OPINIE. “Architecten moeten neen durven zeggen tegen de versmachtende regelzucht” (Vincent Van Den Broecke)

In DS Magazine van zaterdag 9/9/2023 las ik volgende passage: “Ik ken veel mensen die denken dat hun verbouwing na twee, drie jaar afgerond zal zijn, maar er uiteindelijk twintig jaar in blijven hangen. Ik wist van bij het begin: we gaan er twintig jaar over doen. Als je er met die ingesteldheid aan begint, valt het altijd beter mee dan gedacht.” Het deed me oprecht deugd deze getuigenis te lezen. Niet alleen wijkt dit geluid af van hetgeen we doorgaans in de media te horen of te lezen krijgen, het is ook hoe minstens een belangrijk deel van de mensen willen kopen, wonen en verbouwen. Op eigen tempo, volgens eigen inzicht én beschikbare middelen.

Nochtans maakt de Vlaamse overheid precies die aanpak - o.a. door de renovatieplicht - quasi onmogelijk. Mede door die bijkomende verplichting wordt wonen immers nóg duurder en voor steeds meer mensen nog moeilijker bereikbaar.

Voorstanders van de renovatieplicht trekken dit standpunt nochtans in twijfel omdat de renovatieplicht een neerwaartse druk zou veroorzaken op minder goed presterende woningen. Maar zelfs in gebeurlijk geval vergeet men dan dat de verplichte renovatiekost - binnen 5 jaar na de zwaarste aankoop uit iemands leven - de vermeende minderwaarde van het pand zelf vér overstijgt, en dat woningen die wél goed presteren aantoonbaar duurder geworden zijn.

 

Betaalbaar wonen?

In die zin is het kunnen beschikken over een “conforme” woonst, mede onder invloed van de renovatieplicht, wel degelijk duurder geworden en mist de renovatieplicht minstens één van haar impliciete doelstellingen, namelijk betaalbaar wonen (cfr. Robrecht Bothuyne, Vlaams Parlementslid voor CD&V, op X, het voormalige Twitter).

Wordt het daarom geen tijd dat wij architecten onze stem wat meer laten horen in dit debat? Dat wij ons met onze ervaring, kennis, kunde en creativiteit niet enkel meer voor de kar van de overheid laten spannen maar het terug meer opnemen voor diegenen voor wie het er écht toe doet? Voor hen waarvoor we ontwerpen? Voor datgene waar we écht in geloven?

 

Wet 1939

Want staat er in de befaamde Wet 1939 - dan wel in de memorie van toelichting die eraan voorafging - niet dat de architect niet alleen moet instaan voor de “veiligheid der bewoners”, “hygiëne der woningen”, “esthetiek der woningen” en “medewerking aan het behoud van het artistiek bezit van het land” maar eveneens voor “de verdediging der kapitalen, die door den meester van het werk in de gebouwen belegd zijn”?

Zo lang de overheid meent dat de Wet 1939 niet gemoderniseerd moet worden, kunnen we nét die laatste eis maar beter gebruiken om de wetgever te wijzen op één van onze wettelijke kerntaken. Zeker in het kader van het recht op wonen lijkt mij dat een niet te miskennen argument.

 

Mens centraal

Een welgemeende oproep dus, beste collega’s, om de mens in onze projecten weer centraal te stellen. Om terug meer voor het wonen te kiezen dan enkel voor de woning. Om neen te durven zeggen aan de versmachtende regelzucht.

Men zal ons daar later dankbaar voor zijn, daar ben ik van overtuigd.

 

Vincent Van Den Broecke is architect-bestuurder bij Blanco Architecten.

Deel dit artikel:
Onze partners