Ook Jozef Hessel van A1 Planning Architecten las het artikel over het VRT-gebouw in de Standaard en de reactie van Philip Adam die we op architectura.be publiceerden. Als architect, zaakvoerder van A1 Planning Architecten en bestuurslid van NAV kroop Jozef Hessel in zijn pen voor een duidelijke mening over budgetoverschrijding. "Ga ervan uit dat het een evidentie is dat de bouwheer vaak een maximaal budget wil koppelen aan zijn behoefte en het daarbij horende project. Durf afgerekend te worden op budgetoverschrijding."
Als bestuurslid van het NAV had ik de eer tijdens het Festival van de Architectuur deel te nemen aan een rondetafelgesprek met enkele actoren die, op zijn minst gezegd, toch iets van de bouwwereld kennen. Kristiaan Borret (stadsbouwmeester Brussel), Filip Watteeuw (schepen stad Gent), Wim Rasschaert (advocaat voor openbare besturen), Sofie Van Ginderachter (SOG), Peter Vanden Abeele (stadsbouwmeester Gent) en Jeroen de Willigen (stadbouwmeester Groningen) waren mijn gesprekspartners. ‘De kamers van de Stadsbouwmeester | Over de Kwaliteitskamer en lokaal architectuurbeleid’ was het thema. De Stad Gent wil zich immers profileren door op een duurzame manier procedures uit te schrijven voor architecten en bouwdossiers.
Het duurde niet lang vooraleer mr. Rasschaert de kat de bel aanbond dat ook hij van mening was dat architecten zich wel al te vaak kunnen verschuilen achter fouten in meetstaten, te lage ramingen, overschrijden van termijnen en zoveel meer. Zaken die voor iedere partner binnen het bouwproces wel gekend zijn. De architect en het budget: het lijkt doorheen de jaren geen geslaagd huwelijk te zijn geweest. Tenminste leeft de perceptie dat een architect zelden budgetbewust ontwerpt of dat budget en architectuur niet hand in hand kunnen gaan.
Middle-of-the-roadarchitectuur?
We kunnen jammer genoeg stellen dat het imago van de architect niet in het beste daglicht wordt gesteld wanneer De Standaard publiceert dat een formule van Design & Build ervoor zorgt dat de VRT regelrecht afstevent op een middle-of-the-roadarchitectuur. Hierbij wordt gesteld dat de keuze van de bouwheer om zich te houden aan het vooropgestelde maximum budget niet samengaat met het creëren van architectuur. Op deze manier moeten we niet verwonderd zijn dat architecten het imago krijgen van artiesten die prachtige lijnen kunnen ontwerpen maar zich weinig aantrekken van de economische bouwrealiteit. Ook de ligging en de schaal bepalen mee het budget. De ene werf is nu eenmaal moeilijker te organiseren dan de andere. Dit zou in dit verhaal op het einde van de rit dan ook niet als excuus ingeroepen mogen worden, maar had van bij het begin van het verhaal mee in aanmerking genomen moeten worden.
Alles toont aan dat het bepalen van een bouwbudget geen evidentie is maar een complex verhaal dat een gevolg is van een lang traject waar veel mensen hun tijd en energie in stoppen. Het is een complexe grafiek waarbij tijd, kennis en voldoende informatie elkaar constant tegenwerken. Hoe meer tijd, hoe meer informatie ter beschikking, hoe gedetailleerder de prijsofferte. Het is dus een evidentie dat we kennis sterk (zullen) moeten delen om enigszins een antwoord te kunnen bieden op die grafiek.
Het bouwproces is een complex verhaal geworden dat aan een razendsnel tempo evolueert. Hierin zullen zowel de bouwheer en de architect als de andere actoren dus moeten mee evolueren om hand in hand nieuwe projecten tot een goed einde te laten komen. Budget is hier een essentieel onderwerp van. We kunnen ons toch niet als architecten blijven verstoppen achter de stelling dat het bouwbudget bepalen een onmogelijke opdracht is?
