Architecten zouden een grote rol moeten spelen in het herstel na rampen als de recente aardbeving in Turkije en Syrië. Maar met een egoïstische houding schiet niemand iets op, schrijft Cameron Sinclair, Amerikaans architect en oprichter van Worldchanging Institute.
Talloze levens zijn verloren gegaan bij de tragische ramp die Turkije en Noord-Syrië heeft getroffen. Terwijl de meeste mensen hen zien als slachtoffers van een tektonische breuk, weten architecten, ingenieurs en bouwprofessionals dat het niet aardbevingen zijn die mensen doden, maar slechte gebouwen.
Momenteel zijn ergens tussen de 7.000 en 15.000 gebouwen beschadigd of vernietigd. Veel van wat nog rechtstaat kan door herhaaldelijke naschokken in de komende weken en maanden verder beschadigd worden.
"Goedbedoelde engagementen en plannen kunnen veel erger zijn dan helemaal niet reageren"
Hele steden en dorpen zijn gedecimeerd. En terwijl ik dit schrijf proberen dappere vrijwilligers en hulpverleners wanhopig de mensen te redden die nog vastzitten. Sommigen gebruiken hun blote handen en geïmproviseerde opblaasbare windzakken om puin op te tillen. En dat in een gebied waar al bijna drie miljoen vluchtelingen zijn ontheemd door een tien jaar durende oorlog.
In de afgelopen 25 jaar heb ik deelgenomen aan tientallen humanitaire hulpacties, waarbij ik bouwprofessionals bij veel projecten heb betrokken. Van Afghanistan tot Haïti, Japan, Syrië en de Verenigde Staten, de steun en het verlangen om te helpen vanuit ons beroep is altijd onwrikbaar geweest.
Goedbedoelde engagementen en plannen kunnen echter veel erger zijn dan helemaal niet reageren. Wanneer we ons alleen op korte termijn engageren, wekken we verwachtingen op en creëren we valse hoop voor gemeenschappen die lijden onder een tragedie. Je kunt de gemeenschap en daarmee het beroep als geheel een slechte dienst bewijzen. In humanitaire kringen noemen we dit het "Katrina-effect", toen zoveel groepen naar de Golfkust kwamen om te helpen heropbouwen, maar waarbij ze vooral een gemeenschap achterlieten met loze beloften.
Tijdens mijn carrière heb ik het geluk gehad om met veel bouwprofessionals samen te werken. Na de grote aardbeving en tsunami in Japan ontwikkelde ik uiteindelijk de 'regel van vier'-strategie bij het reageren op rampen:
Het is gemakkelijk om het fout te doen, en ik schrijf uit persoonlijke ervaring. Als jonge, gepassioneerde ontwerpprofessional leidde ik een klein team bij het uitschrijven van een ontwerpwedstrijd om woningen te bouwen voor gezinnen die ontheemd waren door het Kosovo-conflict. Die wedstrijd heette Architecture for Humanity. Terwijl we ziekenhuizen en scholen hebben gebouwd met ingezamelde fondsen, is het aantal gebouwde huizen… nul.
"Ik ben gefrustreerd, boos en radeloos over hoe we toestaan dat de geschiedenis zich herhaalt."
Ik ben gefrustreerd, boos en radeloos over hoe we toestaan dat de geschiedenis zich herhaalt. Geen symposia, ontwerpwedstrijden, conferenties of flamboyante ontwerpvoorstellen zullen ook maar iets helpen zonder daadwerkelijk oplossingen te bouwen. In het licht van conflicten, natuur – en klimaatrampen blijft de wereld toegewijde teams nodig hebben die samenwerken om de maatschappelijke en economische infrastructuur weer op te bouwen.
Architectuur kan een katalysator zijn voor verandering, door het helpen afdwingen van betere bouwpraktijken en bouwvoorschriften, en ervoor te zorgen dat financiering wordt verdeeld onder de getroffen gemeenschappen. Maar hier is de clou: als je écht wilt helpen, moet je klaar zijn om te werken als alle financiering en rente is verdwenen.
