Tweemaal goed nieuws voor het recent Limburgs erfgoed. Zowel hotel Chemin de Fer in Tongeren als het voormalig administratief centrum in Hasselt worden alsnog behouden en herbestemd. En tweemaal lag protest tegen de niets ontziende sloophamer aan de oorsprong van de ommekeer in het dossier.
“Het gebouw heeft gewonnen”. Jo Berben van a2o Architecten toonde zich een waardige verliezer nadat zijn bureau net naast de opdracht greep om het voormalig administratief centrum in zijn thuisstad Hasselt te herbestemmen tot een nieuwe cultuurtempel.
Om een ambitieus programma te realiseren op de locatie van het oud gemeentehuis, lag de combinatie van afbraak en nieuwbouw voor velen, ook voor het stadsbestuur voor de hand. Maar dat was buiten architect Jacob Ghijsebrechts gerekend, toenmalig medewerker van a2o, maar vooral ook kleinzoon van Louis Ghijsebrechts, ontwerper van het betonnen brutalistische gebouw.
Het pleidooi van Jacob om het gebouw van zijn grootvader te behouden viel niet in dovemansoren. Zijn verontwaardiging werd hoe langer hoe meer gedeeld door Hasselaren én erfgoedliefhebbers.
Stad Hasselt had intussen een wedstrijd uitgeschreven waarbij het de keuze liet tussen sloop en behoud. Vijf teams werden weerhouden om een voorstel uit te werken. Al snel haakten drie teams af. Niet toevallig drie teams die opteerden voor sloop. Ook de uiteindelijke winnaar (Archiles + ebtca + Democo) wilde eerst slopen, maar veranderde nadien het geweer van schouder. Je kan er niet omheen dat het draagvlak voor sloop dat er aanvankelijk wel was, helemaal verdwenen was. Dat heeft alles te maken met een ‘voortschrijdend inzicht’, maar zeker ook met het sterk en groeiend verzet tegen de sloopplannen dat men niet langer kon negeren.
Een soortgelijk verhaal in Tongeren waar het voormalige hotel Chemin de Fer opgekocht werd door de beruchte familie Appeltans die het wou slopen en vervangen door het zoveelste residentieel project. Hier was het de Tongerse organisatie Grondslag die de kat de bel aan bod bond. Met succes. Familie Appeltans verkocht het gebouw terug aan een andere projectontwikkelaar die wel voor een gemengde herbestemming kiest.
Laat ons hopen dat deze herbestemmingen in Tongeren en Hasselt de voorbode zijn van meer herbestemmingen van recent erfgoed. Maar waarom is het nu zo belangrijk dat dergelijke gebouwen behouden blijven? Je kan er niet om heen dat veel mensen die gebouwen ronduit lelijk vinden en het daarom ook niet erg zouden vinden als ze afgebroken zouden worden. Je mag hen dat zeker niet kwalijk nemen. Wat dat betreft gaapt er ook een sterke koof tussen oud en recenter erfgoed. Van eeuwenoude kerken, kastelen, abdijen, herenhuizen,… wil de doornsnee burger echt niet dat ze afgebroken worden. Voor recenter erfgoed is die weerstand veel minder uitgesproken, gewoon omdat men die gebouwen niet zo hoog inschat of ze gewoonweg niet mooi vindt.
Maar bij recent erfgoed gaat het niet om mooi of lelijk. Deze gebouwen maken deel uit van de identiteit van de stad. Waarom voelen we ons thuis in een stad? Gewoon omdat we vertrouwd zijn met al die gebouwen. Als je deze afbreekt en vervangt door onpersoonlijke nieuwbouw verdwijnt de herkenning en de verbondenheid met de stad.
Bovendien zijn het vanuit architectonisch-historisch oogpunt iconen van hun tijd die alleen daarom gekoesterd moeten worden. Er zijn veel mensen die de schilderijen van Mark Rothko of Keith Haring lelijk of banaal vinden. Maar niemand wil dat ze vernietigd worden. Waarom zouden we dat wel toestaan voor gebouwen uit de jaren ’60 of ’70?
Los van de verbondenheid met de stad en de cultuurhistorische waarde, is sloop vanuit duurzaamheidsoverwegingen sowieso de minst aangewezen optie. Vaak wordt als argument aangehaald dat het oude gebouw niet meer beantwoordt aan de energie-eisen van vandaag en dat het daarom beter is het af te breken en te vervangen door een performante nieuwbouw. Maar dat klopt helemaal niet. Energiebesparing is maar één aspect van duurzaamheid. Locatie en materiaalgebruik zijn minstens zo belangrijk. In de meeste gevallen zal de ecologische winst die je boekt door een verlaagd energieverbruik niet opwegen tegen de ecologische impact van de afbraak, transport en recyclage van de afgebroken materialen en de productie, het transport en de plaatsing van nieuwe materialen. Als je het volledige ecologische plaatje bekijkt, zal herbestemming bijna altijd de beste oplossing zijn.
Rik Neven is zaakvoerder van redactiebureau Palindroom en oprichter van Architectura.