De plannen van de Europese Commissie voor een natuurherstelwet leiden tot onrust. Met de stikstofcrisis in het achterhoofd wordt gevreesd dat bijkomend natuurherstel de druppel is voor onze industrie en landbouw. Maar klopt die kritiek?
In zijn lezenswaardige boek De onderwerping behandelt Philipp Blom de menselijke obsessie met het overheersen van de natuur. Hij schrijft over De val van Icarus van Bruegel de Oude. Het schilderij gaat ogenschijnlijk over de lotgevallen van de arme Icarus, die de zee in spartelt door zijn kinderlijke hoogmoed. Maar op de voorgrond zien we een Vlaams akkerlandschap uit de 16de eeuw. Blom blijft niet hangen bij het thema van de hybris, maar gaat dieper in op de boer die rustig voortploegt. Hij heeft de val schijnbaar niet gezien. Ook het lijk aan de rand van het bos ontsnapt aan zijn aandacht. En wat dan te denken van het schip in de baai, dat symbool staat voor de opening naar de rijkdom van de Nieuwe Wereld?
De rest van het verhaal is bekend. De Lage Landen werden de spil in een internationale wereldhandel. En de natuur werd verder onderworpen, in Europa en in de kolonies. Dat bracht ons rijkdom. De ligging aan wereldhavens leidde tot een ongekende spurt in de industriële ontwikkeling van ons land. De wereldhavens verslonden dorpen, natuur én landbouwers. Maar ook de landbouw zelf veranderde. Een landbouwer teelde vroeger zelf voer voor zijn dieren en gebruikte hun mest voor zijn akkers.
Die gesloten kringloop is verdwenen. Vlaanderen importeert jaarlijks zo’n 600.000 ton soja voor het veevoer. Landbouw en industrie blijven hoofdrolspelers in onze regio.
Het is weinig verrassend dat net landbouw en industrie bezorgd zijn over de voorgestelde Europese Natuurherstelwet. Het globale doel van die wetgeving is om tegen 2030 natuurherstel door te voeren in ten minste 20 procent van de land- en zeegebieden van de EU. Ook in rurale en stedelijke gebieden moet de natuur worden hersteld, terwijl onze rivieren wilder en vrij moeten worden.
Vloeken in de kerk
Niemand is principieel tegen natuurherstel. Het is de missing link in de strijd tegen klimaatverandering, nu het draineren van moerassen en ontbossen van wouden bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Natuurherstel helpt bij de aanpassing aan klimaatverandering, is goed voor onze gezondheid, helpt bij het herstel van bestuivers. Ook de natuur wint erbij. Bedreigde soorten en habitats hebben te weinig ruimte.
Daar ligt het kalf gebonden: de strijd om ruimte. Na de recente politieke crisis over het stikstofbeleid, lijkt de gedachte aan ‘nieuwe’ natuurwetgeving vloeken in de kerk. Zullen de vergunningen voor landbouw en industrie over enkele jaren opnieuw op de helling komen te staan? En wat met het veenherstel in landbouwgebieden? Die vrees lijkt overtrokken. Wie door Europa en Vlaanderen rijdt, merkt dat er maar één diersoort is die het continent overheerst: de mens. Met dit voorstel wordt dat nu voor het eerst lichtjes gecorrigeerd. De menselijke overheersingsdrang wordt gekanaliseerd naar natuurherstel. Een duidelijke win-win. Elke euro die we investeren in natuur, verdienen we als samenleving dubbel en dik terug. De kostprijs van de effecten van klimaatverandering en natuurverlies op mens en economie is veel groter dan de investering in natuurherstel.
Klopt het dat dit voorstel een juridische revolutie is? De critici lijken te vergeten dat ook de bestaande Europese milieuwetgeving al op natuurherstel inzet. Het herstel van de door stikstof overbelaste gebieden is al verplicht op basis van de Habitatrichtlijn. Idem voor de Kaderrichtlijn Water en de strijd voor proper water en natte natuur. Met de nieuwe natuurherstelwet worden al die indirecte herstelverplichtingen eindelijk gebundeld. Er komt structuur. Net omdat de Commissie vaststelde dat de lidstaten aarzelden en die bestaande herstelverplichtingen te vaak niet uitvoerden. Zonder deadlines leek het geen prioriteit.
Net op dat punt biedt de nieuwe wetgeving een kans. We worden eindelijk uitgedaagd om concreet aan te geven waar we met de natuur in onze regio’s naartoe willen. Voorbij de postzegelbenadering dus. De natuurherstelwet laat overigens maatwerk per lidstaat toe. Het spreekt voor zich dat het Vlaamse natuurherstelplan er anders zal uitzien dan het Zweedse. Al ligt de natuurherstelwet daar ook gevoelig, vanwege de impact op de grootschalige bosexploitaties. Zo heeft elke lidstaat eigen besognes.
Pappen en nathouden
Dat de voorgestelde wet verder gaat dan de al afgebakende natuurgebieden (die 10 procent van ons grondgebied omvatten) is de logica zelve. Het heeft weinig zin om elders natuur te herstellen, terwijl bestaande natuur verder verdwijnt. Dat eist de bestaande wetgeving in Vlaanderen nu al.
Sinds de coronacrisis vormt natuur dicht bij huis een evident (mensen-)recht. Ook de landbouw vaart overigens wel bij een meer afwisselend landschap, met ruimte voor waterbuffering en schaduw. Hoe zullen we anders omgaan met de droogte- en hittegolven die in het verschiet liggen? Natuurherstel zal bijdragen tot een meer robuuste natuur, die beter tegen een stootje kan dan nu het geval is.
Dat de stikstofcrisis nu van het schap wordt gehaald als ultiem argument om tegen die nieuwe wet te stemmen, zegt vooral iets over het gebrek aan ernst waarmee we in het verleden omsprongen met internationale milieuwetgeving. Pappen en nathouden werkt niet, dat is de voornaamste les van die crisis. Niet dat we geen nood hebben aan ambitieuze milieudoelen, we lijken vooral niet te willen leren uit eerder falend beleid.
De vraag rijst wie de Icarus is in dit debat. De Europese Commissie die bij monde van Frans Timmermans stelt dat we niet zonder de natuur kunnen? En die zowel de kapitein van het schip als de boer op Bruegels schilderij tot meer terughoudendheid oproept? Of zijn het de criticasters die zo bevreesd lijken voor die vreemde, wilde natuur die meer verweven wordt met het leven van de Vlaming? Moeten we doen alsof onze neus bloedt, zoals de boer op Bruegels schilderij? Of is een andere benadering mogelijk? Het lot van de Europese natuurherstelwet kan een eerste indicatie vormen dat we de eeuwenlange overheersing van de natuur door de mens kunnen ombuigen. Dat is niet alleen in het belang van de natuur, maar ook van de mens zelf.
Hendrik Schoukens is docent milieurecht (UGent) en schepen van Milieu (Groen) in Lennik. An Cliquet is hoofddocent aan de Vakgroep Internationaal Publiekrecht (UGent). Dit opiniestuk verscheen eerder in de krant De Standaard.