Vanaf 1 juli verandert er voor de bouwsector heel wat op het vlak van verzekeren. De nieuwe wet Peeters-Borsus bepaalt dat niet alleen meer architecten, maar ook aannemers en andere dienstverleners in de bouwsector verplicht zijn om een tienjarige aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Een tweede aanvullende wet, Peeters-Ducarme, heeft voor de dienstverleners in de bouw dan weer betrekking op de licht verborgen gebreken. “Al is het afwachten wanneer die wet er zal doorkomen”, vertelt Karl Vinck, zaakvoerder van Assiver, gespecialiseerd in bouwverzekeringen.
De gekende wet Laruelle ondergaat dus een stevige metamorfose, maar wordt niet volledig vervangen. De wet blijft bestaan. Ze geeft architecten de mogelijkheid om hun beroep in een vennootschap uit te oefenen. Enkel het onderdeel verplichte verzekering wordt er uitgelicht en in een nieuw kleedje gestoken. De wet Peeters -Borsus bepaalt dat vanaf 1 juli 2018 alle architecten, aannemers en andere dienstverleners in de bouwsector verplicht zijn om een tienjarige aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.
95 procent gedekt
Karl Vinck van Assiver kadert de wetswijziging: “In 2007 werd een wet gestemd waarbij de architect werd verplicht om zich te verzekeren. Die wet kwam er omdat de architect als een van de eersten binnen de sector de mogelijkheid kreeg om zijn of haar beroep als vrij beroep uit te oefenen binnen een vennootschap. Met als gevolg dat de bouwheer de nodige garanties verlangde. Om een situatie te voorkomen waarin een vennootschap wordt opgericht die plots niet meer blijkt te bestaan bij problemen, werd aan die wet een verplichte verzekering gekoppeld. En er werd ook meteen bepaald wat de inhoud van die verzekeringsdekking moest zijn. Die voldeed voor 95 procent aan de aansprakelijkheden die de architect kan oplopen.”
In de jaren die daarop volgden kwam men, wat betreft schadegevallen, tot de vaststelling dat de wet een mogelijkheid bood aan andere partijen om quasi zeker een vergoeding te krijgen wanneer een architect bij het schadegeval betrokken werd. “En die dekking was nogal ruim”, aldus Vinck. “Na een lange periode van gesprekken met de verschillende actoren in de sector werd geconcludeerd dat het niet mogelijk was om binnen de wet Laruelle de aannemer op hetzelfde niveau te laten verzekeren als de architect. Om het evenwicht te herstellen besloot de overheid daarom het verzekeringsluik uit de wet Laruelle te trekken en op het gebied van verplichte verzekering iedereen op hetzelfde niveau in te schalen in een nieuwe wet.”
Maximaal 500.000 euro
Maar ook de veralgemening en de betaalbaarheid van die verplichte verzekering – voor alle actoren en alle projecten klein of groot – riep heel wat vragen op. Vinck: “Daarom werden er beperkingen aan de wet toegevoegd. De verplichte verzekering geldt inderdaad voor alle partijen, maar enkel voor residentiële tienjarige projecten, met een plafond van 500.000 euro. Peeters heeft in dit verhaal enkel de consument voor ogen en grotere projecten komen niet aan bod. In vergelijking met de wet Laruelle, waar architecten verplicht verzekerd waren voor 95 procent van de aansprakelijkheden, daalt de dekkingsgraad ondanks de vervanging van de verzekeringsplicht door twee afzonderlijke wetten.
Lichte verborgen gebreken
Want naast een wet voor de “zware verborgen gebreken”, lees de 10 jarige aansprakelijkheid, voorziet de wet Peeters-Ducarme in een dekking voor de “lichte verborgen gebreken”. Deze tweede wet is echter enkel van toepassing op de dienstverleners in de bouwsector en dus niet op de aannemers. “Die wet zit nu bij de Raad van State en moet nog goedgekeurd worden”, verduidelijkt Vinck. “Maar de inhoud is tot op zeker hoogte gekend en als alles goed gaat zal ook deze wet in de loop van de komende maanden het levenslicht zien. We krijgen dus te maken met een nieuw en ingewikkelder verhaal. Met meer polissen, meer verzekeraars, meer experten en meer advocaten.” Een nieuw verzekeringslandschap waarin Assiver haar klanten zal begeleideden en ondersteunen, met maar één doel : een snelle en correct schaderegeling.”