Nu ook propaan onder maaiveld mogelijk

De tweede uitgave van de norm NBN D51-006 staat op stapel. Hierdoor wordt het in de toekomst niet alleen eenvoudiger om propaangasbinneninstallaties om te bouwen tot aardgasinstallaties, maar ook omschakelen van stookolie naar propaan zal een stuk vlotter verlopen.
De tweede uitgave van de norm NBN D51-006 staat op stapel. Hierdoor wordt het in de toekomst niet alleen eenvoudiger om propaangasbinneninstallaties om te bouwen tot aardgasinstallaties, maar ook omschakelen van stookolie naar propaan zal een stuk vlotter verlopen.

Propaangas en aardgas worden vaak gebruikt om in bestaande situaties de energiebron, bijvoorbeeld stookolie, te vervangen. In heel veel woningen bevindt de te vervangen ketel zich in de kelder. In de eerste uitgave van de norm NBN D51-006 mocht propaangas absoluut niet onder het maaiveld worden geplaatst. Dit gas is immers zwaarder dan lucht, zodat bij een eventueel gaslek het gas zich zou ophopen in de kelder, met een gevaarlijke situatie tot gevolg. De tweede uitgave van deze norm biedt een technisch verantwoorde en veilige oplossing die een propaantoestel in de kelder, en dus onder het maaiveld, voortaan toch mogelijk maakt.




Slechts één toestel en leidingen uit één stuk

De norm is duidelijk: er mag zich slechts één toestel per toegankelijke ruimte onder het maaiveld bevinden. Dat kan gaan om een verbruikstoestel of een gasmeter voor propaangas. Bij propaan heeft men trouwens meestal geen gasmeter. Wie vroeger toch zijn propaangasinstallatie van een gasmeter wilde voorzien om zijn verbruik te controleren, moest die boven het maaiveld plaatsen. Met de nieuwe norm is er ook een ‘ondergrondse’ oplossing mogelijk. Absoluut niet toegelaten is een installatie in de kelder die bestaat uit verschillende toestellen met aftakkingen.


Gaslekdetector en betrouwbare controleconsole

In de kelder moet een gekeurde gasdetector staan, die vlak bij de bodem gemonteerd is. De gaslekdetector stuurt een magneetklep (normaal gesloten) aan die, binnen of buiten het gebouw, boven het maaiveld wordt geplaatst op de leiding naar het verbruikstoestel onder het maaiveld. Mocht er zich een gaslek voordoen, dan wordt de gastoevoer naar het verbruikstoestel automatisch afgesloten door die magneetklep


T-stuk voor druktest

Aan de uitgang van de eerstetrapsdrukregelaar moet een T-stuk gemonteerd worden. Het T-stuk maakt het gemakkelijk om de binneninstallatie te onderwerpen aan een dichtheids- en drukproef. Het T-stuk wordt afgesloten met een metalen stop. Gaat het om een uitbreiding, dan moet dit T-stuk stroomafwaarts en in de nabijheid van de verbinding tussen het nieuwe en bestaande gedeelte van de installatie worden voorzien.


1 gemeenschappelijke tweedetrapsdrukregelaar

Bij een propaangasinstallatie met meerdere verbruikstoestellen, wordt er slechts één enkele gemeenschappelijke tweedetrapsdrukregelaar gebruikt in plaats van een tweedetrapsdrukregelaar voor ieder toestel. Deze drukregelaar wordt buiten het gebouw in een kastje geplaatst, zo dicht mogelijk en zelfs het liefst tegen de gevel. De tweedetrapsdrukregelaar wordt voorafgegaan door een sectioneerkraan. Dat betekent een belangrijk pluspunt op het vlak van veiligheid omdat het gas met een veel lagere druk de woning binnenkomt. Deze norm is van toepassing op alle nieuwbouw propaangasinstallaties en installaties die omschakelen van energiebron. Met dat laatste bedoelen we bijvoorbeeld iemand die zijn stookolieketel in de kelder wil vervangen door een propaangasinstallatie. Bij bestaande propaangasinstallaties mag men echter nog op de oude manier uitbreiden, met een tweedetrapsdrukregelaar voor elk verbruikstoestel


Bron: Cerga news
Deel dit artikel:
Onze partners