‘Misschien is het beter om een slag om de arm te houden en gewoon te stoppen met bouwen aan de kustlijn’, schrijft pers- en communicatieadviseur Joeri Casteleyn bij de start van de zaak van een groep Oostendenaren tegen de plannen van een bouwpromotor om een wolkenkrabber op te trekken in beschermd gebied.
Vlamingen blijven een raar volkje. Terwijl de hele wereld zich voorbereidt op een stijgende zeespiegel, beginnen wij met zijn allen appartementen te bouwen langs de kustlijn, wil iedereen een appartement zo dicht mogelijk bij de zee en doen promotoren er alles aan om aan dit verlangen van de Vlaming te voldoen. Elk stukje duin of verlaten kademuur komt op dit in aanmerking om er een appartement op te plaatsen.
Vertel dit aan iemand uit Bangladesh die dit jaar net zijn derde overstroming in zijn delta achter de rug heeft, laat hem vervolgens een Vlaming tekenen en gegarandeerd dat hij kieuwen aan de zijkant van ons hoofd plaatst. Niemand is nu nog gek genoeg om zo dicht tegen de zee te gaan wonen, tenzij je er kan in overleven.
Maar niet de Vlaming dus. Die blijft de zee opzoeken. Net zoals de bouwpromotoren. Die blijven gronden zoeken langs de kust om er te bouwen. Zo ook nu opnieuw in Oostende waar men aan een verlaten dok nieuwe appartementen wil laten verrijzen, een twaalftal woontorens, tot wel 42 verdiepingen hoog.
Als natuurbeschermers en lokale bewoners protesteren, dan krijgen ze te horen: ‘daar stonden vroeger ook fabrieken’, ‘het is nu eenmaal verkocht aan de bouwpromotor, hij moet bouwen’, of ook een hele goeie: ‘Dat koninklijk besluit van 1976 dat dit gebied zou beschermen? Dat is een relict’.
Het geeft je een hele mooie inzage hoe bouwpromotoren denken als de wetgeving niet hun richting uitgaat. Dan is alles een relict. In tegenstelling uiteraard tot hun nieuwbouw.
En die stijgende zeespiegel dan? Daar is daar echt niemand mee bezig. (Niet vergeten: we hebben kieuwen.)
Voor de Vlaamse kust wordt een stijging van de zeespiegel van één meter voorspeld tegen 2100. Maar verschillende signalen van het klimaat van de afgelopen weken voorspellen weinig goeds: we beleven het warmste jaar in 120.000 jaar (VN secretaris-generaal Guterres spreekt onomwonden van het begin van de instorting van het klimaat), de bosbranden in Canada hebben al evenveel CO2 geproduceerd als Japan in één jaar, en dat is dan nog maar Canada… Dit zijn allemaal elementen die nog niet in die prognose opgenomen zijn van één meter.
Misschien is het dus beter om een slag om de arm te houden en gewoon te stoppen met bouwen aan de kustlijn. Dan kun je nog altijd het eerste plan van de bouwmeester uitvoeren om ons te beschermen tegen de stijgende zeespiegel: het creëren van overstromingsgebieden door de kustlijn op bepaalde plaatsen te doorbreken.
Een buitenstaander die vanaf de zee naar onze kust kijkt, zou trouwens denken dat dat onze oplossing is voor de stijgende zeespiegel: een ondoordringbare appartementsmuur van zestig kilometer, van Knokke tot De Panne, om zo de meest extreme stijging van de zeespiegel te doorstaan.
GEHEUGEN
De verstarde visie van bouwpromotoren (‘grond dient om op te bouwen en als het kan zo hoog mogelijk’) botst dan ook faliekant met de huidige klimaatveranderingen waarvan niemand weet waar die ons uiteindelijk zal doen aanspoelen.
Wie in de Beekstraat of de Rivierendreef woont, moet niet verwonderd zijn dat zijn straat onderloopt bij een felle wolkbreuk. De naam van de straat komt ergens vandaan. Daar lag vroeger een beek. Daar stroomde vroeger een rivier. En nu zijn ze daar terug – de beek, de rivier, – om hun plaats in onze toekomst terug op te eisen.
Grond is dus niet langer zo maar grond. Grond heeft een geheugen, een geschiedenis en een toekomst. Iets wat we de afgelopen tientallen jaren vergeten zijn in een Vlaanderen dat volloopt met opgewonden bouwpromotoren die vervolgens op hun beurt Vlaanderen met beton hebben laten vollopen.
Dat verlies van geheugen hebben we proberen te compenseren met gigantische rioolwerken als compensatie voor beken en plassen die we gedempt hebben en rivieren die we recht getrokken hebben. En dat tegen een gigantische kostprijs. En ondertussen keren de rivieren en beken bij elke extreme regenbui meer en meer terug en zijn onze riolen niet langer in staat deze toevloed te slikken, als ze al niet ingestort of dringend aan vervanging toe zijn.
Precies dezelfde fouten maken we nu aan de kust, in Oostende, aan het Vuurtorendok: de natuur opofferen voor nieuwbouw. Ook daar is men nu het geheugen van de grond vergeten.
Wie er een oude kaart van Oostende bij haalt – laat ons zeggen 1600, voor een bouwpromotor moet dat dan een relict in het kwadraat zijn – ziet dat Oostende op dat moment omgeven is met slikken en schorren. Het geheugen van die grond zegt dan ook dat je er niet moet bouwen, dat de natuur zal terugkeren, dat je die plaats moet vrijhouden voor de zee.
Wie daar nu appartementen laat bouwen, bindt de handen van toekomstige generaties op hun rug om zich te beschermen tegen een stijgende zeespiegel, door net op die plaatsen waar men de zee wat ruimte zouden kunnen geven net nu nog appartementsblokken te plaatsen.
Want het is duidelijk wat er zal gebeuren over bijvoorbeeld 50 jaar als men dan toch zou beslissen om een bres in de dijk te maken om de zee meer ruimte te geven. Mensen met een appartement van 2 miljoen euro met zwembad zullen ook dan iets dichter bij de politiek staan dan mensen die in een vergeten wijk onder zeeniveau wonen. De keuze van de politiek zal snel gemaakt zijn waar de bres zal komen. Niet dwars door de appartementen, alleszins.
De schadevergoeding die men de bouwpromotor nu zou moeten betalen als zijn project niet door zou kunnen doorgaan verdwijnt in het niet ten opzichte van de maatschappelijke en financiële kostprijs van een ondergelopen wijk voor de volgende generatie.
De discussie over de appartementen aan het Vuurtorendok is dan ook geen lokale zaak. Het gaat hem om de vraag in welke mate onze politiek kan omgaan met de klimaatverandering, in welke mate ze bij bouwvergunningen wil rekening houden met de volgende generatie en een stijgende zeespiegel, ook al is daar nu nog heel weinig van te merken.
Wie daar wel al van doordrongen is, is de fiscus. Zo verwierp de fiscus onlangs de ingebrachte kosten voor een appartement aan zee, omdat door de klimaatopwarming de zeespiegel zal stijgen, en het gelijkvloersappartement onverkoopbaar zal worden. Daar weet men dus blijkbaar nog niet dat Vlamingen van de toekomst kieuwen zullen hebben.
Joeri Casteleyn is pers- en communicatieadviseur en omschrijft zich als ‘Geboren Opexnaar’. Dit opiniestuk veerscheen eerder in Knack.