Normering van zichtbeton in zicht

Aangezien zichtbeton de mogelijkheid biedt om structurele en esthetische eisen te combineren, wordt het steeds vaker toegepast door architecten. Het gebrek aan objectief meetbare esthetische criteria, de beschrijving van onrealistische eisen in de bestekken en diverse moeilijkheden bij de uitvoering leiden echter steeds vaker tot discussies over de kwaliteit van het eindresultaat. Een toekomstige Belgische normering van zichtbeton en een nieuwe Technische Voorlichting zouden hiervoor een oplossing moeten bieden. In WTCB-Contact nr. 36 verscheen onderstaand artikel.
Aangezien zichtbeton de mogelijkheid biedt om structurele en esthetische eisen te combineren, wordt het steeds vaker toegepast door architecten. Het gebrek aan objectief meetbare esthetische criteria, de beschrijving van onrealistische eisen in de bestekken en diverse moeilijkheden bij de uitvoering leiden echter steeds vaker tot discussies over de kwaliteit van het eindresultaat. Een toekomstige Belgische normering van zichtbeton en een nieuwe Technische Voorlichting zouden hiervoor een oplossing moeten bieden. In WTCB-Contact nr. 36 verscheen onderstaand artikel.




Wat is zichtbeton?

Momenteel wordt voorgesteld om zichtbeton in de toekomstige norm te definiëren als 'ter plaatse gestort beton met een oppervlak dat zichtbaar gelaten is en waaraan esthetische eisen worden gesteld'. Deze nieuwe definitie zou de huidige verwarring tussen sierbeton en zichtbeton de wereld uit moeten helpen. Zichtbeton wordt in deze definitie immers duidelijk omschreven als stortklaar beton, in tegenstelling tot sierbeton dat volgens de PTV 21–601 geprefabriceerd beton is van architectonische of industriële kwaliteit waaraan specifieke eisen gesteld worden.

Architectonisch beton – een andere regelmatig gebruikte term – komt als dusdanig niet voor in referentiedocumenten maar wordt doorgaans gebruikt om geprefabriceerd beton aan te duiden.




Nood aan regelgeving?

Ontwerpers en aannemers hebben veelal uiteenlopende ideeën en verwachtingen in verband met zichtbeton. Deze betonsoort wordt in bestekken bovendien te vaak zeer vaag omschreven als de 'inzet van een gladde bekisting'.

Bij gebrek aan Belgische referentiedocumenten inzake zichtbeton doet men soms een beroep op buitenlandse documenten die weliswaar de nodige interpretatie en achtergrondkennis vragen (zie WTCB-Dossier nr. 2007/4.4).



Het vervolg van dit artikel kan je hier lezen.

Geen abonnee? Klik op deze link.



Tekst:  N. Cauberg, ir., labohoofd, laboratorium Structuren, WTCB / J. Piérard, ir., adjunct-laboratoriumhoofd, laboratorium Betontechnologie, WTCB / J. Wijnants, ing., afdelingshoofd, afdeling Technisch Advies, WTCB


Deel dit artikel:
Onze partners