Daarmee gooit Philip Adam de knuppel in het hoenderhok om te starten vanuit een architectenwedstrijd. In zijn voorstel wordt een beperkt aantal kantoren gekozen omwille van hun portfolio en werken die een ontwerp uit. Eens dat ontwerp is uitgewerkt zou men beroep kunnen doen op de diensten van een aannemer om, tijdens de procedure, een reële offerte uit te werken voor de realisatie van het ontwerp.
Ik vrees dat we hier snel tot dezelfde conclusie zullen komen. Wat als blijkt dat de offerte van de aannemer boven het budget van de bouwheer zit? Zal de architect zich snel richten naar een goedkopere aannemer? Of zal de architect zijn ontwerp in die mate aanpassen dat het terug binnen het budget landt? Mogen we daarbij de bedenking maken dat de architect hier dan ook weer de dupe van wordt en op deze manier weer heel veel tijd zal moeten voorzien om zijn geleverde werk aan te passen aan de realistische bouwkost?
Wat als blijkt dat de offerte van de aannemer boven het budget van de bouwheer zit? Zal de architect zich snel richten naar een goedkopere aannemer? Of zal de architect zijn ontwerp in die mate aanpassen dat het terug binnen het budget landt?
Het belang van data
Ook hier stellen we vast dat de expertise bij iedere architect vanaf het begin moet aanwezig zijn om zijn eerste lijnen reeds af te stemmen op een realistisch budget. Sommigen noemen dit expertise, in een digitale consumentenwereld heet dit Big Data. Het grootste obstakel voor het verzamelen van betrouwbare big data in de bouwsector is het verstrijken van de tijd. Een architect baseert zich vaak op andere projecten waarbij nacalculatie werd toegepast om cijfers te genereren. Een project dat in het beste geval 4 jaar geleden werd bedacht en geraamd, om 2 jaar later aan te besteden om dan op heden te worden opgeleverd met alle bijhorende meerkosten die eraan gekoppeld werden. Het neemt dus ongelofelijk veel tijd in beslag om te analyseren waar het net verkeerd liep. Hou er dan nog maar rekening mee dat de bouwsector op 4 jaar tijd telkens een metamorfose ondergaat aan regelgeving en wetgevingen die het steeds complexer en dus duurder maken.
Om die expertise enigszins onder controle te houden dienen we dus ‘ofwel’ in te zetten op schaalvergroting en professionalisme in de architectensector ‘ofwel’ op het samenwerken met andere actoren.
Toch moeten we opletten dat we niet inzetten op expertise die misschien zou leiden tot eenheidsworst. Binnen het debat op het Festival van de Architectuur opperde ik namens NAV dat alle architecten de kans moeten krijgen ook deel te nemen aan verschillende wedstrijden. Deze opinie werd kracht bijgezet door de andere deelnemers waarbij de vraag gesteld werd of we willen dat een nieuw zwembad gegund wordt aan het kantoor dat er al 10 heeft gebouwd? Anderzijds toch een persoonlijke kanttekening: we moeten eerlijkheidshalve toegeven dat bouwen nu eenmaal onderbouwd moet worden met expertise en budget is daar een heel belangrijk onderdeel van.
Tevens bracht ik namens NAV het voorstel om ook in te zetten op samenwerkingen binnen de sector. Dat kan tussen kantoren onderling. Want kan een creatieve architect niet gebundeld worden met een kantoor met veel expertise? Of dient een kantoor altijd geselecteerd te worden op hun eigen portfolio? Maar wat mij betreft kan zo’n samenwerking ook bínnen het kantoor. Waarom kan een ervaren kantoor binnen een bepaalde sector niet inschrijven met de afstudeerprojecten van één van hun jongste medewerkers? Uiteraard met het ondertekende charter dat de jonge architect binnen het kantoor de volledige vrijheid krijgt. Schepen Watteeuw twijfelde aan de vrijheid die de jonge architect zou krijgen. Wij willen echter geloven dat jonge architecten zich ook binnen de professionele omkadering van een bestaand kantoor kunnen ontplooien. Waarom moet iedere beloftevolle architect zijn eigen kantoor beginnen?
