandveiligheid van de volledige gevel moet in orde zijn.

Onder de volledige gevel wordt alle buitenbekleding, draagstructuur, isolatie,… verstaan. Raam- en deurprofielen en beglazing worden hier echter niet bij gerekend.

 

Wat houden de toekomstige normen concreet in?

De nieuwe eisen voor brandveiligheid zijn opgesteld volgens de hoogte van een gebouw en volgens de toepassing. Voor ééngezinswoningen verandert er niets. Appartementsgebouwen, kantoren, zorginstellingen, … zijn wel onderhevig aan de strengere eisen. Daar gelden andere regels naargelang de hoogte.

  • Lage gebouwen (tot 10 m)
    Minimale prestatie van de gevelbekleding (in toepassing): brandreactieklasse D-s3,d1 - of C-s3,d1 bij niet zelf-redzame bewoners

Minimale prestatie van de PIR isolatie: brandreactieklasse E

  • Middelhoge gebouwen (10 tot 25 m)

Minimale prestatie van de gevelbekleding: brandreactieklasse B-s3,d1

Minimale prestatie van de PIR isolatie: brandreactieklasse E + brandscherm om de 2 verdiepen

  • Hoge gebouwen (vanaf 25 m)
    Minimale prestatie van de gevelbekleding: brandreactieklasse A2-s3,d0
    Onbrandbare materialen gebruiken

 

'Duidelijke eisen zijn veilige eisen'

Unilin Insulation is tevreden met deze nieuwe eisen. Product development & innovation manager Jorrit Gillijns stelt het zo: “Duidelijke eisen zijn veilige eisen. Al sinds de opstart van de werkgroep in 2015, adviseren wij klanten volgens de aankomende herziening.”

Om je te helpen bij het voorbereidende werk, somt Unilin op welke isolatie je kan gebruiken om aan de toekomstige eisen te beantwoorden.

 

  • Lage gebouwen (brandreactieklasse E)
    Hier zijn twee mogelijkheden volgens het type muur. Voor spouwmuren raadt Unilin Insulation Utherm Wall LE aan. Bij geventileerde gevels gebruik je beter Utherm Wall A. Deze isolatie heeft een specifieke cachering van zuiver aluminium, ideaal voor een geventileerde gevel.
  • Middelhoge gebouwen (brandklasse E + brandscherm)
    Ook hier kun je Utherm Wall LE of Utherm Wall A gebruiken, naargelang het type gevel. Let er wel op dat je om de twee verdiepen een brandscherm plaatst. Hiervoor kan je bijvoorbeeld een staalplaat (minstens 1 mm) gebruiken, maar ook een laag steenwol van 20 cm is mogelijk. Dankzij dit brandscherm wordt de spouw onderbroken en stopt het schouweffect.
  • Hoge gebouwen (onbrandbare materialen)
    Hier wordt het gebruik van onbrandbare materialen aanbevolen, maar toch kan je voor PIR-isolatie kiezen. Bescherm de isolatie dan met een gipsgebaseerde bouwplaat (K2 30 of EI 30). Zo creëer je een brandbeschermingsvermogen van minstens 30 minuten.

Voldoen bepaalde onderdelen niet aan de individuele voorschriften? Dan kan je de volledige gevelopbouw aan een grootschalige test onderwerpen volgens vastgelegde testnormen. Op die manier kun je alsnog de brandveiligheid van de gevel aantonen.

Deel dit artikel:
Onze partners