In het kader van de coronacrisis kondigde de federale regering op 20 maart aan dat het onderscheid tussen economische werkloosheid en tijdelijke werkloosheid door overmacht tijdelijk vervalt en dat de aanvraag- en aangifteprocedure ervoor vereenvoudigt. Deze aangepaste regeling, die overigens ook op interieurarchitecten van toepassing is, geldt voorlopig van 13 maart 2020 tot 30 juni 2020.
Werkgevers die hun werknemers tijdelijk werkloos moeten stellen, kunnen kortstondig beroep doen op het stelsel van tijdelijke werkloosheid door overmacht met een verruimde interpretatie van het begrip overmacht. Alle situaties van tijdelijke werkloosheid als gevolg van het coronavirus worden tot 30 juni beschouwd als tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.
Ook de aanvraag- en aangifteprocedure voor dit aangepaste stelsel van tijdelijke werkloosheid werd vereenvoudigd. De werkgever moet nog maar één formulier indienen waarop de gegevens staan die nodig zijn om de uitkering te berekenen en te betalen. Alle aanvragen voor tijdelijke werkloosheid wegens overmacht zullen automatisch worden aanvaard. De werkgever zal zijn aanvraag bijgevolg niet meer moeten verantwoorden.
De werknemer ontvangt 70 procent van het gemiddeld geplafonneerd loon - geplafonneerd op 2.754,76 euro - als uitkering waarvan een bedrijfsvoorheffing van 26,75 procent wordt ingehouden. De RVA zal bovenop die tijdelijke werkloosheidsuitkering een complement van 5,63 euro per dag betalen. Bovendien worden de dagen tijdelijke werkloosheid gelijkgesteld met arbeidsdagen voor de jaarlijkse vakantie.
De RVA en de uitbetalingsinstellingen stellen alles in het werk om de tijdelijke uitkeringen in de loop van april aan de tijdelijk werklozen te betalen. Degenen waarvoor dat niet zo snel lukt, krijgen een voorschot uitbetaald. Zo wil de regering voorkomen dat deze mensen weken of zelfs maanden op een uitkering moeten wachten, waardoor ze hun vaste kosten uiteindelijk niet meer zullen kunnen betalen.