Opiniebijdrage Filip Canfyn: Electorale omerta

Met de verkiezingen in het vooruitzicht, kan Filip Canfyn zich niet van de indruk ontdoen dat ruimte, mobiliteit en energie, toch prangende kwesties, nauwelijks aan bod komen in de campagne, noch bij de politieke partijen noch bij de klassieke media. Hoe het uitvoerige rapport van het klimaatpanel onder leiding van Bouwmeester Van Broeck is verengd tot een ‘onmiddellijke betonstop’, terwijl het een volledig en evenwichtig manifest is met 27 concrete beleidsvoorstellen die veel breder gaan, is tekenend volgens Canfyn.

Een maand geleden schrijf ik een opiniestuk voor een krant over de doorrekenoefening van het Federaal Planbureau en vooral over  de electorale prioriteiten van de politieke partijen. Ik onderzoek in hoeverre drie toch prangende kwesties aan bod komen. De slotsom is bangelijk: ruimte nada, mobiliteit bijna niet en energie marginaal. Ik probeer deze vorm van geheugenverlies te verklaren: de verkiezingscampagne moet kost wat kost  middenklassevriendelijk worden, op vraag van pientere partijmarketeers, die de zelfverklaarde meerderheid continu willen gelijk geven. De kudde moet gevolgd worden door de hoeders van het status quo en de termen ‘realisme’ en ‘draagvlak’ selecteren de issues, waarover wel of niet gecommuniceerd mag worden. De krant publiceert mijn opiniestuk niet wegens “te lauw en te betekenisarm”. Het blijft niet bij die ene keer, dat ‘de pers’ aan een vreemde vorm van autohygiëne doet in volle verkiezingstijd.

Vorige week schrijf ik een opiniestuk voor denktank Minerva over het OESO-rapport ‘Under pressure: the squeezed middle class’ (april 2019) en vooral over de behandeling van deze belangrijke studie door de klassieke media (krant, TV, radio). De beperkte en bovenal selectieve aandacht blijkt mooi samen te lopen met de analoge tactiek van de mainstreampartijen om elk fundamenteel vraagstuk electoraal te ontlopen. Nodige en moedige maatregelen rond bijvoorbeeld ruimte, energie en mobiliteit zouden wel eens die middenklasse kunnen schaden of enerveren: zwijgen provoceert alvast geen tegenstem en die veilige optie wordt strategisch gepromoveerd. De postframing door de media volgt eigenlijk gedwee de framing door de mainstreampartijen: media zijn immers ook mainstreamzoekend en fungeren daarom graag als echo van de huilende wolven.

Op 14 mei formuleert het ‘Panel voor klimaat en duurzaamheid’, bij monde van de Vlaams Bouwmeester en in naam van 140 experten, 27 concrete beleidsvoorstellen onder de noemer “om klimaatverandering en de ecosysteemcrisis echt aan te pakken is systeemverandering noodzakelijk en urgent”. Een eminent gezelschap poneert dat het hoog tijd wordt voor een transversale aanpak, voor een structurele oplossing van een systemisch probleem, voor het stoppen met symptoomremedietjes en beleidsballonnetjes. 27 mapjes met telkens een thema, meerdere maatregelen en een omstandige motivatie vormen samen een integraal, dus volledig en evenwichtig manifest, dat alle radertjes, van mobiliteit over voedselproductie tot participatie, verbindt in functie van het duidelijke doel. Dit is zonder meer een historisch document, dat inspireert, fundeert en activeert.
 

"De beperkte en bovenal selectieve aandacht blijkt mooi samen te lopen met de analoge tactiek van de mainstreampartijen om elk fundamenteel vraagstuk electoraal te ontlopen. Nodige en moedige maatregelen rond bijvoorbeeld ruimte, energie en mobiliteit zouden wel eens die middenklasse kunnen schaden of enerveren: zwijgen provoceert alvast geen tegenstem en die veilige optie wordt strategisch gepromoveerd."

