Met het huidige investeringsbudget is een grondige renovatie van de schoolgebouwen in Vlaanderen onhaalbaar. Architecten Tim Vekemans en Marlies Struyf van RE-ST bepleiten een ander financieringsmodel.
Aan de vooravond van het nieuwe schooljaar maakte Julie Vermoortel zich op in De Standaard terecht zorgen over de erbarmelijke staat van ons schoolpatrimonium. Terwijl we discussiëren over de lengte van de zomervakantie of het watervalsysteem, stroomt de waterval letterlijk in de klaslokalen omdat het dak lekt of het raam open moet blijven voor ventilatie terwijl het buiten hevig regent. We kunnen van geluk spreken dat de zomervakanties nog niet ingekort zijn, want onze schoolgebouwen zijn niet voorzien op hittegolven.
Onze Vlaamse schoolinfrastructuur verkeert in crisis. Toch is het blijkbaar geen hoofdthema voor de onderhandelaars van een nieuwe Vlaamse regering. Uiteraard zou gezonde voeding op school voor ieder kind een meerwaarde zijn, maar kunnen we eerst zorgen dat we onze keuken op orde hebben?
Vermoortel wijst terecht naar het historische gebrek aan investeringen in schoolgebouwen. Sinds de oliecrisis in de jaren 70 heerst er een besparingscultuur op het onderhoud van overheidsgebouwen, stations, wegen … Het resultaat is vandaag navenant.
Onderweg waren we ons zeker bewust van de degradatie van onze schoolgebouwen. Maar bakstenen kunnen niet protesteren. We voelen al lange tijd dat er iets mis is met het beheer van onze schoolgebouwen, maar als leerkrachten daarover klagen en dreigen met stakingen, dan investeren we in nog meer personeel. Begrijp ons niet verkeerd. Het is goed dat er geïnvesteerd wordt in mensen. Het is dankzij die gedreven leraren dat onze klaslokalen jaar na jaar zo goed als mogelijk opgeknapt worden, de schimmel overschilderd wordt en de scheuren in de vloer bedekt worden door een tweedehandstapijtje.
Schooldirecties en hun teams dweilen dagelijks met de kraan open. Er is geen financiële ruimte voor een grondige renovatie van hun schoolgebouwen. Elke vijf jaar mogen ze tweemaal een kleine subsidie aanvragen ter waarde van 125.000 euro. Daarmee kunnen ze proberen de toiletten op orde te houden of enkele klaslokalen een opknapbeurt geven, en misschien af en toe op zijn Vlaams een kleine uitbreiding bouwen.
Als ontwerpers hebben we de afgelopen jaren enkele schoolsites mogen onderzoeken. De nood aan een grondige en integrale renovatie is meer dan urgent. Niet alleen om energetische, maar ook om pedagogische redenen. Enkele jaren geleden vertelde een medewerker van het Vlaams gemeenschapsonderwijs ons dat er naar schatting zesmaal meer middelen nodig zijn om onze scholen weer op orde te krijgen. Scholen investeren vaak hun laatste spaarcenten in bakstenen, waardoor er geen financiële ruimte meer is om in ander schoolmateriaal te investeren. Dat is geen verstandig scenario, maar elk ander strategisch plan ontbreekt. Het is duidelijk dat we op een andere manier naar de financiering van onze onderwijsinfrastructuur moeten kijken.
Uw kind krijgt nochtans les in een splinternieuw gebouw, voorzien van alle nieuwste snufjes, zegt u? Dat zou kunnen. Af en toe, na gemiddeld vijftien jaar op een wachtlijst te staan en na een administratieve berg te doorspitten, krijgt een schoolbestuur het voor elkaar een verbouwing of een nieuw schoolgebouw te realiseren. Vandaag worden subsidies verleend aan dossiers die in … 2009 zijn aangevraagd. Met de huidige staat van onze schoolgebouwen hebben we die tijd niet meer. Er is nood aan actie en wel op korte termijn.
De Vlaamse regering pakte deze legislatuur uit met een inhaalbeweging van 1 miljard euro. Met deze ‘investeringsgolf’ werden er 27 splinternieuwe scholen gerealiseerd, die samen plaats bieden aan 20.000 leerlingen en in totaal goed zijn voor 165.000 vierkante meter extra schooloppervlakte. De komende jaren zullen er nog eens 38 projecten bijkomen met 162.000 m² extra schooloppervlakte. Het is meer een druppel op een hete plaat dan een structurele investering. Vlaanderen telt bijna 3.800 schoolinstellingen, dus amper 2 procent van alle scholen kan gebruikmaken van deze extra middelen.
Met bijna 1,2 miljoen leerlingen gaat het om een investering van ongeveer 833 euro per leerling. Te weinig. Deze extra middelen gaan samen met een dure rekening voor de schoolbesturen. Samenwerken met private bouwpartners kan zeker een meerwaarde geven, maar de uitbesteding van het ontwerp, de bouw, de financiering en het onderhoud heeft uiteraard ook een prijs. De school hangt op deze manier voor de komende 35 jaar vast aan een duur contract, wat weinig financiële marge overlaat voor andere broodnodige investeringen.
Er is een nieuw gebouw: hoera! Maar dat de ruimte voor extra leerlingen mogelijk ook kan gevonden worden binnen bestaande gebouwen, is een vraag die te weinig gesteld wordt. We hebben nauwelijks inzicht in het gebruik van onze schoolgebouwen, wat de perceptie geeft dat we er te weinig hebben. Het tegendeel is echter waar. Het GO! – onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap – beschikt over 4 miljoen vierkante meter schoolinfrastructuur. Na interne berekeningen blijkt echter dat er 800.000 m² te veel is opgebouwd doorheen de afgelopen decennia. Er moet dus misschien eerder gesloopt dan bijgebouwd worden. Of op zijn minst schoolinfrastructuur gedeeld worden met andere gebruikers. Ongetwijfeld is deze situatie gelijkaardig in andere onderwijsnetten.
Onderwijs is een basisrecht. De organisatie ervan heeft uiteraard een prijs. Het lerarenkorps wordt vandaag geconfronteerd vele uitdagingen. Ze moeten het beste onderwijs leveren, maar botsen tegen emmers in hun klaslokaal. Veel directrices en directeurs zitten op hun stoel vanwege hun pedagogische kwaliteiten. Maar we verwachten van hen dat zij zich transformeren tot topmanagers en aan patrimoniumbeheer doen.
Hun toewijding is hartverwarmend maar onhoudbaar. Vlaanderen moet het beheer van zijn schoolinfrastructuur beter in handen nemen, en dat wellicht vanuit een meer centraal bestuur. Rekenen op de vrije markt is een te dure oplossing. Het is hoog tijd voor een ‘Task Force Scholenbouw’, waarbij alle stakeholders zich rond de tafel zetten. Een ‘Vlaamse Bouwmeester voor het onderwijs’ zou dit gesprek kunnen modereren.
Tim Vekemans & Marlies Struyf zijn beiden architect bij RE-ST. Dit opiniestuk verscheen eerder in de krant De Standaard.