OPINIE. "Een beetje minder beenruimte in ruil voor een krachtiger klimaatbeleid" (John Vandaele)

In maart jongstleden bezocht ik in Yangambi, diep in het Congolese regenwoud, de fluxtoren die het ‘ademen’ van het woud – de opname en emissie van CO2 en zuurstof – nauwkeurig in kaart moet brengen. Deze 57 meter hoge toren werd een jaar geleden van de Keniaanse kust naar het hart van Congo gebracht, en daar stuk voor stuk met beperkte middelen opgetrokken (dat laatste mag je zelfs letterlijk nemen). De opbouw van deze eerste fluxtoren in het Congolese regenwoud en het onderzoek zelf – ook van de bodem in de omgeving – werd en wordt goeddeels uitgevoerd door onderzoekers van de UGent. Een andere ‘Gentenaar’ die ik daar in het hart van Congo op het lijf liep, was Wannes Hubau die al meer dan 500 dagen onderzoek in het oerwoud heeft verricht. Hij heeft samen met anderen aangetoond – onder meer met een baanbrekend artikel in Science - waarom het Centraal-Afrikaanse regenwoud nu de eerste long van de wereld is geworden

Als Gentenaar en oud-student van de UGent voelde ik een zekere fierheid dat mijn alma mater dergelijk belangrijk klimaatonderzoek verricht. Ik maakte mijn fierheid ook wereldkundig op sociale media. Maar eigenlijk was ik nogal  kortzichtig. Want terug thuis vernam ik dat de UGent gaat snijden in sommige van zijn investeringen in de eigen duurzaamheid.

 

Lage lat

Nu begint het er al mee dat de UGent als het om zijn eigen duurzaamheid gaat, de lat niet echt hoog legt. De Gentse unief wil tegen 2050 klimaatneutraal zijn. Voor een kennisinstelling in een rijke stad in een rijk land, is dat te weinig. Dat is immers wat heel Europa nastreeft. Ik ga er evenwel van uit dat een kennishuis meer dan wie ook weet wat er met de klimaatverandering op ons afkomt en hoe snel er gehandeld moet worden. Zij zou de weg moeten tonen. De slogan van de UGent is ‘Durf denken’. Inderdaad: durf te denken en ernaar te handelen!

De UGent weet niet alleen wat er op ons afkomt. Ze weet ook wat er achter ons ligt. Ze zou dus moeten weten dat ons land een van slechts vier landen is met gecumuleerde historische emissies van meer dan 1000 ton CO2 per hoofd. Er zijn dus ook historische redenen waarom Belgische universiteiten voorop moeten lopen. Tot slot er is de financiële verantwoordelijkheid: rijke landen hebben meer middelen dan arme landen en moeten daarnaar handelen.

De UGent heeft al bewezen dat ze de weg kan tonen. Toen ze, op suggestie van gedreven studenten, besliste om in haar beleggingen te desinvesteren in fossiele activiteiten, was ze de eerste in Vlaanderen, maar andere universiteiten en Vlaamse overheidsinstellingen volgden. Een mooi verhaal dat aantoont waarom openstaan voor ideeën van onderaf loont.

 

Durven

Daarom verbaast het dat de universiteit beslist om haar Green Office, de draaischijf bij uitstek van haar duurzaamheidswerking, vleugellam te maken door drastisch te snoeien in de al bij al bescheiden werkingsmiddelen (110.000 euro) en 2,5 voltijdse medewerkers. Voor wie er niet mee vertrouwd is: veel universiteiten hebben zo’n Green Office, het is een plek waar personeel en studenten het duurzaamheidsbeleid vorm geven en versterken door duurzaamheidsprojecten te initiëren en coördineren, te experimenteren en mensen en projecten met elkaar te verbinden. Het is een ontmoetingsplek tussen studenten en proffen, sociologen en ingenieurs, de plek waar vrij kan gedacht worden, en waar kritiek en originele ideeën kunnen opborrelen. Dat is nuttig met een alomvattende uitdaging als de klimaatcrisis.

Overigens, goed duurzaamheidsbeleid en de Green Office leiden dikwijls tot besparingen. De Green Office haalde alleen al vorig jaar 360.000 euro aan subsidies binnen. Ruben Savels, onderzoeker aan de faculteit bio-ingenieurs van de UGent, berekende dat de projecten waar de Green Office toe bijdraagt tussen 2022 en 2027 een positief saldo van 800.000 euro zullen genereren, onder meer door besparingen op energie en water.

Als coördinator van het Gents Klimaatforum – een netwerk van Gentse middenveldorganisaties dat zich uitstrekt van VOKA en de vakbonden over de milieuorganisaties tot de culturele sector - heb ik ondervonden hoe de UGent vanuit haar Green Office meteen krachtig ja zegde op de vraag of de universiteit mee wilde onderzoeken of en hoe we door samenwerking onze regio sneller kunnen doen vooruitgaan in de strijd tegen de opwarming. Dankzij de Green Office vervulde de universiteit haar rol van trekker in dat forum: zo geeft een universiteit iets belangrijks terug aan haar omgeving.  

Als voorzitter van de energiecoöperatie Energent weet ik hoe waardevol het is dat een universiteit studenten voortbrengt die gebeten zijn door de klimaatuitdagingen. Een oefenveld als een Green Office waar studenten tijdens hun studies al initiatieven kunnen nemen, zorgt bovendien voor mensen met durf en ruggengraat. En die hebben we nodig. Bij Energent zien we die gelukkig van tijd tot tijd ook voorbijkomen. Dank u wel daarvoor, UGent.

Om al die redenen doe ik een oproep aan het bestuur van mijn alma mater: durf hierover nog eens diep na te denken! Als er moet bespaard worden, waarom niet beginnen met het schrappen van eerste klasse of business tickets in vliegtuigen? Een beetje minder beenruimte in ruil voor een sterker klimaatbeleid. De keuze lijkt me simpel.

 

John Vandaele is journalist bij MO* en auteur van 'De melkboer en de geschiedenis' (Uitgeverij Epo). Dit opiniestuk verscheen eerder in de krant De Standaard.

Deel dit artikel:
Onze partners