De Stad Hasselt heeft onlangs een bestek uitgeschreven om een ontwerpteam aan te duiden voor de herbestemming van de Sint-Hubertussite. De kerk zal er plaats ruimen voor een kerkpark en de pastorij wordt het nieuwe ontmoetingscentrum voor het stadsdeel Runkst. Volgens Bart Coenegrachts, voormalig vennoot bij De Gouden Liniaal Architecten en tevens naaste buurtbewoner, getuigt het bestek van een ondermaatse projectdefinitie en zware onderschatting van het budget. "Ik ben zelf zeker geen tegenstander van wedstrijdformules, maar enkel indien het aantal geselecteerden wordt beperkt en er een correcte vergoeding tegenover het geleverde werk staat", zegt hij in onderstaand opiniestuk. Vorig jaar was op architectura.be al eenzelfde geluid te horen over het verloop van een ontwerpwedstrijd voor een ander Hasselts project, namelijk de nieuwbouw van de Provinciale Kunsthumaniora in opdracht van de Provincie Limburg.
Dat de Sint-Hubertussite met kerk en pastorij in Runkst zal herbestemd worden, is al lang geen geheim meer. Waar er eerst de idee was om de kerk te renoveren en er een nieuwe functie aan te geven, heeft de stad Hasselt enige tijd geleden beslist om de kerk quasi volledig af te breken (enkel de muren rond het koor met muurschilderingen van Paul Nolens dienen behouden te blijven). Daarnaast wordt het bestaande pastoriegebouw gerenoveerd en uitgebreid tot een nieuw ontmoetingscentrum. De hele site, inclusief het ontmoetingscentrum, wordt omgevormd tot een ontmoetingsplein en -park. Voor deze ontwerpopdracht heeft de stad Hasselt onlangs een bestek uitgeschreven om een ontwerpteam aan te duiden. Geïnteresseerde ontwerpteams kunnen zich kandidaat stellen vóór 11/03.
Als naaste buurtbewoner kijk ik erg uit naar deze ontwikkeling. De keuze van het stadsbestuur om de volledige site te herontwikkelen voor openbaar nut kan ik alleen maar toejuichen en verdient alle respect. Maar toen ik onlangs inzage kreeg in het bestek van deze ontwerpopdracht, sloeg mij toch de schrik om het hart.
Het stadsbestuur profileert zich als een zeer ambitieuze bouwheer in dit project. Tevens zijn er de afgelopen jaren een aantal overlegmomenten geweest met de buurtbewoners, waarbij iedereen zijn visie mocht uiten over deze site. Ook de belangstelling van het stadsbestuur was hierbij erg groot (getuige het aantal aanwezige schepenen dat haast niet op één hand te tellen was…).
"In het beste geval gebruiken architectenbureaus hun verstand en doen ze niet mee in deze manier van werken. In het slechtste geval wordt er een ontwerpteam aangesteld dat niet de kwaliteit kan leveren die deze site vraagt."
Het gepubliceerde bestek voor de aanduiding van het ontwerpteam staat echter haaks tegenover de hoge ambities van de stad. Als gewezen architect - 12 jaar in de praktijk, waarvan 6 jaar medevennoot van een bureau met veel ervaring in publieke wedstrijden - en nu reeds 10 jaar ervaring in de uitvoering van (middel)grote bouwprojecten mag ik toch spreken over enige expertise te beschikken om hierover te kunnen oordelen. Een ambitieus en goed project begint met een goede projectdefinitie en onderbouwd bestek. De huidige publicatie is dit allerminst en getuigt van een zeker amateurisme.
Eens te meer stel ik vast dat een openbaar bestuur zich zondigt aan dit soort praktijken: een ondermaatse projectdefinitie met zware onderschatting van het budget waarbij er dan nog een uitgebreide projectvisie wordt gevraagd aan de ontwerpers zonder enige vergoeding. In het beste geval gebruiken architectenbureaus hun verstand en doen ze niet mee in deze manier van werken. In het slechtste geval wordt er een ontwerpteam aangesteld dat niet de kwaliteit kan leveren die deze site vraagt (beperkt ereloon én beperkt budget).
Voor alle duidelijkheid: alvorens in de pen te kruipen heb ik eerst gepoogd mijn bekommernissen te uiten bij de leidend ambtenaar, die me echter heeft doorverwezen naar het beleid. Ook bij het kabinet van de bevoegde schepen heb ik mijn bekommernissen geuit. Na enkele dagen heb ik een antwoord ontvangen (waarvoor dank!) dat de lopende procedure niet zou worden stopgezet.
Doel van mijn schrijven is niet de “ambetante, klagende burger” uit te hangen, wel mijn bekommernissen te uiten over de beoogde ambities, die ik niet haalbaar zie met de lopende aanpak, en vooral dit soort procedures, waarvan architecten weer het slachtoffer dreigen te worden, aan de kaak te stellen. Ik ben zelf zeker geen tegenstander van wedstrijdformules, maar enkel indien het aantal geselecteerden wordt beperkt tot een drietal en er een correcte vergoeding tegenover het geleverde werk staat.