Te veel stadsbesturen blijven dansen naar de pijpen van projectontwikkelaars. Dit is een van de (boude) stellingen die aan bod kwam tijdens een panelgesprek rond de uitdagingen van innovatief ruimtegebruik en de rol van lokale besturen, op initiatief van het Vlaams Departement Omgeving, NAV en Redactiebureau Palindroom. Het panelgesprek werd samengevat in een artikel op deze site en trok onmiddellijk de aandacht van Catherine Vangilbergen, development manager bij Van Roey Vastgoed, omwille van het actuele thema en de gewaardeerde deelnemers. Wel betreurt ze dat er een perspectief ontbrak, met name dat van de projectontwikkelaar zelf. “Een gemiste kans misschien, zeker wanneer eerder genoemde stelling wordt geponeerd en becommentarieerd.” Daarom kroop Catherine Vangilbergen in haar pen en bezorgde ons deze column.
Hoewel de stelling in kwestie genuanceerd werd tijdens het panelgesprek, wringt het dat dergelijk statement überhaupt wordt naar voren geschoven. Dat je als projectontwikkelaar vaak de minst graag geziene gast bent op het feestje, zonder een calimero-houding te willen aannemen, is een gegeven. Ongetwijfeld zijn deze vooroordelen ook ontstaan met een reden. Dit wil echter niet zeggen dat alle projectontwikkelaars alleen voor rendement gaan, zonder te kijken naar de kwaliteit. Een dergelijke vooringenomenheid, al is deze in sommige gevallen ongetwijfeld terecht, kan potentieel in de weg staan van een waardevolle dialoog tussen ontwikkelaar en lokaal bestuur.
Dit kan dus misschien aanvullend als obstakel of uitdaging worden vermeld.
"De ervaring leert dat wanneer het financiële aspect uit de taboesfeer wordt gehaald tijdens de dialoog met een lokaal bestuur, er creatief en constructief kan worden samengewerkt om te komen tot een geslaagd project. Dit is vaak een complex traject, maar het biedt finaal wel die meerwaarde voor de stad of gemeente, zijn inwoners en de uiteindelijke bewoners van het project, zonder daarmee de financiële haalbaarheid van een project te ondermijnen."
Als gepassioneerd projectontwikkelaar start je telkens opnieuw met een duidelijke ambitie: een project moet niet alleen fantastisch zijn om te wonen voor de toekomstige bewoners, maar ook een maatschappelijke en ruimtelijke meerwaarde bieden voor de buurt en de stad of gemeente. Naast deze ambitie bestaat echter ook een economische realiteit. De eerste stap in een ontwikkeling lijkt op papier vrij eenvoudig, met name het verwerven van een grondpositie. Private grondeigenaars, maar ook lokale besturen, opteren daarbij in de meeste gevallen ook een zeer simpel principe: verkopen aan de hoogte bieder. Een lokaal bestuur zou natuurlijk ook kunnen opteren om te gaan voor de bieding met de grootste maatschappelijke meerwaarde in plaats van de hoogste prijs.
Dit kunnen we dan misschien vermelden als opportuniteit?
Na verwerving van een grond, op zich minder eenvoudig dan het lijkt, selecteert men een sterk ontwerpteam om samen een dialoog op te starten met het lokale bestuur. Het doel van de dialoog is om finaal te komen tot een project dat beantwoordt aan alle verwachtingen, zonder hierbij echter de cijfers uit het oog te verliezen. Bewust van het feit dat alleen al het vermelden van de financiële kant van de zaak mogelijks de vooroordelen over “de projectontwikkelaar” terug bovenhaalt, blijft dit een onderdeel waar je als ondernemer toch moet mee rekening houden. Zeker als je een actieve rol wil blijven opnemen in de kwalitatieve verdichting van Vlaanderen en dus mee die meerwaarde wil blijven realiseren. Want projectontwikkelaars hebben inderdaad financiële middelen en kunnen die inzetten om maatschappelijke meerwaarde te creëren. De nuance bestaat erin dat deze financiële middelen niet oneindig zijn.
De ervaring leert dat wanneer het financiële aspect uit de taboesfeer wordt gehaald tijdens de dialoog met een lokaal bestuur, er creatief en constructief kan worden samengewerkt om te komen tot een geslaagd project. Dit is vaak een complex traject, maar het biedt finaal wel die meerwaarde voor de stad of gemeente, zijn inwoners en de uiteindelijke bewoners van het project, zonder daarmee de financiële haalbaarheid van een project te ondermijnen.
En nee, dit is niet hetzelfde als naar de pijpen dansen van een projectontwikkelaar.