 

Dat heeft de Minister van Omgeving anders begrepen. Radio en TV laten hem overhaast focussen op ‘onmiddellijk betonstop’ en op zijn krachtig veto wegens onbetaalbaar. Op die manier wordt eigenlijk het volledige rapport afgeserveerd en dat is intellectueel oneerlijk. Eén, de onmiddellijke betonstop is slechts een onderdeel van één van de vier voorstellen binnen één van de 27 mapjes. Minder dan 1% aan voorstellen volstaat blijkbaar om een gans manifest weg te vegen. Foei. Twee, van de vermeende onbetaalbaarheid wordt zonder enige bewijslast een zaligmakend argument gemaakt. Wederom foei. Primo, wie mapje 12 (‘optimalisering gebruik beschikbare ruimte’) wèl helemaal zou lezen, zou merken dat nagedacht wordt over modellen van ruil en herschikking van grondrechten, over koppelingen tussen infrastructuurkosten en locatie, over sturing van ruimtelijk gedrag met taksen en premies, over rechtstreekse baten van de onmiddellijke betonstop. Secundo, het eventueel verlies voor een individueel belang moet afgewogen worden tegen de winst voor het collectief belang. Tertio, een prioriteit beschikt altijd over budget. Een prioriteit is nu net prioriteit omdat budget vrijgemaakt wordt. Een patiënt, die op spoed wordt binnengebracht, wordt ook niet geweigerd omdat de gezondheidszorg onbetaalbaar wordt. Neen, snelle hulp is de prioriteit, inclusief de financiering. Klimaat is dus géén politieke prioriteit en de verdwijntruc van de minister heeft ondertussen haar werk gedaan.

 

" “Niets mag geld kosten of comfort, en al zeker niet het klimaat”. Inderdaad, nagenoeg àlle maatregelen ten voordele van klimaat en duurzaamheid conflicteren met de gegeerde incentives van het status quo, van de vermiddenklassing. Afblijven dus."


Wat met de geschreven pers? Die bericht welgeteld één dag over de conclusies van het panel. Goed, een dagblad heeft geen plaats meer voor lengte en diepte maar zelfs de zogenaamde kwaliteitskranten komen weinig verder dan de reeds aangehaalde postframing, het in de picture zetten van betonstop en kostenplaatje, dus van de topics van de framing van de mainstream. Boeken weeral toe. Op wat weekendbijlage na, in De Morgen (18 mei 2019), bijna marginaal, alleen voor de meerwaardezoeker, geschreven door een journaliste, die niét tot de politieke redactie behoort. En tevens op één heldere commentaar na, van Karel Verhoeven in De Standaard (15 mei 2019): “De kloof tussen hoe het klimaat in de verkiezingscampagne leeft en wat het expertenpanel nodig acht is diep als een ravijn”, “Officieel is geen enkele partij klimaatsceptisch maar het gebrek aan visie en voluntarisme maakt het verschil soms miniem” en “Niets mag geld kosten of comfort, en al zeker niet het klimaat”. Inderdaad, nagenoeg àlle maatregelen ten voordele van klimaat en duurzaamheid conflicteren met de gegeerde incentives van het status quo, van de vermiddenklassing. Afblijven dus.

De haan kraait zo voor de derde keer. De illustere vierde macht, de pers, krijgt nochtans dankzij gedegen rapporten relevante munitie, waarmee het politieke beleid in vraag kan gesteld worden en de electorale agenda van inhoud kan voorzien worden. Toch beperkt de pers haar actieradius tot wat de politieke en electorale boventoon dicteert. Die boventoon vertaalt zowel desinteresse als vrees, de vrees om een complex probleem aan te pakken en dus om (electoraal) riskante maatregelen te moeten aankondigen. De pers neemt die vertaling klakkeloos over in plaats van urgente totaalvraagstukken uit te spitten en op de electorale discussie te wegen met belangrijke issues, die politici wel eens kopbrekens kunnen bezorgen.

Professor politieke wetenschappen Alan Abramowitz analyseerde de Amerikaanse presidentsverkiezingen van de 21ste eeuw en zag twee verschuivingen, die ook hier voorkomen. Eén, politiek gaat nu over ‘negative partisanship’. Stemgedrag wordt vooral bepaald door angst en aversie voor de andere partij. De argumentatie pro iets is niet meer belangrijk, wel de afbraak en de aanval contra iets. Twee, politiek is niet meer het instrument om positiviteit, enthousiasme en argumentatie te genereren maar wordt ‘politics of no’, een loutere uiting van wat niét gewild wordt.

Daarom zullen ruimte, energie, mobiliteit én klimaat problemen blijven.  

Deel dit artikel:
Onze partners