Op de terreinen van Promat in Willebroek opende in september een nieuwe warmtekrachtcentrale. De centrale, door E.ON ontworpen, gebouwd en geëxploiteerd, bestaat uit een gasturbine van 4 MW en een warmterecuperatieketel, die zowel elektriciteit als warmte levert. De recuperatieketel heeft een maximale capaciteit van 25 ton stoom per uur, die rechtstreeks ingezet wordt voor de productieprocessen van Promat. De elektriciteitsproductie komt overeen met het gemiddelde elektriciteitsgebruik van 9.000 gezinnen.
Een warmtekrachtcentrale produceert elektriciteit én warmte, in dit geval stoom. De warmte wordt ingezet voor industriële processen. Dit resulteert in een hoog energetisch rendement en tot 30% minder brandstofgebruik in vergelijking met gescheiden conventionele productie van elektriciteit en warmte. Doordat het totale rendement van de installatie op meer dan 80% ligt, wordt ten opzichte van de gescheiden productie van elektriciteit en warmte op basis van aardgas jaarlijks ongeveer 2.000 ton aan CO2-emissies vermeden.
Goed voor het milieu en kostenefficiënt
Al in 2008 dacht Promat na over mogelijkheden om over te schakelen op groene energie. Pas nadat andere projecten afsprongen kwam een warmtekrachtcentrale ter sprake. Nadat bleek dat deze oplossing zowel goed voor het milieu als economisch rendabel was, nam Promat de beslissing om met E.ON in zee te gaan. “Deze installatie levert een belangrijke bijdrage aan het milieu, en is ook goed voor het bedrijf zelf”, vult Martin Hofman, Managing Director van E.ON Benelux aan. “Dankzij de hoge efficiëntie spaart Promat hoge energiekosten uit, wat de concurrentiepositie verbetert en voor een verhoogde bedrijfszekerheid zorgt.”
Deze warmtekrachtcentrale is bovendien niet de eerste stap die Promat zet in de richting van duurzaam ondernemen. Het bedrijf heeft ook al een uitgebreid zonnepanelenpark. Het goederentransport verloopt in de mate van het mogelijke over het vlakbij gelegen zeekanaal in plaats van over de weg.
Ondersteuning
De centrale in Tisselt is voor E.ON geen eindpunt, maar slechts het begin. Met de huidige installaties die E.ON nu al in België in bedrijf heeft gesteld, is al ongeveer voor 90.000 ton aan CO2-uitstoot vermeden. En er komen in de toekomst nog dergelijke projecten bij. Hofman: “Ondanks de hoge efficiëntie is er voor een kleine, gedecentraliseerde installatie als deze nog altijd ondersteuning nodig. Gelukkig garandeert Vlaanderen deze ondersteuning, en dit op lange termijn. Alleen zo kon dit project tot stand komen. Vele andere Europese lidstaten kunnen hier een voorbeeld aan nemen.”
Volgens Vlaams minister van Energie Bart Tommelein is de bouw van warmtekrachtcentrales een goede zaak: “We zetten in Vlaanderen volop in op zon en wind, maar ook op warmte-energie. Op vlak van groene warmteproductie is er nog veel progressiemarge. Groene warmte kan op termijn de helft van de Belgische doelstellingen rond hernieuwbare energie invullen, maar daar zijn we nog niet. Met elke nieuwe warmtekrachtcentrale worden we minder afhankelijk van de kerncentrales.”