OPINIE. Eigen parkeerplaats eerst? (Klaas De Brucker)

Vanaf 1 augustus wordt straatparkeren in de Antwerpse binnenstad bijna uitsluitend nog mogelijk voor de eigen bewoners van dat stadsdeel. Alle andere bestuurders ­worden doorverwezen naar parkeergarages op privaat domein.

Het is een heel goed idee om de publieke ruimte zo veel mogelijk publiek te houden. Private voertuigen – voor zover ze in een stadscentrum nog nodig of gewenst zijn – horen in principe thuis op privaat domein.

Maar die redenering geldt natuurlijk ook voor de bewoners zelf. Als zij, in een stedelijke omgeving waar vele dingen op loopafstand beschikbaar zijn, toch nog beslissen om zich een privaat voertuig aan te schaffen, dienen zij zich tegelijk ook een private parkeerplaats aan te schaffen.

Dit hoeft uiteraard niet aan de eigen ­woning zelf te zijn, maar kan evengoed in een parkeergarage verderop. Bij de inschrijving van een voertuig zou gecontroleerd moeten worden of aan die voorwaarde is voldaan, zo niet zou de inschrijving geweigerd moeten worden in een stedelijk gebied.

Dat vergt een omgekeerde beleidslogica dan vandaag, want nu moet je per wooneenheid ook nog investeren in extra parkeerplaats. Dat is een enorme verspilling, die de bouwkosten onnodig verhoogt en ingaat tegen de trend naar minder autobezit en meer gebruik van openbaar vervoer of autodelen.

Als de beleidsmakers deze logica volgen, en dus ook de eigen stadsbewoners met een privaat voertuig verplichten om dat voertuig te parkeren op privaat domein, wordt de schaarse publieke ruimte echt voorbehouden voor publiek gebruik. Op die manier kunnen voetpaden worden ­verbreed, kunnen parkeerstroken worden omgevormd tot fietsstroken en kan er meer groen worden aangeplant.

Deze maatregel klinkt misschien niet populair, maar dit is wel de situatie waar we op termijn naartoe moeten. Met de ­nodige overgangsmaatregelen komen we daar wel.

Klaas De Brucker is transporteconoom bij KU Leuven (Campus Brussel). Dit opiniestuk verscheen eerder in de krant De Standaard.