Het designconcept van dit gebouw door Behet Bondzio Lin Architecten voor de Vereniging van de Noordwest-Duitse Textiel- en Kledingindustrie streeft ernaar om alle werknemers te voorzien van een uitzicht op het schilderachtige landschap op het noorden en om diegenen die uit het zuiden arriveren, te verwelkomen met een sterk textielbeeld.
Het langgerekte gebouw is aan drie kanten ingesloten door een volledig gesloten baksteengevel. Het volume, gesloten in het oosten, zuiden en westen en open in het noorden, vormt de basis voor een kantoorgebouw met geoptimaliseerd energieverbruik.
Het volume van het gebouw creëert als het ware een voorgebied of portaal dat de gebruikers en bezoekers ontvangt en ze het gebouw binnen leidt.
Naar het noorden toe wordt het volledig geopend over een glazen gevel richting het uitzonderlijk mooie landschap. Door de oriëntatie op het noorden zijn alle kamers goed voorzien van daglicht en hebben ze geen zonwering nodig. Hierdoor hebben de werknemers zelfs in de zomermaanden de hele dag uitzicht op het landschap.
De inspiratie voor de baksteengevel is afkomstig van de albasten plooi van het standbeeld van Beethoven van Max Klinger, dat zich in het Leipzig Bilder Museum bevindt. Max Klinger heeft hier een paradoxale perceptie gecreëerd. De kijker ziet een schijnbaar vloeiende lichte sjaal over de knieën van Beethoven gedrapeerd maar hij ziet tegelijkertijd ook dat deze is gemaakt van massieve steen. Op basis van dit beeld past Behet Bondzio Lin Architecten zes speciale stenen toe met een gradiënt met een toenemende hoek, waarbij zo een schijnbaar bewegende gevel van licht en schaduw wordt gecreëerd. Hierdoor ontstaat de analogie met een lichte doek waar de wind overheen blaast.