Bij elke presentatie van een nieuwe woningfabriek valt altijd wel het voorbeeld van de automobielindustrie. Zij heeft het imago van produktdenken en efficiency. We zien robots en lopende banden en verbazen ons dat ze daar in staat zijn om een complex hoogwaardig product in zo’n 30 uur te assembleren. Maar de bouw kan nooit zo functioneren als een autofabriek. Trap niet in die valkuil. Dat schrijft Klaas Droog, voorzitter van het Netwerk Conceptueel Bouwen in Nederland, in een opiniestuk dat verschenen is in Cobouw.
Waarom gaat de vergelijking tussen een woningfabriek en de autofabriek niet op?
De woningbouw is een complex systeem van overheid, adviseurs, ontwikkelaars, bouwers, verkopers, gebruikers en leveranciers, de automobiel-industrie heeft een overzichtelijke structuur met leveranciers, fabrikanten en verkopers.
Het begrijpen van de verschillen met welke industrie dan ook, kan voorkomen dat we bij industrialiseren in de valkuil trappen van een goed idee dat eindigt in een grote teleurstelling.
De bouw kan nooit zo functioneren als een autofabriek. De auto/woning-analogie is zo volhardend omdat het krachtig is en we er veel van kunnen leren. Het wordt een barrière voor de acceptatie en het succes van geïndustrialiseerde woningen wanneer we klakkeloos gaan kopiëren hoe aantrekkelijk dat ook lijkt. Als we denken aan de automobiel-industrie krijgen we een gevoel van hoge kwaliteit tegen een lagere prijs. De claim die veel nieuwe startups neerleggen en vaak het doel is van de meeste woningfabrieken.
Grote aantallen
Het lijkt wel of iedereen vergeet dat de kosten voor ontwikkeling en gereedschappen alleen goed gemaakt kunnen door het produceren van grote aantallen. De automobielindustrie wordt dan vervolgens gebruikt om dit te rechtvaardigen. Maar de vergelijking gaat niet op.
De belangrijkste les hier is, dat bouwers die industrieel bouwen tot norm verheffen, voorzichtig zijn bij het volgen van andere industrieën, in het bijzonder een vorm van industriële fabricage die mogelijk al is achterhaald. Domweg kopiëren gaat leiden tot mislukking leert het verleden.
Henry Ford
Toen Henry Ford zijn eerste lopende band opende was er keuze uit één model en één kleur. De prijzen waren aanvankelijk hoog om de kosten voor ontwikkeling, gereedschappen en de buitenproportionele overhead terug te verdienen terwijl de aantallen langzaam stegen.
De auto van Henry Ford was uniek en hij begon als monopolist. De aantallen stegen tot niveaus waarbij de kostprijs aanzienlijk kon worden gereduceerd. Dat vervolgens weer leidde tot hogere verkopen. Het meest recente voorbeeld hiervan is Tesla.
In de woningbouw produceren we geen unieke producten. De woningfabrieken moeten concurreren met de huidige “traditionele” markt die er al sinds mensenheugenis is. De groei die Henry Ford doormaakte zullen de woningfabrieken in die omvang nooit kunnen realiseren waardoor de kritieke hoeveelheden niet bereikt zullen worden. In het artikel “sluit die woningfabrieken” heb ik dit verder uiteengezet met als beste voorbeeld Katerra.
Japan
Vanaf 1945 kennen we al het fenomeen woningfabriek. Veel woningfabrieken kijken tegenwoordig jaloers naar Japan als de meest geavanceerde woningbouwsector in de wereld. De Japanse industrie is inderdaad verfijnd en een handvol Japanse bedrijven heeft iets vergelijkbaars bereikt zoals de automobielindustrie in zowel schaal als techniek. Sekisui House heeft een fabriek die bijna volledig is geautomatiseerd. Een fabriek vol met robots die snijden, sorteren, lassen en stapelen. Het ziet er fantastisch uit maar de opbouw van de woningen, de manier van aanschaffen en de levensduur zijn specifiek voor Japan en daardoor niet toepasbaar op Nederland.
Welke zeven specifieke lessen kunnen we nu meenemen uit deze lange historie?
Complex samenspel
Een woningfabriek is dus allesbehalve een technisch geavanceerd product met geavanceerde productielijnen. Het is een complex samenspel om de totale kolom van ontwikkelaars, adviseurs, bouwers aan de klantzijde en ruwe materialen, distributeurs, groothandel en fabrikanten aan de toeleverzijde te integreren. In die zin hebben meerdere huidige bouwers al kenmerken van de geïndustrialiseerde woningbouw van toekomst.
De oplossing voor betere producten tegen een lagere prijs ligt dan ook in een langzaam evolutionair proces en niet in een enkele meesterzet van een briljante geest met de naam Henry Ford.