Tom Coppens, Professor Urban planning and Design aan Universiteit Antwerpen, laat zijn licht schijnen over enkele opmerkelijke wijzigingen in het ontwerp verzameldecreet. "De nieuwe regels zijn opmerkelijk omdat we voor het eerst sinds 1999 een verstrenging in de regelgeving opmerken voor wat betreft het bouwen in de open ruimte. Maar de aanpassingen in het decreet blijken toch ook weer doorspekt van de Vlaamse gewoonte om meteen achterpoortjes te voorzien", klinkt het.
In het ontwerp verzameldecreet werden recent enkele opmerkelijke wijzigingen goedgekeurd door de Vlaamse regering die de bouwshift verder moeten stimuleren. Ter herinnering: de bouwshift is het voornemen van de Vlaamse overheid om tegen 2040 geen extra open ruimte meer aan te snijden. Helaas staat dat voornemen tegenover een juridische realiteit waarbij naar schatting nog 75.000 hectaren volgens de huidige bestemmingsplannen bebouwbaar zijn. Uit het rapport van de taksforce Bouwshift bleek overigens dat het aantal harde bestemmingen over de laatste jaren nog was toegenomen. Volgens de ruimteboekhouding van het structuurplan Vlaanderen zou er zelf nog ongeveer 6800 hectare industriegebied moeten bijkomen. Het principe van de planologische neutraliteit zet nu een rem op bijkomende harde bestemmingen. In principe moet elke herbestemming van een zachte naar een harde bestemming nu gecompenseerd worden door een herbestemming van een harde naar een zachte bestemming. Een tweede opmerkelijke beslissing gaat over de afwerkingsregel. In 2009 vond de wetgever het nodig om de in 1994 dood verklaarde opvulregel te reanimeren door het mogelijk te maken om te bouwen tegen wachtgevel, ook al ligt de grond niet in woongebied. Die afwerkingsregel verdwijnt nu in landbouwgebied.
De nieuwe regels zijn opmerkelijk omdat we voor het eerst sinds 1999 een verstrenging in de regelgeving opmerken voor wat betreft het bouwen in de open ruimte. Maar de aanpassingen in het decreet blijken toch ook weer doorspekt van de Vlaamse gewoonte om meteen achterpoortjes te voorzien. Zo is de compensatie in principe verplicht op eigen grondgebied (bv van de gemeente), maar kan er een uitzondering of vermindering worden toegestaan indien er geen harde bestemmingen kunnen omgezet worden. Ook kunnen eerdere bestemmingswijzigingen in aanmerking worden genomen voor de compensatie. De planologische neutraliteit zal overigens niet voldoende zijn om de bouwshift te bereiken. Zo weten we dat ongeveer 30 000 hectare van harde bestemming naar zachte bestemming zal moeten wijzigen voor 2040. Af te wachten valt of al de initiatieven om bijvoorbeeld waterzieke woonuitbreidingsgebieden te schrappen nu niet zullen gebruikt worden als pasmunt om elders nieuwe harde bestemmingen te realiseren.
Wat betreft de afwerkingsregel wordt de deur – weliswaar na een riante overgangsperiode van 3 jaar – op slot gezet in landbouwgebied, om vervolgens terug wijd open te zetten in woonuitbreidingsgebieden. Daar was de regel voorheen niet van toepassing. En voor zonevreemde functiewijzigingen wordt het nu mogelijk om ook onvergunde constructies te regulariseren. De memorie noemt de huidige regelgeving, waarbij de functiewijziging enkel kon voor vergunde constructies “Kafkaiaans”. Volgens de wetgever wordt het de eigenaars onredelijk moeilijk gemaakt om hun onvergunde constructies te regulariseren. Kafkaiaans betekent dus in deze context: als overheid onwillig zijn in het rechtzetten van de misdrijven van haar burgers. De prioriteiten zijn daarmee meteen terug duidelijk.
Drie stappen vooruit, maar twee achteruit voor de open ruimte. Ik heb me laten vertellen dat de pas in de processie Echternach veeleer zigzaggend heen en weer is dan werkelijk drie vooruit en twee achteruit. Dus voorlopig gaat het met de bouwshift nog even trager dan de veel besproken ommegang in Luxemburg. Maar de processie is misschien wel op gang getrokken.