De open oproep voor het op- en afrittencomplex van Diepenbeek waarover we vorige week berichtten werd gewonnen door de tijdelijke vereniging ARCADIS - Bureau Bas Smets. Het project voorziet ook in een nieuwe brug aan de aansluiting van de N76 op de autosnelweg E313.
Bureau Bas Smets focuste zich vooral op de landschappelijke aspecten. ARCADIS boog zich over de verkeersplanologische, de verkeerstechnische en de infrastructurele aspecten.
Ontwerpend onderzoek en verkennende visieHet op- en afrittencomplex te Diepenbeek is bijzonder. Het onderscheidt zich enerzijds door zijn ligging op de grens van twee landschappen en anderzijds door zijn ligging ten opzichte van de snelweg.
De autosnelweg E313 rijdt doorheen verschillende landschappen, gekenmerkt door een verschillende topografie, een verschillende hydrografie en een verschillende vegetatie. Ter hoogte van Diepenbeek wordt de overgang gemaakt van het Kempens Plateau naar het glooiende landschap van Haspengouw.
Het op- en afrittencomplex vormt hier de poort tot Haspengouw. Door de verdiepte ligging van de autosnelweg is de verkeerswisselaar visueel sterk aanwezig. De herinrichting biedt de opportuniteit om deze overgang tussen landschappen scherper te stellen en beter vorm te geven.
De verkeerswisselaar ontleent zijn vorm daarom aan een grondige lezing van de omringende landschappen. Infrastructuur, landschappelijke inpassing en architectuur vormen daarbij één onscheidbaar geheel. Ten noorden wordt het karakter van het gebouwde landschap versterkt, met zijn objecten zoals de watertoren, de gsm-mast en de carpool parking. Ten zuiden wordt het cultuurlandschap van Haspengouw doorgetrokken onder het complex tot aan de snelweg. De verkeerswisselaar zelf wordt overheen deze twee landschappen gespannen, in een omarmende beweging. Er ontstaat een helder schema waarbij landschap en infrastructuur elkaar versterken.
DuurzaamheidDuurzaam ontwerpen gaat in de eerste plaats over een intelligent gebruik van hetgeen voorhanden is. Het ontwerpteam wilde daarom inzetten op de kwaliteiten van de verschillende landschappen waartussen het complex zich bevindt. Door deze landschappen te versterken worden ze herkenbaar als structuren met een eigen identiteit. Daarbij gaat het over de juiste inplanting van de infrastructuur, zowel in het vlak als in de hoogte. De taluds worden zorgvuldig ontworpen en nadien aangeplant met een streekeigen soort die elk landschap versterkt. Zo ontstaat een heldere en herkenbare aanleg.
Er is extra aandacht voor de fietsers, die overheen de snelweg rijden, van het ene landschap naar het andere. Op die manier weet de fietser op elk moment waar hij zich bevindt en kan hij zich plaatsen in het landschap. De noodzakelijke onderdoorgangen zijn op die manier slechts een korte onderbreking in het traject.
Ook het openbaar vervoer speelt een belangrijke rol : het nieuwe busstation zal bijdragen tot het maken van een ontmoetingsplaats tussen de verschillende verkeersmodi. Op deze plek komen bushalte, fietsparking en carpool parking samen.
Landschappelijke en
verkeerskundige studieHet ontwerp is opgevat als een dubbele studie. Enerzijds vanuit een lezing van het landschap, anderzijds vanuit een verkeerskundige studie. Beide studies versterken elkaar en vormen één geheel.
VerkeerswisselaarHet op- en afrittencomplex wordt vanuit de karakteristieken van het landschap vormgegeven. Ten noorden sluit het aan bij het meer industrieel karakter. De taluds worden steiler aangelegd, zodat de insnijding van de autosnelweg voelbaar wordt. Ten zuiden wordt het cultuurlandschap doorgetrokken onder de verkeerswisselaar. Het glooiend landschap zal hier worden waargenomen. Aanplantingen van sierfruitbomen versterken deze visuele band met Haspengouw. De verkeerswisselaar zelf ligt deels op talud, deels op kolommen. Het vormt een zelfstandig element dat overheen de twee landschappen gespannen is.