Samenwerken is een must. Binnen de sector of over de grenzen heen. Maar zomaar gaan stellen dat de samenwerking tussen architect en aannemer vanaf het begin resulteert in ‘de aannemer trekt alle macht naar zich toe’ en ‘de aannemer kiest hierin vaak voor makkelijke architecten’ gaat niet één maar drie bruggen te ver. Er dient samengewerkt te worden. verschillende actoren moeten inzetten op hun expertise met als doelstelling een beter resultaat te genereren.
Samenwerken is een must. Binnen de sector of over de grenzen heen. Maar zomaar gaan stellen dat de samenwerking tussen architect en aannemer vanaf het begin resulteert in ‘de aannemer trekt alle macht naar zich toe’ en ‘de aannemer kiest hierin vaak voor makkelijke architecten’ gaat niet één maar drie bruggen te ver.
De prijs die men wil betalen (en hoe ze vooraf te bepalen)
Maar ook voor de bouwheer zijn er uitdagingen. Hou er rekening mee dat architectuur, en dus bebouwde ruimte, een prijs heeft. Een prijs die keer op keer anders moet benaderd worden. Het spreekt voor zich dat een gemeentelijk jeugdhuis een andere prijs heeft dan een publiek dienstencentrum. We dienen dus vanaf dag één te beseffen welke architectuur we wensen te realiseren en welk budget hieraan gekoppeld kan en mag worden.
Een andere grote vraag is daarbij hoe de bouwheer in staat acht te zijn bij het bepalen van zijn programma van eisen een realistisch budget voor ogen te hebben? Misschien moet sterk geopperd worden, net zoals we opperen om niet enkel op prijs te selecteren, ook de raming niet meer als gunningscriterium te beschouwen. Het is op heden te gemakkelijk een lage raming toe te voegen aan het ontwerp, zo meer punten te scoren en achteraf toch betaald te worden met een percentage op de reële bouwkost. Op deze manier creëren we een nefast beeld van de architect. Hier zie ik een taak voor beroepsorganisaties en Bouwmeesters. Spoor bouwheren aan professionele calculators te betrekken in de jury of hier tijdens de beginfase budget voor te voorzien. Reik hen data (een databank van nacalculaties) aan waarmee ze aan de slag kunnen en help hen bij het uitwerken van nieuwe procedures. Adviseer de bouwheer voldoende budget te voorzien in het voortraject en creëer in ruil daarvoor duidelijke procedures waarbij alle actoren het recht hebben de spreekwoordelijke stekker er op bepaalde tijdstippen uit te trekken. Dit enerzijds wanneer blijkt dat het budget zal overschreden worden, anderzijds wanneer blijkt dat het budget niet in verhouding staat met het programma van eisen. Zorg ervoor dat eerlijkheid van bij het begin beloond wordt. Zorg dat iedereen op ieder tijdstip correct vergoed is. Communiceer duidelijk over vergoedingen en creëer procedures met milestones, ga kritisch door gunningscriteria. Goeie afspraken maken immers goeie vrienden.
Architecten, trek het laken terug naar u toe
En voor de architect…
Kom nu wel eens uit uw kot en recht de rug, sta stevig in uw schoenen en ga ervan uit dat het een evidentie is dat de bouwheer vaak een maximaal budget wil koppelen aan zijn behoefte en het daarbij horende project. Durf afgerekend te worden op budgetoverschrijding. Neem uw verantwoordelijkheid en informeer u zoveel als mogelijk over een realistisch budget om uw raming op te maken. Durf samenwerken, durf vragen. Durf paal en perk stellen aan meestappen in een verhaal dat op voorhand niet realistisch lijkt. Als budget een gunningscriterium is: ga er van uit dat creativiteit moet gekoppeld worden met rendabiliteit. En ga op zoek naar manieren om uw prestaties af te stemmen op het ereloonbudget dat ter beschikking is. Durf creatief ondernemen. Op deze manier trekken we het laken terug naar ons toe.
Als budget een gunningscriterium is: ga er van uit dat creativiteit moet gekoppeld worden met rendabiliteit. En ga op zoek naar manieren om uw prestaties af te stemmen op het ereloonbudget dat ter beschikking is. Durf creatief ondernemen. Op deze manier trekken we het laken terug naar ons toe.