Na 15 jaar verliet ik de organisatie die ik mee had opgericht en waar ik ooit zoveel om gaf. Het volgende decennium werkte ik in stilte voor anderen. Ik vond mijn passie terug in het samenwerken met Syrische vluchtelingen om circulaire structuren te ontwikkelen en te bouwen, het adviseren van woningbouwverenigingen in conflictgebieden, het ondersteunen van families die over politieke grenzen vastzitten, het aanpakken van wapengeweld in de VS en het bouwen van gezondheidsfaciliteiten in Ethiopië en Cambodja.
Gedurende al die tijd hoopte ik dat er een wereldwijd netwerk van bouwprofessionals zou ontstaan, klaar om te reageren bij elke humanitaire crisis, buiten het handjevol bestaande organisaties. Daar is niks van in huis gekomen.
Zeker, "pro bono" architectuur bestaat als onderdeel van onze sector, maar het is niet wat de meerderheid van de wereld ziet. In de reguliere media zien we spraakmakende architecten Oekraïne binnenvliegen met beloften om steden herop te bouwen. We zien overheidsinstanties die tientallen miljoenen overhandigen aan groepen met weinig lokale ervaring en internationale instellingen die deelnemingstweets sturen, terwijl ze ervoor zorgen dat architectengroepen aan de basis weinig financiële steun krijgen, behalve prijzen en erkenning.
Klink ik verbitterd? Ik heb eerlijk gezegd niet de tijd heb om daarom te geven. Ik ben gefrustreerd, boos en radeloos over hoe we toestaan dat de geschiedenis zich herhaalt.
De wereld is slecht voorbereid op wat de komende 40 jaar zal brengen. En ons beroep zou beter moeten weten. Als je in de wetenschap gelooft, weet je dat stormen en aardbevingen steeds erger worden en vaker zullen voorkomen. Grondstoffenschaarste zal leiden tot conflicten en de vernietiging van onze planeet om toegang te krijgen tot wat een fundamenteel mensenrecht zou moeten zijn.
"De bakermat van de beschaving heeft meer nodig dan onze hoop."
Moeten we deelnemen aan marsen en protesteren tegen de realiteiten van de toekomst? Of moeten we samenwerken om te investeren in het creëren van oplossingen voor het heden? Ons hele beroep heeft dringend nood aan zelfonderzoek om de waarde van wat we bijdragen aan de samenleving nieuw leven in te blazen. In plaats van te vertrouwen op onze instellingen die smeken om een plaats aan de besluitvormingstafel, moeten we vechten voor onze waarden en laten zien dat we, wanneer ons dat wordt gevraagd, de gelegenheid aankunnen om ten dienste te staan voor het herstel en wederopbouw van een gemeenschap.
We zijn nu drie dagen na de aardbeving en dit is het moment om ons als beroepsgroep te verenigen.De bakermat van de beschaving heeft meer nodig dan onze hoop. Het heeft ons nodig om samen te werken om getalenteerde en toegewijde Turkse en Syrische architecten in staat te stellen hun gemeenschappen veerkrachtig weer op te bouwen. De tijd speelt niet in hun voordeel. En als we niet opstaan, dan wordt dit het resultaat: tienduizenden slechte gebouwen als tikkende tijdbom voor de volgende ramp.
Als het gaat om het creëren van veilige omgevingen, zijn architecten niet alleen de scheppers van een mooiere toekomst, maar ook de cavalerie in tijden van nood. Als je weet dat je de mogelijkheid hebt om de dood van tienduizenden te voorkomen, wat ga je dan doen?
Cameron Sinclair is oprichter van Worldchanging Institute, een in Arizona gevestigde onderzoeksorganisatie die zich richt op architecturale en ontwerpoplossingen voor humanitaire crisissen. Hij adviseert momenteel familiestichtingen en ngo's bij het reageren op door de mens en natuur veroorzaakte rampen. Deze column verscheen eerder op Dezeen.